Geo-visualisatie/Deel B: Geo-visualisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
k redigeeractie + toevoegen tip
Nijeholt (overleg | bijdragen)
k redigeeracties
Regel 383:
 
==='Lees-kaarten' en 'kaarten om te zien'===
Een lezerkaartlezer moet volgens Bertin beide vragen kunnen (leren) stellen aan een kaart. Gaan beide vragen hem snel af, dan is het een goede kaart. De cartograaf dient - rekening houdend met zijn doelgroep - namens hem diezelfde vragen stellen om tot een goede kaart te komen.
 
Soms gaat alleen vraag 1) goed af, zie figuur 1. In dat geval is de kaart een 'leesleeskaart' kaart in de bewoordingen van Bertin. Bij élkeelke plek kan gelezen worden hoeveel inwoners er zijn, of wanneer in die provincie de eerste school is opgericht. Deze kaarten zijn hooguit goed genoeg voor iemand die (alléén) op die ene plek moet zijn. Deze kaarten geven alléén een meerwaarde boven teksten of tabellen, indien iemand een route weet, de topografie goed kent, en snel slechts één of enkele waarden wil weten.
:Maar enig overzicht is er niet bij dergelijke kaarten. De lezer merkt dat wanneer hij iets over de spreiding van het fenomeen wil leren, dat hij:
:*veel tijd kwijt is, óf -erger- hij
Regel 391:
::Is de lezer '''veel tijd kwijt''' (bv: kaart 1) dan is waarschijnlijk de rangorde van het fenomeen (bijvoorbeeld bevolkingsdichtheid) vertaald naar een visuele niet-rangorde van de legendaeenheden (zomaar wat kleuren of grijswaarden zonder rangorde).
::De lezer krijgt '''een verkeerde inschatting''' wanneer de rangorde van het fenomeen ongelijk is aan de visuele rangorde (kaart 2 en 3). De grijswaarden (van de kleuren) lopen niet gelijk op met de waarden van de klassemiddens. De lezer onthoudt een verkeerde spreiding. Hij is mentaal ''niet'' in staat om dit beeld te corrigeren.
:Via hedendaagse GIS-software is momenteel 'alles mogelijk'. Gelukkig begeleiden wizard''wizards'' en keuzeopties de GIS-ser vaak naar de juiste oplossing: hoe hoger de waarden, hoe hoger de grijswaarde (van de kleur). Echter, de GIS-ser kan dit teniet doen. Of door onkundig gebruik van de applicatie of te weinig cartografische kennis toch tot andere uitkomsten komen. Er worden dan verkeerde (beleids-) beslissingen genomen. Het kan zijn dat in dergelijke gevallen door de maker of opdrachtgever van de kaart desondanks gesteld wordt dat de legenda juist is en de kaart dus goed. Bijvoorbeeld omdatmet het argument dat de lezerkaartlezer van de kaart uiteindelijk toch echt de juiste waarden uit de kaart ''kan'' halen door die legenda. Getalsmatig heeft hij gelijk. Echter de kaart is slechts 'leesbaar'. Omdat de spreiding ''niet juist'' zichtbaar is, 'ziet' niemand de echte spreiding. De visuele spreiding is ongelijk aan de spreiding van het fenomeen/kenmerk. Zo'n kaart blijft dus wetenschappelijk (cartografisch) gezien fout.
 
Gaat ook vraag 2) goed, dat spreekt Bertin van een kaart 'om te zien'. De kaart geeft dan de spreiding van het fenomeen goed weer. De vertaling van de rangorde van het fenomeen naar de visuele rangorde is goed gegaan. Deze kaarten zijn nodig voor elke onderzoeker, elke beslisser. Conclusies trekken zal nu wél gaan, én snel. Kaarten 4 en 5 zijn hier juiste voorbeelden van.
Regel 397:
 
==Het maximum aantal te gebruiken klassen==
Het aantal visuele klassen dient bij het weergeven van kwantitatieve verschillen gelijk of kleiner te zijn dan het ingewonnen aantal klassen. Aan de kant van de lezer zit er ook een beperking. Hieronder wordt het maximum aantal door de oog-brein-combinatie te onderscheiden klassen weer gegeven, afhankelijk van of het verschijnsel door punten (bijvoorbeeld soorten steden), lijnen (bijvoorbeeld soorten transportstromen) of door vlakken (bijvoorbeeld soorten grondgebruik) wordt beschreven<ref>''Diagram en Kaart, als geografische hulpmiddelen'' C.I. Wieland, 1980. Dit werk lijkt overigens verouderd, echter is nog steeds zeer compleet en leesbaar, zeker wanneer het om [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Kartogram|kartogrammen]] gaat.</ref>:
 
{| class="prettytable"
|-
! [[Geo-visualisatie/Symbologie#Symbologie|grafische variabelen]]
!
! punten
! lijnen
Regel 413:
| grijswaarde
| 3
| 4
| 5
|-
| grein
| 2
| 4
| 5
Regel 429 ⟶ 424:
| 4
| 2
| 2-
|-
| vorm
Regel 437 ⟶ 432:
|}
 
Bovenstaande getallen zijn maxima, en richtlijnen. Dat wil zeggen dat bij polythematische kaarten, per thema, deze aantallen minimaal gehalveerd dienen te worden. VerderGrein is grein niet meer gebruikelijk. Sommige auteurs gebruiken net iets andere aantallen bij dergelijke overzichten, meestal nemen ze de getallen van Wieland over, of noemen voor grein dat er 2 tot 4 verschillende klassen mee te definiëren zijn. Gezien de eenvoud waarmee aantrekkelijke tegenwoordig aantrekkelijke kaarten in kleur kunnen worden gemaakt, en de visuele eigenschappen van de oog-brein combinatie, die bij kleuren duidelijk beter onderscheid in klassen kan maken, verdient het sterk de voorkeur om altijd te kiezen voor onderscheid in kleuren, ook wanneer het benodigde aantal klassen lager is. Vorm wordt afgeraden: een kruis voor een middenklasse camping, en een vierkantje voor een 5-sterren-camping bijvoorbeeld levert immers geen enkele positieve bijdrage aan het antwoord op 'vraag 2 van Bertin'. De grootte of kleur (van een kruis) wel.
 
==De functie van kleur bij thematische kaarten==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.