Latijn/Morfologie bijvoeglijke naamwoorden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pkniest (overleg | bijdragen)
Sectie over de vormen van de adiectiva gecreëerd
(geen verschil)

Versie van 2 okt 2005 10:33

Adiectiva van de eerste groep

De adiectiva van de eerste groep bestaan uit woorden uit de eerste (A-stammen) en de tweede (O-stammen) declinatie. De verbuiging richt zich naar het substantivum waar het adiectivum bijhoort, d.w.z. het neemt vormen aan die horen bij de naamval, het geslacht en het getal van het substantivum.

Mannelijk vrouwelijk Onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. bonus boni bona bonae bonum bona
gen. boni bonorum bonae bonarum boni bonorum
dat. bono bonis bonae bonis bono bonis
acc. bonum bonos bonam bonas bonum bona
abl. bono bonis bona bonis bono bonis
voc. bone boni bona bonae bonum bona

Net als bij sommige substantiva van de O-declinatie zijn er adiectiva die in de nominativus enkelvoud mannelijk eindigen op er. Zij kunnen de e verliezen of behouden:

pulcher, pulchra, pulchrum (mooi) verliest de e.
liber, libera, liberum (vrij) behoudt de e.


Voorbeelden:

servi liberi sunt = de slaven zijn vrij
mali nautae pulchris puellis ineptias narrabant = de slechte zeelui vertelden onzin aan de meisjes
in festiva taberna bibulum vinum bibi = ik dronk lekkere wijn in een gezellige kroeg

Merk op dat mali en nautae bij elkaar horen: beide woorden staan in de nominativus meervoud en zijn mannelijk. Hoewel mali op een -i eindigt en nautae op -ae hebben beide toch dezelfde naamval, geslacht en getal en horen dus bij elkaar. Het is een veelgemaakte fout dat men denkt dat het bijvoegelijke naamwoord en het zelfstandige naamwoord waar het bij hoort dezelfde vorm moeten hebben. Maar de regel is:

Het bijvoegelijke naamwoord richt zich in naamval, geslacht en getal naar het zelfstandige naamwoord waar het bijhoort.

En dat betekent dat ze niet noodzakelijker wijs dezelfde uitgang moeten hebben.


Woordenlijst:

bibi (ik) dronk
bibulus lekker
bonus goed
festivus gezellig
in (+abl) in
ineptiae, -arum (f) onzin
liber, -eri vrij
malus slecht
narrabant (zij) vertelden
nauta, -ae (m) zeeman
puella, -ae (f) meisje
pulcher, -chra mooi
servus, -i (m) slaaf
sunt (zij) zijn
taberna, -ae (f) kroeg
vinum, -i (n) wijn

Adiectiva van de tweede groep

De adiectiva van de tweede groep bestaan uit woorden uit de derde declinatie. Het zijn voornamelijk I-stammen aangevuld met enkele consonant-stammen. De verbuiging richt zich naar het substantivum waar het adiectivum bijhoort, d.w.z. het neemt vormen aan die horen bij de naamval, het geslacht en het getal van het substantivum.

De adiectiva van de tweede groep worden verder verdeeld in drie subgroepen:

  1. adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
  2. adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds
  3. adiectiva met gelijke uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

Adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

Deze groep heeft verschillende uitgangen voor elk van de drie geslachten in de nominativus enkelvoud:

mannelijk vrouwelijk onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. acer acres acris acres acre acria
gen. acris acrium acris acrium acris acrium
dat. acri acribus acri acribus acri acribus
acc. acrem acres acrem acres acre acria
abl. acri acribus acri acribus acri acribus


Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk en onzijdig

Deze groep heeft verschillende uitgangen voor het mannelijk en vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds in de nominativus enkelvoud:

mannelijk/vrouwelijk onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. fortis fortes forte fortia
gen. fortis fortium fortis fortium
dat. forti fortibus forti fortibus
acc. fortem fortes forte fortia
abl. forti fortibus forti fortibus

Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk/onzijdig

Deze groep heeft identieke uitgangen voor zowel het mannelijk als het vrouwelijk als het onzijdig in de nominativus enkelvoud:

mannelijk/vrouwelijk onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. prudens prudentes prudens prudentia
gen. prudentis prudentium prudentis prudentium
dat. prudenti prudentibus prudenti prudentibus
acc. prudentem prudentes prudens prudentia
abl. prudenti prudentibus prudenti prudentibus

Trappen van vergelijking

Het Latijn kent net als het Nederlands trappen van vergelijking. Voorbeelden zijn groot, groter, grootst of goed, beter, best. We kennen de volgende trappen:

  1. de stellende trap, de (gradus) positivus: "groot". Dit is de gewone vorm van het adiectivum dat we tot nog toe gezien hebben.
  2. de vergrotende trap, de (gradus) comparativus: "groter".
  3. de overtreffende trap, de (gradus) superlativus: "grootst".

Ook de comparativus en superlativus richten zich in het Latijn naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Vorming van de comparativus

Voor het mannelijk en vrouwelijk wordt de comparativus gevormd door achter de stam van het adiectivum -ior te plaatsen.

clarus ? clarior
fortis ? fortior
pulcher ? pulchrior
celer ? celerior

Voor het onzijdig plaats men -ius achter de stam.

clarus ? clarius, gen. clarioris
fortis ? fortius, gen. fortioris
pulcher ? pulchrius, gen. pulchrioris
celer ? celerius, gen. celerioris


De comparativa worden verbogen alsof het consonant-stammen zijn:

mannelijk/vrouwelijk onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. clarior clariores clarius clariora
gen. clarioris clariorum clarioris clariorum
dat. clariori clarioribus clariori clarioribus
acc. clariorem clariores clarius clarioria
abl. clariore clarioribus clariore clarioribus

Vorming van de superlativus

De superlativus wordt gevormd door -issimus, -issima of -issimum achter de stam te plaatsen voor resp. het mannelijk, het vrouwelijk en het onzijdig:

clarus ? clarissimus, clarissima, clarissimum
fortis ? fortissimus, fortissima, fortissimum


Eindigt de stam op -r dan zijn het de uitgangen -rimus, -rima of -rimum:

pulcher ? pulcherrimus, pulcherrima, pulcherrimum
celer ? celerrimus, celerrima, celerrimum'


Een zestal adiectiva dat op -ilis eindigt vormt de superlativus door -limus achter de stam te plaatsen:

facilis ? facillimus, facillima, facillimum

Deze zes zijn facilis (gemakkelijk), dificilis (moeillijk), similis (gelijk), disimilis (ongelijk), humilis (laag) en gracilis (slank).


mannelijk vrouwelijk onzijdig
enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud
nom. pulcherrimus pulcherrimi pulcherrima pulcherrimae pulcherrimum pulcherrima
gen. pulcherrimi pulcherrimorum pulcherrimae pulcherrimarum pulcherrimi pulcherrimorum
dat. pulcherrimo pulcherrimis pulcherrimae pulcherrimis pulcherrimo pulcherrimis
acc. pulcherrimum pulcherrimos pulcherrimam pulcherrimas pulcherrimum pulcherrima
abl. pulcherrimo pulcherrimis pulcherrima pulcherrimis pulcherrimo pulcherrimis
voc. pulcherrime pulcherrimi pulcherrima pulcherrimae pulcherrimum pulcherrima

Onregelmatige vormen

De volgende adiectiva hebben onregelmatige trappen van vergelijking:

bonus melior optimus (goed)
malus peior pessimus (slecht)
magnus maior maximus (groot)
parvus minor minimus (klein)
vetus vetustior veterrimus (oud)
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.