Computernetwerken/aansluitpunten
Hoofdstuk 4: aansluitpunten
bewerkenDe verbindingen waarop de netwerkapparaten zijn aangesloten kunnen onderling verbonden worden d.m.v een aansluitpunt. Je hebt verschillende soorten aansluitpunten:
Het kernschakelpunt
bewerkenDit schakelpunt wordt ook wel een hub genoemd. Een hub vormt vaak het centrum van een sternetwerk. Elk aansluitpunt in een sternetwerk is dan verbonden met dit schakelpunt, dat de inkomende berichten doorgeeft aan de desbetreffende computer. Verbindingen met dit schakelpunt moeten de bandbreedte verdelen. Heb je dus een bandbreedte van 10 MB/s en 10 computers, dan heeft iedere computer een bandbreedte van 1 MB/s.
Het kruisschakelpunt
bewerkenOok wel een switch genoemd. Verbindingen met dit schakelpunt zijn parallel. Als het netwerk dus 10 MB/s bandbreedte heeft, wordt er dus ook 10 MB/s aan iedere computer die verbonden is met dit schakelpunt toegewezen.
Routerend schakelpunt
bewerkenEen routerend schakelpunt (ook wel router genoemd) stuurt net zoals de hub en de switch de berichten door naar de desbetreffende computer, maar doet dit niet op fysiek adres maar stuurt ze via de meest logische weg door. Dit kost tijd om te benaderen maar de mogelijkheden van zo een netwerk wegen daar meer tegenop. Een router wordt heel vaak in een thuisnetwerk gebruikt.
Brugschakelpunt
bewerkenDit schakelpunt wordt gebruikt als overgang naar een ander netwerk. Als een berichtje dus van een busnetwerk naar een ringnetwerk gaat, heeft hij wel een envelop nodig. Dit wordt in een brugschakelpunt gedaan en regelt dus de overgang naar een ander soort netwerk. Dit brengt vaak wachttijden met zich mee.