Geo-visualisatie/Inleiding Cartografie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
verwijzingen verbeterd / redactionele actietjes
Nijeholt (overleg | bijdragen)
redigeeracties / typefouten eruit
Regel 19:
{{Geo-visualisatie}}
==Cartografie==
[[Afbeelding:1572 Typus Orbis Terrarum Ortelius.jpg|thumb|right|300px|'''Wereldkaart uit 1572 van Ortelius'''. Cartografie heeft bij sommigen een stoffig imago. In werkelijkheid is dit vakgebied, onder andere door GIS-toepassingen, relevanter en moderndermoderner dan velen denken.]]
[[Afbeelding:Leo Belgicus.jpg|thumb|right|300px|'''Kaart van de Lage Landen uit 1611 van Jodocus Hondius'''.]]
Hier volgen twee mogelijke definities van '''cartografie''':
Regel 26:
Deze tweede, bredere definitie wordt in dit boek gebruikt. Er wordt van uitgegaan dat de ruwe, ingewonnen data of geo-informatie al beschikbaar is. Merk op dat het in deze definitie niet om de kaart (het middel), maar om het doorgeven van informatie gaat. Een kaart zonder boodschap of doelgroep is dus géén cartografie. In het onderdeel hierna ([[Geo-visualisatie/Communicatie|'Communicatie']]) wordt dan ook extra aandacht geschonken aan dit communicatieve aspect.
 
'''Beeldschermcartografie''' is een term die een aantal jaren geleden gehanteerd werd, maar nu weer in de vergetelheid is geraakt. Met beeldschermcartografie wordt bedoeld de visualisatie van ruimtelijke gegevens op een beeldscherm, wanneer er sprake is van interactieve (on-line) (GIS-) viewers. Beeldschermcartografie beschrijft onder andere regels hoe programmatuur moet worden ontwikkeld om labels (teksten bij objecten) in de kaart geplaatst moeten worden. Maar ook met welke kleuren datasets standaard moeten worden weergegeven, wanneer een gebruiker die dataset aan zet. Zo mogen labels elkaar uiteraard niet overlappen, labels moeten zo min mogelijk over punten en lijnen liggen, vlakken mogen niet interfereren, et cetera. In Google Maps of Yahoo MapsisMaps is het resultaat te zien van die dynamische wereld; labels worden netjes, met de wegen mee gebogen, weergegeven, boven op de satellietbeelden of luchtfoto's.
 
In dit handboek wordt ervan uitgegaan dat het resultaat (een kaart) gepubliceerd wordt, digitaal of gedrukt (analoog). Met beeldschermcartografie hebben we in dit handboek niet veel te maken. Wel wordt op het beeldscherm, meestal via een GIS, het resultaat voorbereid. De positie van labels en de kleuren van objecten zijn - door deze beeldschermcartografie - vaak al redelijk als een default instelling ingesteld. Vaak is deze instelling ook zeer slecht, of niet geschikt voor het doel dat de GIS-specialist voor ogen heeft. Achteraf moeten deze labels en kleuren dus goed beoordeeld te worden en eventueel aangepast te worden.
Regel 45:
:Een toelichting bij deze laatste definitie: Het medium kaart wordt te vaak gezien als presentatiemedium voor objecten, geclassificeerde grootheden of verschijnselen op een plek. Echter, de kaart kan vervolgens ook als analytisch of exploratief middel gebruikt worden door de onderzoekende mens. Juist doordat de kaart niet meer een statisch medium is, maar een medium dat interactief via een beeldscherm door de gebruiker / onderzoeker zelf wordt gemaakt, is het verstandiger (en ruimer) om te praten over geo-visualisatie in plaats van cartografie.
 
:De auteur van dit handboek is het 100% eens met die laatste stelling. GIS voegt hierdoor iets toe aan de cartografie. Het handboek had dus niet moeten heten: 'Handboek Cartografie voor GIS-sers'. Dat zou te bepertkbeperkt zijn geweest.
 
<div style="padding: 0.2em 0.1em 0.2em 0.5em; width: 100%; background-color: cornsilk; border: 1px solid #777777; -moz-border-radius-topleft: 8px; -moz-border-radius-bottomleft: 8px; -moz-border-radius-topright: 8px; -moz-border-radius-bottomright: 8px;">
Regel 94:
:* het toepassen van de juiste projectie (zie de paragrafen hieronder).
 
Zonder de genoemde technieken zouden kaarten onverkleind en gebogen zijn; dus onhandelbaar. Bovendien zou het aantal details véél te groot zijn, waardoor geen enkel overzicht verkregen zou worenworden. Kaarten laten slechts een héél beperkt aantal aspecten zien van wat de gehele aarde in al zijn verscheidenheid herbergt, zowel fysiek als sociaal, al of niet ontdekt, al of niet in in kaart gebracht. De gemaakte kaart betreft dan ook nog eens alléén die delen of gebieden die relevant worden geacht. Dit is tegelijkertijd zowel een beperking als een krachtige eigenschap van een kaart.
 
===Analoge en digitale kaarten===
Regel 103:
:*'''statisch en niet interactief'''. De inhoud van de kaart wijzigt niet met de tijd, en de gebruiker kan geen lagen aan of uit zetten. Voorbeeld: kaarten opgeslagen in een raster-formaat. De kaarten op Wikipedia zijn goede voorbeelden, die zijn meestal in png formaat opgeslagen.
 
:*'''statisch en interactief'''. De kaart is 'klikbaar', maar de factor tijd zit er niet in. Via de legenda kunnen lagen worden aan- en uitgezet en/of er kan op de kaart worden in- en uitgezoomd. Gegevens uit een onderliggende database (bijvoorbeeld: de benodigde vergunning voor die locatie of dat object) verschijnen na een klik. Voorbeeld1: De kaart van Noord-Amerika. Zweef je boven een land, dan komt de naam ervan onder je cursor in beeld. Klik je er op dan komt een andere site (hier: een dummy link) in beeld. Een leuke toepassing dus. Maar het tweede voorbeeld gaat een stuk verder, en is in feite bijna een complete GIS-viewer; zie [http://www.zorgatlas.nl/ Nationale Atlas Volksgezondheid], zoals die door het RIVM wordt gemaakt met onder andere flash-techniekenflashtechnieken. Overigens, met statisch wordt niet bedoeld dat de data niet is veranderd tussen twee momenten van het oproepen van deze internetpagina, maar dat de kaart zelf op het moment van lezen van die internetpagina geen tijdsaspect in zich heeft. Dus de onderliggende gegevens kunenkunnen op de achtergrond door de webbeheerder / gegevensbeheerder wel worden gewijzigd.
 
:*'''dynamisch en niet actief'''. Denk aan animated-GIF, zoals die op internet zijn te vinden van [[Geo-visualisatie/Deel_A:_Theorie#De_kracht_van_een_kaart_bij_grote_gebeurtenissen|een tsunami die zich over de Indische Oceaan bewoog in 2004]]. Wanneer een serie ´normale´ digitale kaarten achter elkaar wordt gezet, kan een bepaalde ontwikkeling in de tijd worden weergegeven. Zie ook het voorbeeld van de kolonisatie en politieke opdeling van Australië. Soms is de vraag of de kaart niet beter als een serie kaarten naast elkaar had moeten worden geplaatst... Sommige Animated GIF's worden door gebruikers ronduit irritant gevonden; ze leiden de aandacht af van de tekst. Daarnaast wordt het tempo gedicteerd, waardoor het nauwkeurige bestuderen van de verschillen en veranderingen, op het tempo van de kaartlezer, niet mogelijk is. Het tweede voorbeeld, met de uitbreiding van het sneeuwoppervlak, is simpeler van opzet, en daardoor beter volg- en leesbaar voor een kaartlezer. Misschien dat de naam van de maand nog in het plaatje verwerkt had moeten worden. Animated GIF's kunnen eenvoudig worden gemaakt door meerdere (gif of andere raster) bestanden achter elkaar te plaatsen. Software hiervoor is eenvoudig op Internet te vinden.
Regel 109:
:*'''dynamisch en actief'''. De kaart is een animatie waarbij de gebruiker ook zelf kan bepalen wat (nog meer) getoond moet worden, hoe snel dit moet gebeuren, en welke (eigen data) moet worden toegevoegd.
 
NB: Eenmaal on-line maakt een GIS (dan vaak geo- of GIS-viewers genoemd) een kaart tot een communicatiemiddel voor klanten, burgers, aanemersaannemers die in opdracht werken, et cetera. Dergelijke GIS-viewers dragen daarmee dan bij aan de loketfunctie van veel bedrijven.
 
===Topografische en thematische kaarten===
Regel 129:
[[afbeelding:Schematische_kaart_HSL_Z.PNG‎|thumb|right|250px|'''Schematische kaart''' van de HSL-Zuid]]
[[afbeelding:Budapest Metro Map.PNG|thumb|right|250px|'''Schematische kaart''' van de metrolijnen van Budapest]]
NB3: Als GIS-specialist zal je veelal thematische kaarten maken. Topografische kaarten zullen slechts beperkte gebieden of een beperkt aantal locaties / verschijnselen tonen, om als illustratie te dienen voor een artikel of web-sitewebsite. Een topografische kaart met een breed publiek, een lange te verwachten levensduur en van enige omvang zal toch echt door ervaren cartografische bureau'sbureaus gemaakt moeten worden. Hoewel er inmiddels zéér hoogwaardige topografische kaarten door alléén GIS-software zijn gemaakt, zijn er nog steeds genoeg redenen om de (eind) opmaak door andere grafische software te laten maken. Zie ook 'kaartopmaak-software' onder [[Geo-visualisatie/Overige_informatie#Overige_sites_.2F_instanties_.2F_databronnen_van_omgevingsinformatie|databronnen van omgevingsinformatie]].
 
Een bijzonder soort referentiekaart is de '''locatormap'''. Hierop worden slechts zeer beperkte referentiegegevens weergegeven, opdat de ligging van één stad, gebied of land duidelijk wordt. Andere doelen heeft een dergelijke kaart niet, waardoor dit simpele (maar zeer doeltreffende) kaarten kunnen zijn. Ze worden veelal gebruikt in kranten of op internetsites waar een breed publiek snel geïnformeerd moet worden over waar de gebeurtenis / het verhaal zich afspeelt. Zie verder [[Geo-visualisatie/Deel_C:_Kaartopmaak#Overzichtskaarten.2C_detailkaarten_en_.27locatormaps.27|Overzichtskaarten, detailkaarten en locatormaps]] in Deel C, waarin ook verwezen wordt naar een site met vele voorbeelden van locatormaps.
 
===Schematische kaarten===
De meeste kaarten die in dit boek besproken worden zijn geografisch. Dat wil zeggen, ze zijn in alle richtingen (in horizontale en veticaleverticale richtingen) met dezelfde schaal getekend. Daardoor zijn niet alleen onderlinge afstanden na te meten, ook de onderlinge hoeken en richtingen zijn waarheidsgetrouw.
 
Voor sommige overzichten kan het echter handiger zijn om schematische tekeningen te maken. Schematische tekeningen hebben bovenstaande kenmerken niet. De geografische ligging van plaatsen, en daarmee de onderlinge ligging wordt genegeerd. Hooguit liggen ze qua richting nog op de juiste plaats. Onderlinge afstanden en richtingen kloppen daarmee niet meer. Tussenliggende wegen moeten daardoor ook anders getekend worden. Vaak zijn dat rechte of hoekige lijnen.
Regel 140:
Twee voorbeelden van schematische kaarten worden getoond.
* Die van de HSL-Zuid toont alleen het noorden ongeveer juist, alle bochten zijn uit het tracé gehaald op deze kaart. Dat is géén probleem; het tracé zelf, met alle kenmerken onderweg wordt perfect weergegeven, onnodige details zijn er uitgelaten.
* Die van de metro-lijnmetrolijn toont de metro-stationsmetrostations uit elkaar getrokken. Lange trajecten zonder metrostations worden ingekort, korte trajecten worden uitgetrokken. Het voordeel is dat de kaartlezer alle namen van metrostations perfect kan lezen. Het is een zeer gebruiksvriendelijke kaart. De eerste dergelijke metrokaart werd ontwikkeld door Harry Beck in 1933 voor de LondeseLondense metro. Hij kende alleen maar horzizontalehorizontale en verticale lijnen en lijnen die onder een hoek van 45° lopen. Stations waren zwarte strepen, en de kleuren van de lijnen gaven aan welke metrolijn het betrof. Deze opzet is in vele landen, voor metro's en andere vervoersystemen vaak gekopieerd, zoals ook in het voorbeeld van de metro van Budapest het geval is.
 
Het doel van een dergelijke aanpak is om de kaartlezer snel een eenvoudig overzicht te geven. Zeker wanneer de kaartlezer toch al weinig kennis heeft van het gebied, is dat geen bezwaar. Denk daarbij aan metro-lijn-kaartenmetrolijnkaarten. Nadeel is vaak dat dergelijke kaarten slechts voor die ene toepassing ontworpen worden, en daarom slechts voor die ene toepassing functioneel zijn. Een metrodergelijke -lijn schematische -kaart metrolijnkaart is alleen nuttig wanneer je wilt zien welke lijn je het beste kan nemen. Wanneer je op een bepaalde plek tussen twee metrostations in staat, is het echter onmogelijk om te zien naar welke metrolijn / metrostation je moet om de dichtstbijzijnde mogelijkheid te vinden. Omdat lengtes en locaties niet meer kloppen, zijn dergelijke schematisch kaarten niet geschikt voor onderhoudsdoeleinden en combinaties met andere kaarten, zoals gasleidingen en calamiteiten. Schematische tekeningen vormen daardoor een beetje een buitenbeentje in de GIS-wereld, omdat analyses en combinaties met andere datasets alleen nog maar mogelijk is op basis van koppeling via een attribuut, en niet op basis van locaties.
 
Dergelijke schematische tekeningen worden over het algemeen niet met een GIS- gemaakt, hoewel dit wel mogelijk is.
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[Afbeelding:Leer meer.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Er zijn verschillende definities voor en indelingen van kaarten. Belangrijk is dat een kaart op zich niet van waarde is wannneerwanneer deze kaart niet is afgestemd op de doelgroep. Een kaart is een communicatievorm en bestaat niet bij de gratie van het bestand of het papier, of wat een kaartlezer er aan ''zou kunnen ontlenen'', maar bij de kaartlezer en wat hij er aan ontleent.
</div>
<div style="background:#FFEFD5;">
Regel 154:
===Dimensies===
Kaarten kunnen ook worden ingedeeld op het aantal dimensies dat beschreven wordt (zie ook de vier figuren onder):
* Soms is er sprake van '''één dimensie'''; de X-as beschijftbeschrijft dan (ligt over) een weg of route. Langs deze route kunnen bepaalde objecten of gebeurtenissen ('events') worden weergegeven. De GIS-techniek '[[Geo-visualisatie/Vervolg_GIS#Lineair_refereren|lineair refereren]]' maakt gebruik van deze één-dimensionale beschrijving, maar ook in de cartografie kan een dergelijke voorstelling van zaken zeer verhelderend zijn, omdat veel niet terzake doende informatie niet kan (en hoeft) worden weergegeven.
* Kaarten beschrijven meestal '''twee dimensies'''. Daarbij wordt bedoeld dat de werkelijkheid van bovenaf bekeken wordt, waarbij een twee-dimensionaal assenstelsel (de X-as en de Y-as) de ruimte beschrijven (zie ook [[Geo-visualisatie/Vervolg_Cartografie#Co.C3.B6rdinatensystemen_en_kaartprojecties|Coördinatensystemen en kaartprojecties]]). Wanneer dat niet expliciet anders wordt genoemd, is er bij GIS, [[Geo-visualisatie/Inleiding_GIS#CAD-data_en_GIS-data|CAD]] en cartografie is meestal sprake van twee dimensies. Overigens, GIS-pakketten kunnen uiteraard ook één, meestal ook drie en soms vier-dimensies weergeven.
* Bij ruimtelijke modellen spreekt men van '''drie dimensies'''. De hoogte of de attributen zijn dan op de z-as weergegeven. Wanneer de Z-as de hoogte weergeeft, spreekt met ook wel van een hoogtemodel. Zie verder [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Ruimtelijk_model_.2F_3D-visualisaties|Ruimtelijk model / 3D-visualisaties]].
* Tijd wordt vaak met de '''vierde dimensie''' aangeduid. Hierboven zagen we al een twee-dimensionale kaart met de factor tijd ([[:Afbeelding:Earth-satellite-seasons.gif|Sneeuwbedekking van de aarde door het jaar heen]]). Maar ook een drie-dimensionale kaart kan de factor tijd bevatten: zie de figuur rechtsonder van de bewegende brug. De vierde dimensie kan overigens ook (twee dimensionaal) in kaart worden gebracht door een kaartserie met jaartallen ''naast elkaar'' te plaatsen, of door die situatie middels ''verschillende lijnen of vlakken'' in één kaart te zetten. Denk aan de positie de kustlijn 2000 jaar geleden, in de Middeleeuwen en in het jaar 2000. Deze laatste twee methoden zijn echter twee dimensionale oplossingen, geen drie of vier dimensionale Karteringenkarteringen; die zie je momenteel nog zelden. Of het moet om publiekvoorlichting of haalbaarheidsanalyses gaan; meer hierover wordt besproken bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Virtual_Reality_als_cartografische_toepassing|Vitual Reality]].
 
{| class="editmode" cellpadding="0" cellspacing="0" style="float:{{#ifeq:{{{1|}}}|links|left;clear:left|right;clear:right}}; background:none; border:none; padding:0; margin:0; style="width:100%"
Regel 172:
===Schaal===
[[afbeelding:schaal.jpg|thumb|right|270px|De schaal van een kaart staat meestal onder de legenda. Vaak wordt naast de schaal ook een schaalstok weergegeven.]]
De '''schaal''' geeft de verhouding weer tussen de werkelijewerkelijke afstand en de overeenkomstige representatie ervan op de kaart.
 
De schaal is dus een verkleiningsfactor. Deze wordt uitgedrukt in een wiskundige breuk. Als een kaart afstanden 1000 maal
kleiner weergeeft dan de werkelijkheid, dan is de (verkleinings)factor 0,001. Of anders geschreven <sup>1</sup>⁄<sub>1000</sub>, of nog anders 1 : 1000. Deze laatste schrijf wijze is de meest gebruikelijke, en wordt uitgesproken als 'één op duizend'. De 'schaal' 1 : 1000 geeft aan dat 1 m op de kaart in werkelijkheid 1000 meter vertegenwoordigt.
 
De noemer (in bovenstaand voorbeedvoorbeeld 1000) wordt ook wel het '''schaalgetal''' genoemd.
 
Behalve een schaal worden op kaarten vaak ook '''schaalstok'''ken weergegeven (zie figuur). Het voordeel hiervan is tweeledig. Ten eerste, een schaalstok is makkelijker te interpreteren; je ziet onmiddelijkonmiddellijk welke afstand op de kaart overeenkomt met een aantal kilometers; dat is bijna niet foutloos te interpreteren, in tegenstelling tot een schaal. Ten tweede; bij mogelijke verkleiningen / vergrotingen van de kaart, zowel digitaal op het internet als analoog op papier, geldt dat een schaalstok zelfs een must is. Omdat de schaal dan namelijk verandert, zou het vermelden van een schaal zelfs fout kunnen zijn. Een schaalstok wordt mee vergroot of verkleind, en geeft daarmee altijd goed de verhoudingen weer.
 
<div style="background:#FFEFD5;">
Regel 190:
 
====De termen 'kleinschalig' en 'grootschalig'====
De begrippen klein- en grootschalig zijn bij de modules GIS en hierboven opnieuw al een aantal malen aan de orde geweest. Deze beide termen verwijzen naar de breuk, niet naar het schaalgetal! Kleinschalig betreft een (relatief) grote verkleining. Grootschalig betreft een (relatief) geringe verkleining. Een schaal van 1 : 25.000 is grootschalig en een schaal van 1 : 10.000.000 is kleinschalig. Bedenk dus dat schalen breuken zijn, dan raakjeraak je nooit in verwarring. <sup>1</sup>⁄<sub>25.000</sub> is een groter getal dan <sup>1</sup>⁄<sub>10.000.000</sub>.
 
Omdat de termen - zelfs bij 'insiders' - nog vaak tot verwarring leiden, hieronder een schema om deze begrippen uit te leggen.
Regel 227:
 
====De impliciete betekenis van het begrip schaal: nauwkeurigheid (facultatief)====
Een schaal op een kaart zegt - behalve direct over de verhouding - ook iets over de nauwkeurigheid. Een schaal, bedoeld voor en ingewonnen op een kleinschalig niveau, kent minder objecten en minder nauwkeurig geplaatste objecten dan een grootschalige kaart. Doordat kaarten tegenwoordig vrijwel allemaal gedigitaliseerd zijn, en beschikbaar via GIS-sytemen, kan zeer ver op kaarten worden ingezoomd; het schaalniveau zegt daardoor eerder iets over de nauwkeurigheid. Ook al een kaart wellicht alleen ingewonnen om te dienen voor een bepaalde schaal, gebruikers kunnen op 'onnauwkeurig' ingetekende objecten flink inzoomen. Bij grootschalig gebruik kan dat tot problemen leiden, wanneer men dit niet beseft. Gebruikers dienen dus, bij het meten in kaart(beelden), bij het printen op wat voor schaal dan ook, en bij het combineren van verschillende kaarten, rekening te houden met de oorspronkelijke schaal. Kleinschalige kaarten zouden op bepaalde grootschalige kaartniveau'skaartniveaus feitelijk niet meer in beeld mogen komen. De schaal geeft in een GIS dus impliciet (voor een cartograaf of GIS-specialist: expliciet) de nauwkeurigheid van de objecten. De oorspronkelijke schaal of de inwinningsschaal geeft aan de gebruiker of ontwerper van een GIS dus informatie over hoe de kaart gebruikt mag worden.
:Bijvoorbeeld: een wegenkaart van Europa (schaal 1:5.000.000), gecombineerd met een andere, nauwkeurige GPS-locaties van benzinestations in Nederland (schaal 1:10.000) levert vreemde effecten op in de plot, ingezoomd op één van die benzinestations; de benzinestations lijken dan aan de verkeerde kant van de weg te liggen, terwijl feitelijk gezien de weg niet verkeerd is ingetekend; op de oorspronkelijk bedoelde schaal was de nauwkeurigheid groot genoeg, en lag 'op de juiste plek'; te ver ingezoomd ligt deze weg blijkbaar toch verkeerd.
 
Regel 233:
Een '''thematische kaart''' is een kaart waarop kenmerken (grootheden of attributen) van één of meerdere thema's zijn afgebeeld. Voorbeelden zijn bodem-, bevolkingsdichtheden-, klimaat- en grondgebruikkaarten. Als extra informatie voor de oriëntatie wordt vaak een beperkte verzameling topografische objecten toegevoegd, zoals belangrijke plaatsen, rivieren, landsgrenzen en soms ook hun toponiemen (teksten met hun namen). Is een kaart niet topografisch dan is zij thematisch. Het doel van thematische kaarten is het kunnen analyseren van een verschijnsel, op spreiding en voorkomen daarvan, zowel voor beleidsondersteuning, als ook opleiding en onderzoek.
 
Geografische informatiesystemen zijn van origine gericht op het maken van thematische kaarten. Dat is nog steeds zo, maar topografische kaarten zijn net zo goed met GIS-sen systemen te maken.
 
Hieronder zullen '''acht thematische kaartsoorten''' aan bod komen. Vroeger werden kaartsoorten vaak ingedeeld op onderwerp, oftewel de inhoud die zij vertolken; natuurkundig of juist politiek, fysisch-geografisch, bodemkundig, toeristisch, sociaal-economisch, et cetera. Een dergelijke indeling wordt tegenwoordig niet zinvol geacht. Zij zal immers nooit echt alle te bedenken kaartsoorten omvatten, bovendien is de onderverdeling arbitrair. Hieronder is een tegenwoordig gangbaardere indeling gemaakt, namelijk de techniek die gebruikt wordt om de thematische informatie te visualiseren. Dit is (wellicht) een eindig aantal manieren: acht. Daarnaast wordt een aantal extra 'kaartsoorten' besproken, VR en de 'mental map'.
 
In de voorbeelden die de revu passeren wordt vrijwel steeds één thema in beeld gebracht: de bevolking. Duidelijk zal worden dat de kaartsoorten, ook al zijn ze gebasseerdgebaseerd op dezelfde gegevenssoort, steeds een héél ander beeld geven van dat thema. De keuze van welke kaartsoort gebruikt dient te worden is dan ook een belangrijke keuze en hangt af van de booschapboodschap die men heeft.
 
[[Afbeelding:vs_stippenkaart.PNG|thumb|right|250px|Een stippenkaart]]
Regel 244:
'''Algemeen:''' Bij een stippenkaart worden statistische gegevens - aantallen/voorkomens - van een bepaald fenomeen getekend als stippen. Dat kan voor enkele locaties ('één stip is één restaurant') of dat kan gebundeld ('één stip = 100 sterfgevallen'). Administratieve gebieden, zoals gemeenten of provincies, worden hierbij weergegeven ter oriëntatie. Meestal geven die de gebieden aan waarvoor de telling geldt. Een stippenkaart is een vrij zuivere methode van representeren van de informatie. Hij geeft eerder ''de spreiding'' weer dan de werkelijke aantallen, omdat het voor het oog vaak erg lastig is om 'alle stippen op te tellen'. Stippenkaarten worden ook wel '''dichthedenkaarten''' genoemd.
 
In de '''voorbeeldkaart''' is het thema de inwoners van VS. De stippenkaart geeft veel details, is zuiver, maar geeft het verschijnsel niet geclassificeerd weer. Vaak is de verdeling van stippen meer statistisch bepaald over de aangegeven gebieden, zoals ook hier in dit voorbeeld. Je ziet dat bijvoorbeeld aan Californië, waar het totaal aantal stippen voor die staat 'uitgesmeerd' is over de hele staat. In werkelijkheid horen die stippen bij de kust te liggen. Slechts zelden tref je een kaart aan waar de individuele stippen zelf ook de locatie aangeven van de bewoners. Meestal betreft het ook geaggrageerdegeaggregeerde stippen, dus 1 stip staat dan bijvoorbeeld voor 10 restaurants of 50.000 inwoners. Dat zorgt er voor dat de kaart leesbaar wordt. Het is belangrijk bij het maken van een dergelijke kaart, dat je test welk aantal per stip je uiteindelijk moet kiezen. 1 stip = 5000 inwoners en 1 stip = 1.000.000 zou in het voorbeeld van hiernaast een heel andere (slechter) leesbare verdeling geven.
 
[[Afbeelding:Vs_figuratief.PNG|thumb|right|250px|Een figuratieve kaart]]
Regel 251:
'''Algemeen:''' Een figuratieve kaart (ook wel hoeveelhedenkaart) is gelijk aan de stippenkaart, echter, de stippen kunnen nu in grootte verschillen, én zijn ingetekend per (administratief) gebied. Een voorbeeld is een stedenkaart van Nederland, waarin de grootte van elk symbool van de stad gebaseerd is op het aantal inwoners. Hij geeft niet zozeer de spreiding weer, als juist de aantallen.
 
In de '''voorbeeldkaart''' worden dezelfde gegevens weergegeven als bij de stippenkaart. Echter, nu zijn de stippen de opgetelde versie van één gebied (in dit geval: één staat). Gevaar is het samensmelten van de stippen, waardoor nog meer informatie dan bedoeld verloren gaat. De kaart geeft het verschijnsel proportioneel weer; niet geclassificeerd. Bij proportionele symbolen is de lengte of (in het geval van cirkels) de oppervlakte rechtevenredig met het aantal. Was het geclassificeerd, dan stonden er in de legenda een aantal cirkels (bijvoorbeeld 5) waarvan de grootte rechtevenredig is met de klassemiddensklassenmiddens van elke klasse.
 
[[Afbeelding:VS_choropleet.PNG|thumb|right|250px|Een choropleet]]
Regel 266:
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' De kleuren in het voorbeeld van de (goede) choropleet lijken digitaal op het scherm goed te zijn toegepast; de laagste klasse 1-100 is (heel) licht roseroze, en de hogere klassen zijn steeds donkerder. Bij het printen echter bleek deze roze kleur geel (!) uit te vallen met zo af en toe enkele rode punjespuntjes er tussen door. Van een afstand was dat dus zeer afwijkend (geel). Visueel lijkt het dus dat deze klasse van 1-100 onbewoond, onbekend of niet geïnventariseerd is. Test dus je kaartjes als er enige kans is dat je kaarten geprint gaan worden. Zie ook deel B, waarin onder andere [[Geo-visualisatie/Classificatie#De_visuele_indruk_van_een_kleurenschema|de betekenis van kleuren in legenda's]], [[Geo-visualisatie/Symbologie#Kleurgebruik_en_kleurassociaties|kleurassociaties]] en [[Geo-visualisatie/Symbologie#Kleuren|het testen door middel van printen]] worden besproken. Pas kleuren dus aan indien nodig. Helaas geldt wel: elke kleurenprinter reageert weer anders. En wordt er vaak zwart-wit geprint/gekopieerd? Gebruik dan een kleurenschema waarvan in ieder geval de lichtheid (lightness) steeds verder en geleidelijk afneemt. Kies niet te veel klassen. Zie ook de figuur hierboven. In deel B volgen bij [[Geo-visualisatie/Classificatie#Meetschalen|meetschalen]] en [[Geo-visualisatie/Classificatie#Kleurenschema.27s|kleurenschema's]] meer tips hierover.
</div>
 
Regel 294:
In de '''eerste voorbeeldkaart''' is te zien dat de hoogte niet met isolijnen of kleuren, maar met een derde dimensie wordt weergegeven; er ontstaat een ruimtelijk model in plaats van een platte kaart. Naast de x- en de y- is er dus ook een z-coördinaat. Hier is de helling van een stuk strand te zien, rechtsonder de zee, linksboven de duinvoet. Een combinatie van een (ingekleurde) isolijnenkaart met een ruimtelijk model maakt de kaart nog sneller leesbaar.
 
In de '''tweede voorbeeldkaart''' is een satellietbeeldfoto gedrappeerdgedrapeerd over een ruimtemodel heen. Behalve luchtfoto's kunnen ook andere kaarten, zoals choropleten of topografische kaarten, over zo'n model heen gelegd worden. Dergelijke 3D-modellen kunnen dus ook samengestelde kaarten - zie hieronder - genoemd worden. Kaarten hoeven dus ook niet per definitie alleen maar de werkelijkheid weer te geven zoals die 'van boven' te zien is. Van opzij kan ook. Geavanceerde GIS-pakketten kunnen dergelijke kaarten of zijaanzichten (noem het foto's) relatief eenvoudig genereren. De kwaliteit van het eindproduct staat of valt bij de input van de kwaliteit van de input, dus het 3D-model en de foto die er overheen wordt gezet. Door het standpunt te wijzigen zijn dergelijke modellen zonder enige moeite aan te passen wanneer een andere invalshoek nodig mocht zijn. Het is zelfs mogelijk door dit landschap heen te vliegen, wanneer we meer van dergelijke plaatjes kunnen genereren, en snel na elkaar kunnen tonen. Het heet dan geen 3D-model meer, maar Virtual Reality (zie hieronder).
 
[[Afbeelding:Vs_kartogram.PNG|thumb|right|250px|Een kartogram]]
 
===Kartogram===
'''Algemeen:''' Een kartogram geeft op een kaart middels een lijn-, taart- of staaf-diagramstaafdiagram aan hoe in die gebieden bepaalde statistische gegevens zich onderling verhouden (taart- of staartdiagram) of in tijd ontwikkelen (lijn- of staafdiagram).
 
NB: In de Engelse/Amerikaanse literatuur wordt de term 'cartogram' verwarrend genoeg gebruikt voor een anamorfose, terwijl dit in de Nederlandse (GIS/Cartografie) litaratuurliteratuur nergens aangetroffen is. Gezien 'wat' een anamorfose weergeeft, namelijk aantallen per land, kan gesteld worden dat een anamorfose tot de figuratieve kaarten behoort.
 
In de '''voorbeeldkaart''' is ethniciteitetniciteit weergegeven middels taartdiagrammen. Gebruikelijk en het zuiverst is om de grootte van 'elke taart' per gebied af te laten hangen van de aantallen per gebied, zoals ook hier het geval is. Daardoor wordt de 'ernst' van een hoog of laag percentage extra duidelijk, omdat de grootte van de taartpunt dus ook aantallen weergeeft. Er wordt zo wel (te) veel informatie gelijktijdig weergegeven; de lezer kan andere conclusies gaan trekken dan de auteur wellicht had willen vertellen. De kaart is om nog een andere reden verre van perfect: op deze schaal zijn niet alle gegevens goed te zien, zoals in het noordoosten. Er had beter gekozen kunnen worden voor vijf afzonderlijke, kleine choropleten naast elkaar, dus één kaart per ethniciteitetniciteit als percentage van de bevolking per staat.
 
Andere voorbeelden van het gebruik van taart- en staafdiagrammen op kaarten zijn te zien in deel B in het [[Geo-visualisatie/Deel_B:_Geo-visualisatie#Het_kiezen_van_de_visualisatiemogelijkheden_bij_kwantitatieve_gegevens|hoofdstuk over visualisatiemogelijkheden bij kwantitatieve gegevens]].
 
<div style="background:#FFEFD5;">
[[Afbeelding:Crystal Clear app ktip.png|20px]] '''TIP:''' Deze kaart kan - mits er niet voldoende aandacht aan besteed wordt, al snel te ingewikeldingewikkeld zijn. Ook in het getoonde voorbeeld (spreiding van de etniciteit in de VS) is dit het geval. Het scheiden van de diagrammen en de kaart, of meerdere kaarten per taart-segmenttaartsegment - zodat er geen diagrammen meer nodig zijn maar choropleten - kan dan een betere oplossing zijn.
</div>
 
Regel 325:
'''Algemeen:''' Een bewegingskaart geeft een beweging weer van goederen of mensen. Denk aan forensen, treinbewegingen, afvalstoffen, het aantal tonnen vervoer via scheepvaartroutes. De dikte van de lijnen wordt vaak gebruikt om de aantallen / hoeveelheden goederen weer te geven.
 
Er zijn drie soorten bewegingskaarten. Zonder pijlen, pijlen die één kant op gaan, pijlen die beide kanten opgaan. Soms beschrijven de pijlen (ongeveer) de geografische ligging van kanalen of (vlucht)routes, vaker zijn ze schematisch (zoals in de voorbeeldkaart). De dikte van de pijl kan de grootte weergeven van het transport, zoals bij een figuratieve kaart. De kleur van de pijl kan kwalitatief zijn (zoals bij de chrorochromatischechorochromatische kaart, bijvoorbeeld uit welk werelddeel het komt) maar ook kwantitatief (zoals bij de choropleet, bijvoorbeeld het percentage van de transportstroom). Procentuele weergave is dan noodzakelijk. De kleur van de pijl mag dus niet de grootte van het transport weergeven, want de dikte doet dat al. De lengte van de pijl moet representatief zijn voor de lengte van het transport, anders kan bij de kaartlezer een verkeerd beeld ontstaan.
 
In de eerste '''voorbeeldkaart''' zijn houthandelsstromen te zien. Deze worden met pijlen van verschillende dikte weergegeven, afhankelijk van de hoeveelheid hout. Gezien de onzekerheden (het % illegaal hout, herkomst land en de bestemming), zijn de grove aanduidingen van de pijlen en de slechts 'ongeveer' af te lezen percentages terecht. Deze kaart is relatief simpel, en is geschikt voor een breed publiek. Er zullen niet snel foutieve of te gedetailleerde conclusies aan deze indicatieve kaart worden getrokken. Omdat het aantal gegevens/pijlen beperkt is, was het mogelijk om hier nog een tweede gegevenssoort / attribuut (voor elke pijl) weer te geven. Naast de hoeveelheid hout (de dikte van de pijl) is dat de afkomst/berouwbaarheid van het hout (de kleur van het hout); hoe fouter, hoe roder de pijl. Het weergeven van de locatie van de bossen waar het hout gekapt wordt, was misschien een leuk idee geweest; de vraag is echter of het daardoor niet een te drukke kaart zou zijn geworden; het leidt misschien wel af van het feit dat de consument in Europa een verantwoordelijke keuze moet maken...
 
In de tweede voorbeeldkaart, bedoeld voor specialisten, is een bijzondere pojectieprojectie gebruikt, Peirce's Quincuncial conforme projectie. De plaatsing van Afrika, de 'bakermat' van de mens, linksboven, is met recht een cartografische vondst te noemen. Aangezien de (westerse) mens van links boven naar rechtsbeneden leest, is dit een zeer leesbare kaart.
 
<div style="background:#FFEFD5;">
Regel 340:
Een samengestelde kaart (ofwel een polythematische kaart) is een combinatie van bovenstaande kaarten, al of niet met ook nog een topografische component. De figuratieve kan bijvoorbeeld goed met een chropleet of chorochromatische kaart worden gecombineerd. Echter, voor een goede uitvoering geldt dat de kaart rustig moet blijven en dat beide thema's tezamen een meerwaarde moeten vormen. Ook moeten de beide thema's nog goed leesbaar blijven. In alle andere gevallen moet er vooral zoveel mogelijk voor gekozen worden om de kaarten apart aan te bieden.<ref>Bron kaartsoort-indeling: 'Kartografie, ontwerp, produktie en gebruik van Kaarten', Ormeling & Kraak, 1987</ref>.
 
In de '''voorbeeldkaart''', over de historische migratie van de mens over de wereld, worden maar liefst drie kaartsoorten gecombineerd: een bewegingenkaart, een chorochromatische kaart (namelijk: de natuurkundige wereld, bossen en woestijnen zijn hierop te zien, als een soort referentiekaart) en tot slot is er met kleuren aangegeven tot waar de migratie in een bepaald tijdvak is gevorderd: een choropleet dus. De gebieden van deze choropleet zijn niet zozeer exact weergegeven, wel de uiterste grenzen van die gebieden. De kaart is niet alleen een mooie kaart, hij is ook een mooi voorbeeld van een samengestelde kaart waarover je kan discussiëren of de kaart niet anders uitgevoerd kan worden. Het plaatje ''an sich'' is zo mooi, dat het in een tijdschrift met zeer geïnteresseerde (National Geographic?) lezers, niet zou missstaanmisstaan. Gelijktijdig is er de oprechte vraag of de pijlen en met name de kleuren niet beter uit zouden komen, wanneer de natuurkundige achtergrondkaart weggelaten zou worden. Het antwoord is alleen met een simpele test te achterhalen; zet de achtergrondkaart met je GIS als kaartlaag uit, en print de kaart opnieuw...
 
<div style="padding: 0.2em 0.1em 0.2em 0.5em; width: 100%; background-color: cornsilk; border: 1px solid #777777; -moz-border-radius-topleft: 8px; -moz-border-radius-bottomleft: 8px; -moz-border-radius-topright: 8px; -moz-border-radius-bottomright: 8px;">
Regel 346:
<big><big>'''Intermezzo: De meest voorkomende fouten bij thematische kaarten'''</big></big>
 
De keuze voor het soort kaart is vooral afhankelijk van de beschikbare gegevens én wat de kaartenmaker wil (of moet) zeggen. Doordat kaartmakers - onbewust - de choropleten en chorochromatische kaarten vaak verwarren (dat wil zeggen, 'zomaar één van beide kaarten toepassen') gaat het soms mis. Zo plaatste het NRC Handelsblad <ref>Het NRC Handelsblad van 30 augustus 2005</ref> in 2005 een kaart van Afghanistan met daarop het aantal hectare papaver per provincie. Uiteraard hebben provincies verschillende oppervlakten. De juiste keuze was daarom geweest: een figuratieve kaart, dus, per provincie een grotere of kleinere cirkel, waarbij de grootte het aantal hectares representeert. Er was echter gekozen voor een choropleet; hoe donkerder de kleur, hoe meer hecaterehectare papaver er is. Kleine provincies krijgen dan echter dus een te lichte kleur, grote provincies hebben bijna per definitie een donkerdere kleur. Grote vlakken met donkere kleuren geven zo een totaal verkeerd beeld. De legenda kan juist worden verondersteld, echter, de lezer wordt toch vrijwel zeker verkeerde conclusies opgedrongen, óf hij geeft het op. Een andere oplossing had kunnen zijn om de verhouding papaveroppervlak tot provincieoppervlak als percentage weer te geven. Vergelijk de 'foute' figuur met de choropleet.
</div>
 
===Virtual Reality als cartografische toepassing===
[[Afbeelding:800px-Echo Sounding USN.jpg|thumb|right|350px|'''Virtual Reality'''. Zie tekst.]]
Virtual Reality wordt vaak tot VR afgekort, en er is geen Nederlandse term voor. Virtual Reality, tot slot, kan gezien worden als een nog geavanceerdere techniek om de gemodelleerde kaartwereld dichter bij de werkelijkheid te brengen. Er is geen sprake meer van een twee-dimensionale (2D) kaart, maar twee nieuwe dimensies zijn toegevoegd: de factor tijd en de derde dimensie (de hoogte). De tijd, de snelheid en het gezichtspunt / standpunt van de kaartlezer is vaak manipuleerbaar, soms ook het model. IT-technieken, met name technieken die tot de jaren 90 alleen in de game-wereldgamewereld gebruikt werden, worden nu voor de Virtual Reality - toepassingen gebruikt. Enkele voorbeelden: daar waar de gebruiker naar toe kijkt, loopt of klikt, wordt driedimensionaal de omgeving van bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten in beeld gebracht. Bij inspraak van omwonenden kunnen deze technieken veel helder maken, maar ook bij beleidsmakers en de ontwerpers zelf kan zo voorkomen worden dat wellicht (omgevings-) factoren over het hoofd worden gezien. Zo laat de gemeente Apeldoorn omwonenden via internet een virtuele ballonvlucht maken over de stad zoals die er rond de 'kanaalzone' over een aantal jaren uit moet komen te zien <ref>http://www.apeldoorn.nl/smartsite.dws?id=54536</ref>.
 
In de '''voorbeeldkaart''' is een (stilstaande versie) van Virtual Reality te zien waarbij een GIS de basis heeft geleverd; een hoogtemodel, compleet met geologische gesteentelagen. De factor tijd kan worden toegevoegd, waardoor te zien is dat het schip al varende metingen verricht. Ook kan de positie (het gezichtspunt) van de 'kaartlezer' interactief worden gewijzigd. Door de geavanceerde technieken, de mooie gekleurde plaatjes, en de mogelijkheid voor de gebruiker om achter hoeken en door het zeeoppervlak, bij alle details te kunnen komen, lijken de werkelijkheid in zeer goede benadering in beeld te brengen, vandaar de naam ''Virtual'' Reality. Wat waar blijft is dat deze reality nog zo echt kan lijken, de gebruiker / kaartlezer ''moet'' op de hoogte blijven dat het een model (virtuele wereld) is. Is er iets vergeten, blijkt een geologische laag of een hoogte model iets te missen, dan heeft degene die een beslissing maakt op basis van deze technieken wel iets uit te leggen!
Regel 381:
Een '''mental map''' - of 'cognitieve kaart' - laat zien hoe een individu over een omgeving, meestal zijn omgeving denkt. Er kunnen daarom geen 'fouten' in zitten. Een mental map zal meestal een topografische kaart voorstellen.
 
Een mental map kan gebruikt worden in onderzoek over hoe een wijk zijn omgeving interpreteert, wat belangrijk is, en - wellicht - wat daarom moet blijven bij een herinrichting. Deze kaarten maak je niet zelf, maar ''laat'' je maken, mocht je er ooit mee te maken krijgen. Hoe vaak iets genoemd wordt, welke objecten getekend worden en de onderlinge afstanden afstanden die er op verschijnen, laten allemaal zien hoe de tekenaar denkt over zijn omgeving. Vooral objecten die de tekenaar kent van zijn dagelijkse reis naar school of werk ('zijn wereld') zal redelijk in kaart gebracht worden. Andere objecten zijn vaak minder goed of niet in kaart gebracht.
 
Zie het voorbeeld van een mental map van Deventer van een 12-jarige jongen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.