Ab Urbe Condita/Princeps Romae
Princeps is de afkorting voor princeps senatus (« eerste van de senaat »), ook wel princeps civitatis (« eerste van de burgers ») genoemd. Dit was een laat-republikeinse titel die werd gegeven aan senatoren - meestal oud-consuls - die door hun gezag en politieke overwicht eersten onder gelijken waren. Deze werd bij senaatsvergaderingen als eerste van de senatoren gehoord door de voorzittende consuls. Er was geen imperium aan verbonden, maar een princeps oefende zijn invloed slechts uit door zijn ervaring en bewezen capaciteit, kortom op basis van een zeker auctoritas. Dit zou leiden tot het ontstaan van een monarchale staatsvorm: het principaat.
Octavianus ontving, naast de religieus beladen titel van Augustus, in 27 v. Chr. ook de titel van princeps. Hij had namelijk in 43 v. Chr. samen met Marcus Antonius en Lepidus het tweede triumviraat opgericht om in opdracht van de Senaat de republiek te herstellen. In 31 v. Chr. had hij zijn collega Marcus Antonius verslagen in de slag bij Actium en in 27 v. Chr. had hij vervolgens zijn bijzondere bevoegdheden neergelegd. In dat jaar kreeg hij, naast de titel princeps, van de Senaat het imperium over bijna alle door hem veroverde gebieden - waar bijna alle legioenen waren gevestigd - voor een periode van tien jaar.
In 23 v. Chr. deed hij afstand van zijn functie van consul die hij tot dan toe had bezeten. Hij kreeg de tribunica potestas, wat hem het vetorecht opleverde. Daarbovenop bezat hij al een imperium proconsulare over alle legioenen en de mogelijkheid deze ook te laten ingrijpen in de senatoriale provincies (d.i. provinciae die onder het gezag van de senaat bleven). Daar hij echter niet in alle provincies tegelijk kon zijn, droeg hij zijn imperium militiae over op legati die slechts mochten handelen met zijn toestemming. De functie van princeps en vele andere zijn echter nooit - formeel - erfelijk geworden1.
Als princeps kon hij echter wel zijn invloed aanwendden om zijn erfgenaam tot de op één na belangrijkste man te maken, waardoor deze geheid de nieuwe princeps zou worden. Augustus is zich altijd blijven beschouwen als een primus inter pares ten opzichte van de senaat, maar deze houding valt al snel weg bij zijn opvolgers.
Voetnoot
bewerken1 | E.B. Karge, Aspects of Tacitus’ presentation of Tiberius as princeps and proconsul, Michigan - Londen, 1973 (=1979), pp. 105, 108. |
Bibliografie
bewerken- Tacitus, Annales: I-VI, trad. comm. M.A. Wes, ‘s Hertogenbosch, 1999.
- L. De Libero, art. Princeps (II), in NP 10 (2001), klm. 328-331.