Geo-visualisatie/Deel B: Geo-visualisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
k beter icoonfiguur voor tip
Nijeholt (overleg | bijdragen)
redigeeracties
Regel 19:
{{Geo-visualisatie}}
==Vooraf==
In geo-visualisatie, - simpel gezegd het maken van een kaart met een GIS, - zitten twee cartografische aspecten verborgen:
* 'richting de data'; de kaart dient de data verantwoord te ontsluiten.
* 'richting de gebruiker'; de kaart dient leesbaar te zijn.
In Deel B wordt geo-visualisatie in de 'enge' betekenis van het woord gebruikt. Er wordt in dit deel beschreven hoe, uitgaande van de data en het doel, die data gevisualiseerd dient te worden. Pas in Deel C, Kaartopmaak, wordt gekeken wat hier verder nog aan kaartlagen bij moet, hoe labels geplaatst dienen temoeten worden, en hoe alle kaartonderdelen opgebouwd dienen te zijn. In Deel C is meer gebruikergericht /op doelgroepgerichthet eindproduct, door meer aandacht te schenken aan de doelgroep en de verdere details. Voordat hetwe zovermet isde kaartopmaak aan de slag kunnen, dienen we eerst te zien hoe we de geo-informatie kunnen kneden tot een cartografischvan verantwoord startpunt, voordat we metuit de kaartopmaakdata aanverantwoord de gang gaanstartpunt. In deze visie betekent dat vaak dat we met een thematische kaart (een verschijnsel, de spreiding van criminaliteit, de temperatuur of de bevolking) aan de slag gaan. Vandaar dat Deel B start met thematische kaarten. Een enkele keer zal de kaart een meer topografisch karakter hebben. In die gevallen zal misschien direct met Deel C gestart kunnen worden, als we tenminste de juiste geo-informatie al verzameld hebben.
 
==Geo-informatie geschikt maken voor visualisatie==
VaakGeo-informatie iskan de geo-informatieene diekeer voorhanden'slechts' isals welachtergrond geschiktdienen voor- hetdenk directaan visualiserenalle landsgrenzen. De eneandere keer moetzal die geo-informatie (alle- landsgrenzen)denk 'slechts'aan alsvlakken achtergrondvan dienen,alle delanden andere keer zal die geo-informatie (de landen zelf) een allerleidallerlei kleuren moeten krijgen, afhankelijk van een thematische grootheid, zoals bevolkingsdichtheid. In beide gevallegevallen kan het zijn dat de data (de omtrek, zoals de landsgrenzen) gegeneraliseerd moet worden. Dat is het geval als de kwaliteit van de kaart een grote rol speelt en / of als de geo-informatie is te gedetailleerd is. De grenzen kennen dan te veel (visueel onnodige) tussenpunten (vertices).
 
In deel A (de GIS-theorie) zagen we eerder wat generaliseren is. Met een GIS kunnen we te gedetailleerde lijnen (zowel van lijnen als de omtrek van vlakken) generaliseren. De reden is vaak om een rustiger kaartbeeld te krijgen, vooral bij een thematische kaart is dit van belang. Zo leiden de vele inhammen en eilanden in Canada en Noorwegen (zie voorbeeld) na generalisatie niet meer af van waar het om gaat: de kleuren van de vlakken.
 
[[Afbeelding:Wereld generalisatie simplify line3.PNG|thumb|center|849px|Dezelfde geo-informatie (- een gedetailleerd bestand van de wereld) - op verschillende manieren gevisualiseerd (1 t/m 3). Bij kaart 4 is de geo-informatie gegeneraliseerd (4). In roze (rechts) twee uitvergrotingen (zie verder tekst)]]
 
:Bij '''kaart één1''' is de beschikbare geo-informatie getoond. Duidelijk is dat de omtrek in Canada wel erg stoort; het groene landoppervlak is niet goed meer te zien. Wanneer deze gebieden in kleur (bij thematische kaarten) getoond moeten worden, leiden deze omtrekken niet alleen de aandacht af van de kleuren, hele delen van vlakken zullen zelfs geen kleur krijgen.
:Bij Het dunner of grijs maken van deze omtrek ('''kaart 2) en het weglaten van de omtrek (kaart 3) is niet altijd wenselijk. Bij kaart''' is een cartografische oplossing geprobeerd: de lijn grijzer en dunner maken. Het lijkt visueel al iets beter, maar het probleem blijft; de landoppervlakten zijn nog steeds niet optimaal in beeld.
:Bij '''kaart 3''' is de omtrek zelfs helemaal uitgezet. Nadeel is dat de groene (land-) kleur dan niet mooi contrasteert met de wittwitte achtergrond. Daarom is de zee maar grijs gemaakt. De landoppervlakten zijn nu redelijk te zien. Echter, de grenzen van de landen met de zee zijn verdwenen. Vaak zal het juist de bedoeling zijn om onderlinge landsgrenzen en landgrenzen met de zee dik en zwart in beeld te brengen, voor een duidelijk contrast.
:'''Kaart 4''' toont de enige juiste oplossing: generalisatie, in dit geval: versimpeling van de data; minder tussenpunten (vertices). BijIn deze vorm van '''generalisatie''', versimpeling of vereenvoudiging, zijn in dit geval minder punten gebruikt om dezelfde vlakken (of lijnen) te tekenen. Een GIS dankan dit snel, eenvoudig en geautomatiseerd doen. In de praktijk zullen echter enkele pogingen nodig zijn om deze generalisatie optimaal uit te voeren. De gegeneraliseerde kaart 4 is een rustigere kaart dan kaart 3 en kan nu gebruikt worden voor een thematische kaart. NB: zou er een kaart van Indonesië gemaakt worden, dan is het originele bestand beter (uitvergroot in kaart 3b). De gegeneraliseerde versie toont Indonesië, - eenmaal ingezoomd, - vervormd.
 
Kaart 4 toont de enige juiste oplossing: generalisatie, in dit geval: versimpeling van de data; minder tussenpunten (vertices). Bij '''generalisatie''' zijn minder punten gebruikt om dezelfde vlakken (of lijnen) te tekenen. Een GIS dan dit snel, eenvoudig en geautomatiseerd doen. In de praktijk zullen echter enkele pogingen nodig zijn om deze generalisatie optimaal uit te voeren. De gegeneraliseerde kaart 4 is een rustigere kaart dan kaart 3 en kan nu gebruikt worden voor een thematische kaart. NB: zou er een kaart van Indonesië gemaakt worden, dan is het originele bestand beter (uitvergroot in kaart 3b). De gegeneraliseerde versie toont Indonesië, eenmaal ingezoomd, vervormd.
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Generalisatie kan een oplossing bieden voor de visualisatie van te gedetailleerde kaartmateriaal. generalisatieGeneralisatie is nodig bij relatief teveel detail in de omtrek van vlakken. Het weglaten, dunner of grijs(gedetailleerde) maken van deze omtrek is niet altijd wenselijklijnen. Het verlies van detail is echter nadelig en onnodig voor de visualisatie van kleinere gebieden.
</div>
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' GIS-pakketten kennen bij het verwijderen van tussenpunten ([[Geo-visualisatie/Inleiding_GIS#Objectsoorten_en_opslag_van_geo-informatie|vertices]]) twee soorten generalisaties (dus twee soorten 'GIS-tools' om deze actie uit te voeren: 1) Generalisatie waarbij overbodige tussenpunten - tussenpunten die géén knikpunt zijn - worden verwijderd. Dit gebeurt dan uit topologische, performance of beheersmatige redenen. 2) Generalisatie waarbij het beeld wijzigt. Dit mag dan cartografisch gewenst zijn, de datakwaliteit gaat vanuit analytisch oogpunt gezien achteruit. Bewaar daarom in het tweede geval altijd het origineel! In deze paragraaf ging het voornamelijk om de tweede soort generalisatie.
</div>
 
Regel 44 ⟶ 49:
'''Generaliseren''' is het zinvol vereenvoudigen van de kaartinhoud. Ormeling en Kraak <ref>Kartografie, ontwerp, produktie en gebruik van Kaarten; Ormeling en Kraak, 1987, blz 59 </ref> voegen aan deze definitie iets toe: generaliseren is het zinvol vereenvoudigen van de kaartinhoud ''bij schaalverkleining''. Vaak zal dat laatste inderdaad het geval zijn, maar dat hoeft niet persee. Bij het gelijk blijven van de schaal kan de kaartinhoud voor sommige doelen ook beter vereenvoudigd worden. We kunnen dan dezelfde generalisatietechnieken gebruiken om de kaart te versimpelen of te verbeteren.
 
Generalisatie is in deel A (bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_GIS#Eigenschappen_van_geo-informatie|'Eigenschappen van geo-informatie']]) al beperkt aan de orde geweest. Toen werd generalisatie echter geïntroduceerd om op de hoogte te zijn van eventueel nadelige eigenschappen van geo-informatie. Het lijkt er ook soms meer op dat het alleen voor cartografen is bedoeld die streven naar perfecte topografische kaarten. We kunnen generalisatie echter ook zelf heel goed gebruiken wanneer we kaarten gaan maken voor een specifiek doel. Denk aan routebeschrijvingskaarten, het uitleggen waar een nieuw wijkgebouw zal worden gepland, een kaart met omrijroute, of de locatie van een bepaald fenomeen waar ook een beperkt aantal wegen op moeten komen. Generalisatie kost vaak veel tijd en moeite. Maar soms is ook met een kleine ingreep aan de ligging van een punt, lijn of vlak, de kaart een stuk beter leesbaar en bruikbaar. Bijvoorbeeld door de locatie van een stad te veranderen. Zo komt de loop van een aangrenzende rivier beter uit. Of het staafdiagram bij die stad overlapt niet meer met de staafdiagram van een ander.
 
Essentieel uitgangspunt bij elke vorm van generaliseren is dat de wijziging aan de geo-informatie / kaartinhoud plaatsvindt, omdat de objecten (punten, lijnen en vlakken) op het eindresultaat - de kaart - nog duidelijk zichtbaar moeten zijn én iets toevoegen aan het doel van de kaart. Dat betekent zelfs dat we zonder problemen van één soort geo-informatie - bijvoorbeeld een wegen bestand - slechts één object - bijvoorbeeld één weg - kunnen laten zien. Bijvoorbeeld op een kaart van het aantal wildbewegingen in de buurt van een snelweg. Het is best mogelijk om dan alléén die snelweg, en niet de overige wegen er in op te nemen. Zeker als het doel is om te kijken waar dat wildviaduct over die snelweg moet worden aangelegd.
 
Denk dus niet dat generaliseren per definitie een zonde is. Integendeel. Generaliseren maakt (te) gedetailleerde kaarten geschikt voor kleinschaligere toepassingen. En denk ook niet dat generaliseren alleen iets is voor [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Topografische_en_thematische_kaarten|topografische (en referentie) kaarten]]. Juist voor [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Thematische_kaarten|thematische kaarten]] is het handig wanneer er niet te veel details op een kaart staan. DenkOp ookeen aan kaartenkaart om de weg te kunnen vinden naar dat ene afgelegen restaurant; hiervoor moetenmogen niet alle details in beeld komen.; de kaartlezer moet 's avonds bij het minieme lampje boven de bijrijdersstoel niet vermoeid worden met irrelevante aftakkende voetpaden en gesloten winkels in de zijstraten!
 
Generalisatie is per definitie iets subjectiefs. Want hoe ver ga je met het vereenvoudigen of zelfs weglaten van wat in een onderliggende kaart als werkelijkheid is gekarteerd?
:* Sowieso hangt dat van de '''schaal''' af: hoe kleiner de schaal hoe sterker de generalisatie zal zijn.
:* Maar ook het '''doel en de doelgroep''' van de kaart bepalen of al die eilandjes nu wel of juist niet moeten worden weergegeven.
 
Er zijn '''twee soorten generalisaties''': grafische generalisatie en conceptuele generalisatie. Hoewel beide als doel hebben de leesbaarheid te vergroten, grijpen ze op een verschillende manier in op de te generaliseren geo-informatie.
:* '''Grafische generalisatie''' poogt punten, lijnen en of vlakken zodanig te versimpelen of te wijzigen, dat het kaartbeeld overzichtelijker, sneller leesbaar wordt, zonder dat de betekenis echt wijzigt. De locaties van de punten, lijnen en vlakken wijzigen om grafische redenen. Zo komen lijnen plotseling niet zo dicht op elkaar te liggen en zijn er minder bochten in een rivier.
:* '''Conceptuele generalisatie''' heeft een vergelijkbare actie nodig en heeft een vergelijkbaar resultaat, echter, versimpelt en wijzigt de locatie niet om grafische redenen, maar om inhoudelijke redenen. De geo-informatie bevat bijvoorbeeld op attribuutniveau te veel detail. Op een kaart voor een gemiddelde toerist maakt het misschien niet uit of er onderscheid in loof- en naaldbos wordt gemaakt. Deze klassen kunnen dus worden samengevoegd. De grafische locatie wijzigt dus niet altijd bij conceptuele generalisatie.
 
Grafische én conceptuele generalisatie grijpen beidenbeide in op de visuele gedetailleerdheid van objecten op een kaart. Conceptuele generalisatie grijpt daarbij ook nog eens in op de soort informatie die wel of niet ontsloten worden. Bij conceptuele generalisatie worden de objecten plotseling heel anders (of niet) gesymboliseerd, terwijl bij grafische generalisatie 'slechts' de locatie anders (of niet) wordt getoond.
 
Wanneer er sprake is geweest van generalisatie, is de ouput niet altijd meer geschikt voor (nauwkeurige) geografische analyses. De cartografische locatie van een punt is na generalisatie immers niet meer (met zekerheid) gelijk aan de geografische locatie van dat punt. Misschien zijn er zelfs punten en hele objecten verdwenen. Het is duidelijk dat dit generaliseren gebeurt voor een bepaald einddoel. Voor het ene doel zal een bestand verder of anders gegeneraliseerd moeten worden dan vor het andere doel.
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIPTIP1:''' Bewaar altijd het originele bestand voordat je gaat generaliseren, omdat je het misschien nog nodig hebt voor bepaalde ruimtelijke analyses of kaarten waarbij je niet of anders moet generaliseren. Er zijn ook GIS-pakketten - zoals ArcGIS vanaf versie 9.2 - die de cartografische locatie van punten, lijnen en vlakken apart opslaan van de geografische locatie. Daarmee kan je blijven rekenen met de juiste positie van de lijnen, terwijl 'dat ene voetpad langs die ene sloot' toch ruim er naast en dus goed zichtbaar wordt gevisualiseerd.
</div>
 
Regel 73 ⟶ 78:
:*'''samenvoeging''': objecten worden samengevoegd omdat ze als losse objecten anders niet meer goed leesbaar zouden zijn.
:*'''verplaatsing''': is nodig bij vergroting van andere (belangrijkere) objecten, omdat ze visueel anders over of onder deze objecten komen te liggen.
:*'''selectie''': objecten die klein zijn en minder relevant, worden weggelaten, omdat ze anders niet goed of slecht zichtbaar zijn.
:*'''vloeiend maken''': lijn- of vlakobjecten worden vloeiend gemaakt (vereffend) of geheel anders getoond, omdat de punten die bekend en zichtbaar zijn, naar verwachting niet nauwkeurig genoeg zijn. Een gemeentegrens of snelweg kan terecht erg recht zijn. Maar een meanderende rivier of een slingerende bergweg moet misschien bochtig (smooth) gemaakt worden. Dit is misschien een bijzonder soort generalisatie, omdat schijnbaar meer nawkeurigheidnauwkeurigheid wordt toevoegd. De kaart wordt wel leesbaarder, omdat nu die bochtige weg en die meanderende rivier wél worden herkend. Uiteraard is er bij deze vorm van generaliseren wel enige kennis van zaken nodig. Die ene bergweg slingert misschien alleen maar op bepaalde plekken,. enEn is die 'meanderende' rivier die je symbolisch overal mooie bochten wilt meegeven, op die ene plek niet gewoon een meanderendevlechtende, anastomoserende of rechte rivier? Lastig als een wandelaar die kaart gaat gebruiken en bij de derde bocht van de rivier wilt afslaan...
 
*Conceptuele generalisatie:
:*'''symbolisatie''': gehele punten, lijnen of vlakken worden anders weergegeven door deze te aggregeren (samen te voegen).
:*'''samenvoeging''': bij (gedetailleerde) thematische kaarten die gebruikt worden op een grotere schaal, zullen bepaalde klassen moeten worden samengevoegd. Dat kan zonder dat de waarheid geweld wordt aan gedaan door deze klassen anders (en met verstand van die thematische kaart én het doel van de te maken kaart) te classificeren.
:*'''overdrijving''' (en het tegenovergestelde:) '''verwaarlozing''': objecten worden groter, langer of breder voorgesteld dan dat ze zijn. Hiermee vallen gebouwen die er toe doen (zoals postkantoor op een standplattegrond) beter op. Verwaarlozing is het tegenovergestelde; gebouwen of straten worden kleiner voorgesteld dan ze zijn.
Regel 84 ⟶ 90:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Generaliseren is het zinvol vereenvoudigen van de kaartinhoud. Hierbij gaat het om punten en (vertices van) lijnen en vlakken. Er zijn twee soorten generalisatie, grafische en conceptuele. Beide soorten versimpelen het kaartbeeld, met als doel een beter of sneller leesbare kaart, maar conceptuele generalisatie kan verder gaan, omdat hierbij bepaalde klasses niet meer zichtbaar zijn. Beide soorten generalisatie zijn subjectief en afhankelijk van de uiteindelijke kaartschaal en het doel van de kaart. Voor zowel thematische als topografische kaarten is generalisatie vaak nodig. Hoe algemener het doel van de kaart en hoe groterkleiner de schaal (dus hoe groter het schaalgetal, bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#De_termen_.27kleinschalig.27_en_.27grootschalig.27|kleinschalige kaarten]]), hoe sterker de generalisatie zal moeten zijn.
</div>
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIPTIP2:''' Bij het [[Geo-visualisatie/Oplevering#Het_evalueren_van_kaarten|evalueren]] van je kaart kom je misschien bepaalde opmerkingen tegen die - bij nadere bestudering - voorkomen hadden kunnen worden door generalisatie.
</div>
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP3:''' Bewaar altijd het origineel, als je een geo-informatie-bestand gaat generaliseren. Documenteer de verschillende gegeneraliseerde versies op ''doel''. Gebruik gegeneraliseerde versies niet zonder meer voor geografische analyses. Gebruik hiervoor het originele bestand.
</div>
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP4:''' Sommige GIS-pakketten kunnen (gevisualiseerde objecten van de) geo-informatie omzetten (kopiëren) naar grafische elementen. Je kan dan binnen je GIS deze grafische elementen vervolgens wijzigen. Er is dan geen enkel probleem wanneer je handmatig - voor die ene specifieke kaartproductie - sommige elemeten gaat generaliseren; de oorspronkelijke geo-informatie blijft in zijn oorspronkelijke staat. Ook kan je er voor kiezen om het generaliseren geheel op te pakken in een grafisch pakket als Adobe Illustrator. (Zie eventueel ook [[Geo-visualisatie/Oplevering#Formaattypes|Formaattypes]] en voor voorbeelden van 'Kaartopmaak-software': [[Geo-visualisatie/Overige_informatie#Overige_sites_.2F_instanties_.2F_databronnen_van_omgevingsinformatie|Overige sites]].)
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' Bij het [[Geo-visualisatie/Oplevering#Het_evalueren_van_kaarten|evalueren]] van je kaart kom je misschien bepaalde opmerkingen tegen die - bij nadere bestudering - voorkomen hadden kunnen worden door generalisatie.
</div>
 
==Joinen (of: hoe zet ik willekeurige informatie met één actie op een kaart)==
Deze paragraaf gaat over joinen (Nederlands: koppelen), ongetwijfeldwellicht de belangrijkste functionaliteit van een GIS, zeker wanneer we gegevens in kaart willen brengen. Joinen is in veel gevallen het startpunt van een GIS-specialist bij het uitvoeren van een analyse of het maken van een kaart; met joinen wordt in feite de nieuwe data ingeladen of geschikt gemaakt voor geografische verwerking.
 
Met '''joinen''' wordt bij GIS-software meestal bedoeld het koppelen van informatie aan geo-informatie. Anders gezegd: bij joinen voorzie je een locatiecomponent. aanDus gegevens zonder locatiecomponent, dus- gegevens die nog geen x- en y- coördinaten hebben - krijgen zo een locatie; ze worden gekoppeld aan een punt-, lijn- of vlakobject in de kaart. Zo kan je bijna elke gegevensset in kaart brengen, hoe je ook aan die gegevens komt:
* per plaats: gemiddelde huizenprijzen, aantal scholen, aantal coffeeshops, aantal inwoners
* per gemeente: aantal inwoners, bevolkingsdichtheid, et cetera.
Om wat voor gegevens het gaat doet er feitelijk niet toe, als er maar een verwijzing naar een ruimtelijk object in zit, zoals plaatsnaam, gemeentenaam., provincienaam, landsnaam, enzovoort.
 
In onderstaand voorbeeld (zie figuur) gaan we er van uit dat we een tabel hebben gevonden, ergens op internet (in dit geval: www.cbs.nl), met daarin het aantal inwoners dat géén EU-nationaliteit heeft.
Regel 103 ⟶ 117:
[[Afbeelding:Joinen.PNG|thumb|center|700px|Door het '''joinen''' van een tabel aan een GIS-bestand, is deze tabel als kaart weer te geven. Merk op dat het eindresultaat (de kaart met de proportionele, rode symbolen), een heel ander, en waarschijnlijk beter en eenvoudiger beeld geeft dan de oorspronkelijke opsomming van getallen in de tabel.]]
 
Stel we willen deze gegevens isin kaart brengen,. bijvoorbeeldBijvoorbeeld omdat we inzicht hebbenwillen krijgen in hoe het aantal mensen zonder EU-nationaliteit verspreid is in Overijssel. We besluiten om ons te concentreren op alleen de grote steden. In de nieuwe gegevenstabel wordt het aantal mensen zonder EU-nationaliteit per plaatsnaam beschreven (en niet bijvoorbeeld per gemeente, COROP-gebied, provincie). Daarom gaan we op zoek naar een GIS-bestand dat de locatie van die zelfdediezelfde plaatsnamen beschrijft. In de figuur zien we in de bovenste helft de uitgangssituatie. We hebben enerzijds (links in beeld) een GIS-bestand dat van de plaatsnaam de locate beschrijft en anderzijds (rechts in beeld) een bestand dat van de plaatsnaam het aantal mensen zonder EU-nationaliteit beschrijft. De overeenkomstige kolom is Plaatsnaam. Zo'n overeenkomstige kolom noemen we overigens een '''sleutelveld''' of '''unique key'''. Door deze twee kolommen aan elkaar te koppelen (of: te 'versleutelen') ontstaat een nieuwe tabel (zie onderste helft van de figuur). De join kan nu worden uitgevoerd door het GIS.
 
Na de join hebben we een situatie waarin we van elke locatie niet meer alleen de plaatsnaam hebben, maar óók het aantal mensen zonder EU-nationaliteit. En dat hadden gelijktijdig overigens veel meer of andere gegevens kunnen zijn, in veel meer kolommen. Het leuke is nu dat we op deze wijze gegevens van welke bron dan ook, zelfs als die niet 'GIS-waardig' zijn, toch in kaart kunnen brengen. En er is dus een locatie toegevoegd aan de oorspronkelijke tabel. De informatie is als het ware 'geo-informatie geworden'. Aangezien volgens menig GIS-boek en pleitbezorgen van GIS 90% van alle informatie altijd wel een locatiecomponent heeft, is dus 90% van alle informatie met een join in kaart te brengen.! Joinen is dus een zéér belangrijke en zeer veel gebruikte tool.
 
Bij het joinen zijn ook een aantal '''beperkingen of waarschuwingen''' te noemen.
Regel 111 ⟶ 125:
:* Records die in het GIS-bestand wél voorkomen, maar niet in de nieuwe gegevenstabel, zullen ook ''niet'' in beeld komen. Soms kan dit de bedoeling zijn, bijvoorbeeld - in dit geval - omdat er in die plaats nu eenmaal geen mensen zonder EU-nationaliteit voorkomen. Bij 'Nijverdal' had je bijvoorbeeld verwacht - dat er vast wel mensen zijn zonder EU-nationaliteit. Dit had óf in de tabel moeten staan, maar misschien is dit aantal ook nul. Zo'n record is wél terug te vinden in de uiteindelijke gejoinde tabel (rechtsonder), maar er is géén aantal (ook geen nul!) aan gekoppeld. Wellicht moet dit als nul gelezen worden, en moet jij dit als GIS-specialist aanvullen. Enige kennis van de nieuwe (te koppelen) gegevensset is dus noodzakelijk.
:* Records met verkeerd of verschillend gespelde namen in de sleutelvelden zullen ''niet'' gekoppeld worden. Records die zo buiten de boot vallen moeten handmatig hersteld worden. Afspraken over normeringen van deze (plaats)namen zijn dan ook niet voor niets belangrijk!
:* Records met dubbele namen kunnen ook onverwacht tot lastige situaties (fouten) leiden. Zoals de plaatsen Hengelo (O) (in Overijssel) en Hengelo (G) (in Gelderland). Of de gemeente Bergen (NH) (in Noord-Holland) en de gemeente Bergen (L) (in Limburg). Zonder de toevoeging die tussen haakjes staat zouden hier ernstige, lastig te ontdekken fouten in kunnen staan. Het is dan ook niet onlogisch dat dergelijke steden en gemeenten vaak met een betekenisloze [[Geo-visualisatie/Inleiding_GIS#Het_bijzondere_van_GIS-data:_de_attributen|'id']] worden gekoppeld. Zo hebben gemeenten vaak een TDN-code als ID.
:* Enkele records opgeslagen als / beschreven door meerdere vlakken. Denk aan de provincie Friesland, dat is één object, beschreven door 4 vlakken: het vaste land van Friesland, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. In dergelijke gevallen zullen de hieraan gekoppelde waarden aan alle vlakken gekoppeld worden. Dus het gemiddelde criminaliteitscijfer dat voor Friesland geldt, wordt óók getoond op de eilanden. Veelal - bij kwantitatieve gegevens - zal dit ook de bedoeling zijn.
:* Join alleen als het kan, dus als beide sleutelvelden in beide tabellen ook echt daadwerkelijk dezelfde kwaliteit hebben en bij elkaar horen. Een lijst met gegevens over gemeentes uit 2003 koppelen aan een geo-informatie-bestand uit 2005 zal problemen opleveren: Enkele gemeentes komen niet in beeld, omdat die tussen 2003 en 2005 in gefuseerd zijn! Koppel ook geen plaatsnamenbestand aan een gemeentebestand.
 
Als GIS-specialist dienen we bovenstaande bij elke join in de gaten te houden, en te kijken of we dit erg vinden, of er in één van beide bestanden geen tekortkomingen hebben gezeten en of webeperkingen dithebben moeten herstellengezeten. Misschien hebben we een fout gemaakt bij het koppelen, of de bestanden zijn van een verschillend jaartal. Soms is een handmatige (herstel) actie genoeg.
 
<div style="background:#FFDAB9;">
Regel 118 ⟶ 135:
</div>
 
Door het joinen beschikken we nu over nieuwe gegevens. Die kunnen kwantitatief (getalsmatig) zijn of kwalitatief (cijfermatigbeschrijvend, of administratief, zoals regio's en vervuilingszones).
 
==Het kiezen van de visualisatiemogelijkheden bij kwantitatieve gegevens==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.