Basis ICT/Basis Elektrotechniek Vragen Opdrachten

De volgende vragen en sommen behoren bij de pagina Basis Elektrotechniek. Bestudeer (= lees, begrijp en onthoud) deze pagina en maak daarna de vragen en sommen.
De antwoorden op de meeste vragen staan in de cursus. De antwoorden op vragen waar achteraan de letter "i" staat moet je zoeken via Google.

Vragen

1	Noem twee voorbeelden van een isolator
2	Wat is het verschil tussen de blauwe en bruine draad in een stopcontact ?
3	Voor welke toepassing moet koperdraad dik zijn ?
4	Hoe noem je de stroomkring in een gebouw ?
5	Hoeveel watt gebruikt een wasmachine ongeveer ?
6	In welke eenheid wordt stroom gemeten ?
7	Wat is het verschil tussen een Engels en een Zuid-Europees stopcontact ?
8	Wat moet je doen als de aardlekschakelaar uitgaat ?
9	Waarom is kortsluiting gevaarlijk ?
10	Waarvoor is een lasdoos ?
11	Noem vijf verschillende onderdelen van de elektrische installatie.
12	Wat doet een geleidend materiaal ?
13	Wat is bij elektriciteit het verschil tussen vermogen en energiegebruik ?
14	Wat is het verschil in spanning tussen Europa en de USA ?
15	Waarom worden dunne kabels warm als er te veel vermogen doorheen gaat ?
16	Waar zit het begin en eind van de aarddraad ?
17	In welke eenheid wordt spanning gemeten ?
18	Wat doet een aardlekschakelaar ?
19	Wat gebeurt er met een elektriciteitskabel als er te veel vermogen doorheen gaat ?
20	Waarom heet een stroomkring zo ?
21	In welke eenheid wordt vermogen gemeten ?
22	Wat is het verschil tussen stroom en vermogen ?
23	Noem één voorbeeld van een apparaat met wisselstroom en één met gelijkstroom.
24	Wat doet een isolator ?
25	Welke van de volgend materialen zijn geleidend en welke zijn het niet ?	i
	koper, hout, ijzer, PVC, mahonie, rubber, aluminium, kwik, piepschuim
	vensterglas, goud, gedestilleerd water, bakeliet, polyethyleen.
	Hoeveel volt leveren de volgende onderwerpen ?
30	De voeding van je mobiel
31	Stopcontacten in Japan	i
32	Een AA alkaline batterij en AAA NiCd batterij	i
33	Een blok batterij	i
34	Een gemiddelde bliksemflits	i
	Hoeveel ampère leveren de volgende onderwerpen ? Zoek een minimum en een maximum.
40	Een stopcontact
41	Een 12 V autoaccu	i
42	Een elektriciteitsaansluiting op een camping	i
43	Een bliksemflits	i
	Hoeveel vermogen gebruiken de volgende apparaten ? Zoek een minimum en een maximum.
50	Een klopboormachine van plm. € 100 bij een DHZ–zaak	i
51	Een hogedrukreiniger van plm. € 100 bij een DHZ–zaak	i
52	Een 17 inch CRT beeldscherm	i
53	Een 17 inch TFT en een 24 inch TFT beeldscherm	i
54	Een harddisk van 120 Gb en een harddisk van 1 Tb	i
	Hoeveel vermogen gebruiken de volgende apparaten ?
	Zoek bij ieder apparaat twee (2) verschillende merken en types, bijvoorbeeld AMD (= merk) Sempron LE -1300 (= type).
55	laptops	i
56	processoren	i
57	moederboards	i
58	zwart-wit (monochroom) laserprinters van € 500 – 1000	i
59	inkjet printers van € 50 - 250	i

Engelse taal

80	Zoek de Engelse vertaling van de volgende begrippen:
	spanning, stroom, vermogen, weerstand, geleider, isolator, kortsluiting, zekering, wisselstroom, gelijkstroom.

Sommen

• Zet bij de volgende sommen altijd de volledige berekening: als de uitkomst fout is maar de berekening goed dan heb je toch nog punten op een toets.
  
• Zet bij getallen altijd de eenheden: 100 uur of 100 Watt of 100 Ferrari’s of 100 kilometer per uur of 100 € per week. Dat is duidelijker tijdens het rekenen, geeft minder kans op fouten en helpt achteraf als je moet leren voor een toets.

	Wat is het energiegebruik in kWh ?
60	1000 Watt in 2 uur
61	400 Watt in 10 uur
62	750 W in 1,5 uur
63	1200 W in 2 uur
64	60 W in 20 uur
65	2,5 uur lang 150 Watt
66	Een half uur lang 1750 Watt
67	2 uur en drie kwartier lang 200 W
68	100 minuten lang 380 W
69	1 uur en 20 minuten lang 640 W
	Wat is het energiegebruik in kWh per jaar van de volgende apparaten ? Reken met 52 weken per jaar.
70	Een lamp van 40 W die 10 uur per week brandt
71	Een lamp van 75 W die iedere dag 5 uur brandt
72	Een stofzuiger van 1200 W die twee uur in de week wordt gebruikt
73	Een computer van 200 W die 24 uur per dag aan staat.
74	Een printer die een half uur per dag 250 W gebruikt (printen) en de rest van de dag 5 W (stand-by)
75	Wat zijn de energiekosten in € per jaar van de vijf bovenstaande apparaten ? Reken met € 0,22 / kWh