Basiskennis informatica/Secundair geheugen

Onderverdeling van het geheugen

bewerken

Het geheugen kan worden onderverdeeld in 5 soorten lagen. De eerste laag kunnen we omschrijven als het register, dit is ook het centraal geheugen. Het is het snelste geheugen en staat gans bovenaan. Daar onder vinden we het cache geheugen terug, dit geheugen bevindt zich op verschillende lokaties. De derde laag is het standaardgeheugen, dit vinden we terug onder DIMM's, RIMM's & SIMM's. Daaronder bevinden zich de magnetische media, voorbeelden daarvan zijn harde schijven. De laatste en onderste laag is dan de optische media, voorbeelden daarvan vinden we terug onder DVD, CD, & Tapes welke te lezen zijn via Tape-streamers.

Samenvattend:

  • Level 1 => intern (ALU & Cpu) gelegen binnen de ALU
  • Level 2 => (Cpu) gelegen buiten de ALU
  • Level 3 => gelegen buiten de Cpu (bv. RAM geheugen)
  • Level 4 => Online opslag (bv. harde schijven)
  • Level 5 => Offline opslag (bv. DVD, CD, Tapes)

Het is te zien als opslagplekken van gegevens waarvan Level 1 zeer weinig gegevens kan bevatten, maar zeer snel benaderd en gelezen en geschreven kan worden. De snelheid van de processor hangt af van de snelheid van dit level 1 geheugen. Er bestaat een 1105 teraflops cluster. Deze schrijft 1,105 * 1015 keer per seconde naar zijn level 1 geheugen. Het licht reist in die periode de lengte van 1500 atomen. Tussen de putjes in een CD zitten maar 5000 atomen. Dus het snelste level 1 geheugen, mag niet meer de lengte van 1500 atomen afleggen. Dus de weg kan maximaal 700 atomen lang zijn. Dus het geheugen dient zeer dicht bij de verwerkingseenheid zitten. Het bevat meestal niet meer dan binare infomatie van 1 bit, dus of Ja of Nee, O of 1, laag of hoog. Deze informatie verandert 1,105 * 1015 keer per seconde van inhoud.

Aan het ander kant van het spectrum heb je tapesbibliotheken, welke opgeslagen zijn in kluizen en archieven. De opvraag tijd van deze gegevens kan weken duren. Deze informatie wordt voor de jaren bewaard. Dus de informatie verandert niet zo snel. Er zijn zelfs geheugen schijven welke maar een keer beschreven kunnen worden. En zeer vaak gelezen kunnen worden. Hierbij kun je denken aan juridische eigendom overdrachten welke voor de eeuwigheid bewaard dienen te worden, maar waarin geen bit in veranderd mag worden.

Een extreem voorbeeld zijn de telefoongesprekken van de koningin welke pas opgevraagd kunnen worden na de dood van de kleinkinderen van haar. In theorie kunnen deze opgeslagen worden aan de andere kant van de wereld of op de maan.

Magnetische media

bewerken

Hard disk en Floppy

bewerken

Een harde schijf is een elektromechanisch computeronderdeel waarop gegevens bewaard kunnen worden. Met de aanduiding harde schijf kan men de schijf bedoelen waarop in de vorm van magnetische polarisatie de gegevens zijn geschreven, of men kan het gehele apparaat bedoelen met schijven, lees- en schrijfkoppen en besturingselektronica. In IT-documentatie wordt de term vaste schijf gebruikt. De gegevens blijven, in tegenstelling tot het RAM-geheugen, bewaard als de computer uit staat. Een harde schijf is (tegenwoordig) altijd voorzien van een besturingseenheid, de controller, een elektronische schakeling die de toegang tot de data op de schijf regelt.[1]

Een diskette of floppydisk is een opslagmedium voor computers dat populair is geworden als middel voor transport van data tussen verschillende computers of voor externe opslag.

Een diskette bestaat uit een dun, cirkelvormig en flexibel (waarvan de Engelse benaming floppy is afgeleid) stuk plastic, bedekt met een magnetiseerbare laag en gevat in een vierkant of rechthoekig omhulsel.

De schijf wordt gelezen en beschreven in een zogenaamde floppydiskdrive, FDD of diskettestation, niet te verwarren met een 'fixed disk drive' wat een oude IBM-benaming is voor een harde schijf. [2]


Structuur van een dataspoor (track)

bewerken

Maximale capaciteit van het BIOS

bewerken

IDE Integrated Drive Electronics Intelligent Disk Electronics Zowel een afkorting van "Integrated Drive Electronics" als "Intelligent Disk Electronics". Deze interface is rond 1986 geïntroduceerd door Compaq. Het is een voortzetting van twee bestaande technieken: ST-506 en ARLL. Compaq nam een losse ST-506 controller en een harde schijf die volgens het ARLL-principe werkte en gaf de firma Conner opdracht de twee componenten te verenigen tot een gecombineerde interface/diskdrive. Het leidde tot een "intelligente" harddisk, die met behulp van een connectorkaartje direct op de bus van een pc kon worden aangesloten. Zo'n connectorkaartje wordt nu ook wel een IDE-interface genoemd. Tegenwoordig zijn veel hoofdkaarten standaard voorzien van een IDE-aansluiting. Omdat het grootste deel van de interface nu op de harde schijf zit zijn er twee modellen in de handel: voor XT's (8-bits) en voor AT's (16-bits). Er wordt dan gesproken over XT-IDE respectievelijk AT-IDE. IDE harddisks zijn er van 20 Mb tot 525 Mb. De IDE-norm ondersteunt twee drivers per systeem: master en slave.

EIDE en LBA

bewerken

Enhanced IDE Enhanced Integrated Drive Electronics. Is een uitbreiding van de IDE-standaard met enkele snellere transfermodi en de (voor de Mac voorgeschreven) logische blokadressering (LBA). Als die laatste niet aangeboden zouden worden, was er slechts een capaciteit van 504 MB mogelijk. Dit wordt veroorzaakt door de WD1003-grenswaarden van 63 sectoren per track, 16 koppen en 1024 cilinders (boven elkaar liggende tracks van het schijvenpakket). De fysieke interface is gebleven, wat in de praktijk neerkomt op een 40-polige connector. EIDE-schijven die geschikt zijn voor de Mac, herken je aan de ondersteunde PIO modes 2 en 3, de Mac maakt geen gebruik van mode 4 die vaak problemen veroorzaakt, en ook niet van de master/slave-gebruiksmogelijkheid met twee schijven op 1 kabel.

ATAPI Advanced Technology Attachment Packet Interface Een API voor de AT; een interface (schil) tussen de computer en de aangesloten cd-rom-/dvd-rom-spelers en backup-apparaten. ATAPI zorgt voor de extra commando's die nodig zijn om een cd-rom- en/of dvd-speler of backup-apparaat te kunnen benaderen via de IDE-interface. ATAPI is een onderdeel van de Enhanced IDE-interface (EIDE, ook wel bekend als ATA-2). Het is ook mogelijk om een harde schijf middels ATAPI aan te sturen, de opvolger voor het aansturen van harde schijven heet SATA.

SATA en PATA

bewerken

SATA Serial ATA Serial Advanced Technology Attacment. Techniek die gebruikt wordt voor het verbinden van harde schijven met computers. SATA is gebaseerd op een seriële signaleringstechniek. SATA heeft een aantal praktische voordelen ten opzichte van PATA (Parallel ATA). PATA is een op parallelle signaleringstechniek gebaseerd systeem dat in IDE (Integrated Drive Electronics) harde schijven gebruikt wordt. De voordelen zijn dat de kabels van SATA meer flexibel, dunner en minder massief zijn dan de flatcables die gebruikt worden voor PATA harde schijven. Bovendien kunnen de SATA kabels langer zijn. De ontwerper van moederborden heeft dan meer mogelijkheden voor het maken van de layout. Een SATA-kabel heeft minder last van crosstalk en EMI (electromagnetic interference). Tot slot is het signaalvoltage een stuk lager (250 mV voor SATA in vergelijking met de 5V voor PATA).

Small Computer System Interface Is in 1986 door de ANSI (American National Standards Institute) goedgekeurd. Het is een intelligente highspeed interface voor gemengde platforms. SCSI omschrijft een parallelle systeeminterface voor het verbinden van harde schijven, CD-ROM lezers, telmachines etc. via één kabel, die de SCSI bus genoemd wordt. SCSI ondersteunt maximaal 7 apparaten (14 met twee SCSI adapters) op één bus. Een SCSI adapterkaart maakt een fysieke verbinding tussen de host en de SCSI-bus en onderscheidt werkelijk de lagere protocol niveaus wanneer de SCSI-bus bereikt wordt.

RAID is een afkorting van Redundant Arrays of Independent Disks, ook bekend als Redundant Array of Inexpensive Disks en is de benaming voor een set methodieken voor fysieke data-opslag op harde schijven waarbij de gegevens over meer schijven verdeeld worden, op meer dan 1 schijf worden opgeslagen, of beide, ten behoeve van snelheidswinst en/of beveiliging tegen gegevensverlies.

RAID is ontstaan door de behoefte aan meer opslag voor minder geld, en aangezien meerdere kleine harddisks goedkoper waren (anno 1987) dan 1 grote werd er gezocht naar een manier om van meerdere fysieke schijven 1 virtuele schijf te maken. Omdat dit nu niet meer aan de orde is wordt RAID vooral gebruikt voor veiligheid en snelheidswinst, daarom is de oorspronkelijke betekenis van de I (inexpensive) gewijzigd in independent. RAID vindt zijn oorsprong aan de Universiteit van Californië op Berkeley.

RAID-0 RAID-0 (ook bekend als striping); een aantal schijven wordt in een array geplaatst en benaderd als één grote schijf. De gegevens worden in kleine (enige tientallen kilobyte) blokken (ook wel 'stripes' genoemd) verdeeld en om en om op de verschillende schijven weggeschreven. Hiermee wordt een snelheidsverhoging bereikt omdat meerdere schijven tegelijkertijd gegevens kunnen ophalen of wegschrijven. Theoretisch zou de snelheidsverhoging recht evenredig kunnen zijn met het aantal schijven, In de praktijk wordt dit echter meestal niet bereikt.

RAID-0 biedt geen foutcorrectie. De term 'redundant' is hier dan eigenlijk ook niet van toepassing. Als één schijf uitvalt dan zijn alle gegevens van de hele array verloren!

De (qua capaciteit) kleinste schijf in de array bepaalt de omvang van alle RAID-systemen. Als bijvoorbeeld een 50 GB-, 100 GB- en een 250 GB-schijf in een RAID-0 array worden gezet, dan zal de controller aan de pc een schijf aanbieden van 150 GB (50 GB × 3). Hierbij gaat bij veel controllers dus effectief 250 GB verloren. Sommige controllers kunnen echter de overblijvende ruimte nog gebruiken voor een andere RAID-set.

Software RAID-0 wordt ook wel aangeduid als Volume Sets. Hierbij is echter niet altijd sprake van striping op blokniveau, maar worden directory's en de daarin aanwezige bestanden door het filesysteem op die schijf binnen de Volume Set geplaatst die op dat moment de meeste vrije ruimte heeft.

RAID-1 RAID-1 (ook bekend als mirroring) slaat de data twee (of meer) keren op op verschillende schijven.

Als een schijf uitvalt zal het computersysteem hier geen hinder van hebben en gewoon blijven werken. De controller zal dan alle I/O laten lopen over de andere schijf (of schijven). De controller zal de gebruiker natuurlijk wel een hint geven dat er iets fout is - maar het systeem werkt gewoon door. Als de defecte schijf wordt vervangen zal de inhoud van de goede schijf teruggeschreven worden op de nieuwe.

Hoewel RAID-1 de minst efficiënte manier van databeveiliging is en voor conventionele SCSI RAID-systemen een tamelijk dure oplossing is, biedt dit voor IDE-oplossingen een simpele maar erg betrouwbare oplossing als het om veiligheid van de data gaat. Als er 1-op-1 mirroring toegepast wordt met twee 160 GB-schijven, dan zal het systeem maar 1 schijf ter grootte van 160 GB zien.

Ook hier is de kleinste schijf bepalend voor de uiteindelijke opslagcapaciteit van het gehele RAID-systeem. Voor de pc is de logische schijf zo groot als de kleinste schijf uit de set.

NB: Bij gebruik van RAID-1 met twee schijven als Master en Slave op één enkele IDE poort kan het gebeuren dat de defecte schijf de hele IDE bus ophangt, en dat de andere schijf daardoor ook niet meer bruikbaar is. Hoewel het systeem wel weer zal werken zodra de defecte schijf verwijderd is biedt dit niet de betrouwbaarheid die van RAID-1 verwacht mag worden.

RAID-4 RAID-4 is identiek aan RAID-3 maar nu wordt de pariteit niet per byte maar per datablok (stripe) berekend. Een dergelijk datablok is bijvoorbeeld 32 of 64 kilobyte groot. Hierdoor kan gelijktijdig geschreven en gelezen worden mits er geen overlapping plaats vindt. Wel is het zo dat de schijf die voor de pariteit gebruikt wordt voor iedere schrijfactie aangesproken moet worden, en dus een snelheidsbeperkende factor is.


RAID-5 RAID 5 werkt identiek aan RAID-4, met het verschil dat de pariteitblokken niet op een enkele schijf opgeslagen worden maar verdeeld over de schijven in de array. Hierdoor geldt het nadeel van de pariteitsschijf die de snelheid beperkt dus niet meer. In de praktijk wordt RAID-5 dan ook vaak toegepast in tegenstelling tot de andere RAID-varianten met pariteit. [3]


def. SLED, weergave van RAID0, 1, 4 en 5 eventueel uitbreidingen.

Een magneetband is een opslagmedium voor gegevens in de vorm van een band van kunststof waarop een dunne laag magnetiseerbaar materiaal is aangebracht, waarvan de magnetische deeltjes met een magneet (de schrijfkop) in een bepaalde richting gemagnetiseerd kunnen worden. Door een wisselende polariteit van de schrijfkop ontstaat er op de band een heel klein magnetisch veld waarvan de richting afhankelijk is van de plaats. Door een leeskop kan het magnetische veld van de deeltjes later worden gelezen en worden vertaald in een elektrische stroom. Op deze wijze kan informatie worden opgeslagen in de magnetische polarisatie van de deeltjes, en later worden teruggelezen.

De informatie die kan worden opgeslagen kan analoog zijn, maar ook digitaal.

Een vroege toepassing van de magneetband was de opslag van geluid door middel van een bandrecorder. Ook de toepassing voor opslag van video en digitale gegevens voor computers is zeer populair geweest. In eerste instantie werden banden van vele honderden meters gebruikt die op spoelen werden gewikkeld van wel 30cm diameter. Door de technische ontwikkeling van de magnetische materialen, de dragermaterialen, en in de lees- en schrijfkoppen is de informatiedichtheid steeds verder toegenomen. De eerste magneetbanden die werden gebruikt voor de opslag van geluid werden met een snelheid van tientallen centimeters per seconde bewogen (de eerste magnetische draden die daarvóór werden gebruikt zelfs 1 à 2 meter per seconde). Bij de introductie van de muziekcassette in 1963 was de hoeveelheid band die nodig was om een uur muziek op te kunnen slaan zo klein geworden dat het in een cassette gewikkeld kon worden die in de handpalm paste.

De ontwikkelingen voor de opslag van videobeelden werden in gang gezet door het bedrijf AMPEX, dat een methode ontwikkelde om met een vrij kleine bandsnelheid toch de hoge schrijfsnelheid te bereiken die vereist is voor de hoge frequenties in een videosignaal. Inmiddels zijn daar ook systemen van cassettes de revue gepasseerd, met VHS als laatste voor huiskamergebruik en miniDV voor gebruik in camcorders.

Inmiddels zijn datacassettes met magneetbanden voor back-ups van computergegevens in staat om honderden gigabytes te bewaren in een klein doosje.

[4]

Optische media

bewerken

Een cd-rom is een compact disc met daarop gegevens die alleen maar kunnen worden gelezen ('Read Only Memory'). Cd-roms worden, net als audio-cd's (de gewone muziek-cd's), tijdens de productie van hun gegevens voorzien. De cd-rom werd ontwikkeld in 1983. Cd-roms kunnen door een computer met een cd-rom- of dvd-romspeler gelezen worden.

Cd-r's kunnen met behulp van een cd-writer eenmalig beschreven worden (de R staat voor Recordable), en cd-rw's kunnen d.m.v. een cd-rewriter meerdere malen overschreven worden (RW staat voor ReWritable, Engels voor 'herschrijfbaar').

Bijna alle moderne cd- en cd-romspelers kunnen schijven van cd-r en cd-rw lezen, oudere spelers die niet van een MultiRead-label zijn voorzien kunnen geen schijven van cd-rw lezen.

Een cd-rom (R/RW) kan (afhankelijk van de gekozen opnamestandaard) voor verschillende doeleinden worden gebruikt:

  • als audio-cd, afspeelbaar in gewone cd-spelers
  • als data-cd, alleen leesbaar door een computer-cd-romspeler
  • als video-cd (VCD of SVCD), afspeelbaar door sommige stand-alone dvd-spelers en computer-cd-romspelers

De capaciteit voor een CD is 700 MB en 80 minuten, 700 MB is genoeg voor: 700 foto's, 200 mp3 bestandjes.[5]

Structuur van een dataspoor (track)

bewerken

Data op een CD-ROM

bewerken

Een bestandssysteem dat voor CD-ROM wordt gebruikt is CDFS. Deze standaard staat toe dat de informatie in een lineaire manier geschreven en uitgelezen wordt. Deze afspraken gaan ervan uit dat het op de CD gebrand wordt en niet meer verwijderd of veranderd kan worden. Een ISO image is goed voorbeeld hoe CDFS of IS0 9660 (zoals de officiele term is) de gegevens op de CD zet. Het voordeel is dat CDFS door zeer veel operatingsystemen zoals Windows, Unix, Linux, VMS en AS/400 uit gelezen kan worden. Een term die hier op lijkt is WORM schijven. Dit zijn Write Once Read Many (nl=Schrijf Eenmaal Lees Vaak). Dit is de professionele variant van de CD-R.

Multisessie CD

bewerken

Een dvd is een schijfje met een diameter van 12 centimeter waarop met behulp van optische technologie digitale gegevens duurzaam kunnen worden opgeslagen.

Het systeem werd ontwikkeld onder de naam Digital Video Disc maar bleek al snel meer toepassingen te kennen dan video alleen. Een populaire verklaring van de letters dvd is daarom ook wel Digital Versatile Disc ('versatile' = veelzijdig). Officieel hebben de letters echter geen betekenis.

De dvd wordt zowel gebruikt voor het distribueren van speelfilms als voor het distribueren en opslaan van computersoftware en gegevens. Het is in Nederland de opvolger van het VHS-videosysteem. In het buitenland waren vooral eind jaren 90 de Video-cd (VCD) en Laser Disc lange tijd populair. Deze formaten hebben zich echter als een wereldwijde standaard niet kunnen bewijzen. De DVD slaagde hier echter wel. In computers is het de opvolger van de cd-rom-technologie (inclusief cd-r en cd-rw) in combinatie met het gebruik van het video-cd-formaat. Of de dvd ook de audio-cd zal vervangen is nog niet duidelijk aangezien er ook de Super Audio Compact Disc bestaat als alternatief voor de dvd-audio. Een dvd wordt meestal opgeborgen in een dvd-box.

De opslagcapaciteit van een single layer dvd is 4,7 gigabyte. Wanneer men echter de PC standaards aanhoudt dan kan een DVD 5 (Single layer) maar 4,38 Gigabyte opslaan. Deze dvd kan ongeveer 120 minuten beeld en geluid bevatten afhankelijk van de beeldkwaliteit en het aantal geluidssporen. De eenheidssnelheid (1x) voor het lezen van een dvd is 1,38 megabyte per seconde.

Er kunnen drie typen dvd's worden onderscheiden:

voorbespeeld: na productie niet beschrijfbaar (DVD of DVD-rom) beschrijfbaar: één keer beschrijfbaar met een dvd-recorder (DVD-R of DVD+R) herschrijfbaar: meerdere keren beschrijfbaar met een dvd-recorder (DVD-RW of DVD+RW) De opmars van de dvd werd in 2003 nog gehinderd door:

de relatief hoge prijs van de dvd-recorders, en de strijd tussen fabrikanten om de standaard voor het formaat voor beschrijfbare en herschrijfbare dvd's. In 2004 is alleen het tweede punt nog van toepassing, aangezien de dvd-recorders aanzienlijk goedkoper zijn geworden, zowel de zogenaamde standaloneversies als de dvd-recorders voor gebruik in of bij een computer.

In 2005 werd ook het tweede punt naar de achtergrond verdrongen, aangezien DVD branders van de derde generatie met beide formaten overweg konden.

In 2006 is de dvd volledig geintegreerd in de maatschappij. De schijfjes zijn goed betaalbaar, en de recorders ervan ook. Voor een goede vijftig euro heb je een dvd-brander en voor zo'n honderd euro meer, heb je een dvd-recorder. Inmiddels wordt er ook steeds meer gebruikgemaakt van de double-layer-dvd.[6]

DVD-R/W, DVD+R/W, DVD-RAM

bewerken

DVD-RAM (Engels: Digital Versatile Disc – Random Access Memory) is in 1996 door het DVD-Forum als een van de officiele DVD-formaten gespecificeerd, oorspronkelijk bedoeld voor de opslag van digitale data. DVD-RAM schijfjes zijn sinds 1998 in gebruik in computers, in videorecorders en in camcorders. Op dit moment is het DVD-RAM formaat vooral in Japan en Noord-Amerika erg populair, terwijl DVD-RAM in Europa veel minder goed bekend en verkrijgbaar is.

Voordelen van DVD-RAM bezit zeer robuuste hardware-matige foutcorrectie er zijn geen aparte 'brand'-programma's nodig een DVD-RAM schijfje kan tot 100.000 keer (cartridge) of 10.000 keer (zonder cartridge) beschreven worden (in vergelijking met maximaal 1000 keer voor DVD-RW)

Nadelen van DVD-RAM prijs van een DVD-RAM schijf is met ongeveer 5 euro per stuk duurder dan andere beschrijfbare DVD-media DVD-RAM is niet in alle DVD-ROM drives te lezen [7]

Blu-ray

bewerken

De Blu-ray Disc (blauwestraal schijf) is een optisch mediaformaat dat informatie opslaat op een 120 mm cirkelvormige schijf (de CD/DVD-afmeting) met behulp van een blauwe laser van 405 nm golflengte. Standaard dvd's en CD's gebruiken een rode laser met een golflengte van 650 nm en 780 nm respectievelijk.

De Sony/Philips-ingenieurs die de Blu-Ray Disc ontwierpen in 1995, hadden de taak om een optische vervanger te ontwerpen voor de DV-camcorder. Belangrijk was hierbij dat door de gebruiker zelf kan worden opgenomen. Massa-replicatie voor distributie van videofilms en data was bij het ontwerp van ondergeschikt belang. Daar het inmiddels, na tien jaar, duidelijk geworden is dat de DV-markt zal worden vervangen door camcorders uitgerust met solid-state geheugen (discutabel), hebben de verkopers van Blu-Ray Disc de koers moeten verleggen. De in Japan geïntroduceerde Blu-Ray Disc is een tafelmodel dat HD-video kan opnemen.

De tijd tussen ontwerp en introductie was bijzonder lang, bijna tien jaar. Dit is mede veroorzaakt door gebrek aan belangstelling in de industrie, maar ook door de hinderlijk hoge prijs van de blauwe laser, ca US$ 1000. De fabricage van blauwe lasers en de basisoctrooien zijn in handen van slechts één (Japanse) fabrikant: Nichia.

De kortere golflengte van de gebruikte blauwe laser maakt het mogelijk een hogere informatiedichtheid te behalen zodat meer informatie op dezelfde schijf kan worden opgeslagen. Een schijf heeft de capaciteit van ongeveer 25 GB of twee uren van HDTV-audio + -video tussen 36 en 72 Mbps. Het is tevens mogelijk om meerdere lagen boven op elkaar te zetten welke elk 25 GB hebben, hierdoor is het mogelijk om meer dan 50 GB op één schijf op te slaan. De Blu-Ray Disc heeft een beschermlaag van net 100 micrometer, die in tegenstelling tot de beschermlaag van CD's deel uitmaakt van het lichtpad van de laser. De eerste BD-discs hadden een folie als beschermlaag, maar tegenwoordig wordt de er een coating gebruikt, net zoals bij CD's en DVD's. Ook werden bij de eerste versies ter bescherming tegen krassen en vingerafdrukken de BluRay-discs verpakt in een cartridge. In een later stadium werden deze vervangen, zodat ze qua uiterlijk hetzelfde zijn als de huidige cd's en dvd's. Bovenop de coating van de Blu-ray Disc zit op dit moment (2006) ook een harde, krasvaste beschermlaag van enkele micrometers.

Door de hoge informatiedichtheid is het niet eenvoudig mogelijk om van aangepaste DVD-replicatieapparatuur gebruik te maken om platen te fabriceren. De concurrent HD DVD heeft een dikkere beschermlaag en een lagere dichtheid, 17 GB per laag, en kan met minder problemen op bestaande DVD-replicatieapparatuur gefabriceerd worden, omdat HD DVD voortborduurt op de bestaande DVD. HD DVD spelers kunnen eenvoudig compatibel gemaakt worden met CD en DVD. De concurrerende systemen hebben dus duidelijke voor- en nadelen, zodat het niet goed mogelijk is om aan te geven welk van de twee het zal 'winnen'.

De eerste Blu-ray recorder werd onthuld door Sony op 3 maart 2003, en werd geïntroduceerd op de Japanse markt in april dat jaar. Op 1 september 2003 kondigden JVC en Samsung hun Blu-ray-producten aan op de Internationale Funkausstellung in Berlijn, Duitsland. Beiden zeggen dat hun producten vanaf 2005 op de markt zullen zijn.

Het Blu-ray-disc-consortium omvat Philips, Matsushita, Sony, Samsung, LG, Thomson, Pioneer, Hitachi, Sharp en Mitsubishi.

Op 12 januari 2004 kondigden Hewlett Packard en Dell steun voor de nieuwe standaard aan. Op 10 maart 2005 kwam Apple ook bij de groep, waardoor Blu-ray een sterkere vertegenwoordiging heeft dan de grote concurrent HD DVD.

Op 5 januari 2006 kondigde Philips aan dat het in de tweede helft van dit jaar zowel een Blu-ray-speler als een opnameapparaat op de markt gaat introduceren. Hierbij gaat het concern eveneens Blu-ray-disks verkopen met een capaciteit van 25 gigabyte en 50 gigabyte. [8]

Solid-state geheugen

bewerken

zoals compact-flash, SD, MCC, ...

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.