Elektrochemie voor MBO/Conductometrie geschiedenis
Dit is de eerste pagina | Inhoudsopgave | Volgende pagina | Index |
Conductometrie
Conductometrie betekent: het meten van geleidbaarheid.
In de conductometrie wordt gekeken hoe goed een oplossing elektrische stroom geleid. Uiteraard geleiden vaste stoffen de elektrische stroom ook (soms beter, soms slechter). De chemische conductometrie heeft zich voornamelijk op oplosingen gericht.
Daarbij is het wel duidelijk dat de vraag:
- Hoe groot is de geleidbaarheid of: Hoe goed geleidt een oplossing de elektrische stroom?
- Hoe groot is de geleidbaarheid of: Hoe goed geleidt een oplossing de elektrische stroom?
en de vraag:
- Hoe groot is de weerstand, of: Hoe moeilijk geleidt een oplossing de elektrische stroom?
Wie kijkt er?
De wet van Ohm
Wet van Ohm
De wet van Pouillet
Bij het vergelijken van verschillende materialen met elkaar is niet zozeer de weerstand zelf belangrijk, maar meer de soortelijke weerstand. Bij de soortelijke weerstand zijn afmetingen van de geleider niet meer belangrijk, alleen de eigenschap van het materiaal telt.
De Franse natuurkundige Claude Pouillet had voor homogene weerstanden, dat zijn weerstanden die overal dezelfde eigenschappen hebben, de volgende regels gevonden:
- als het oppervlak "A" van de weerstand twee keer zo groot wordt, wordt de weerstand twee keer zo klein.
- Wordt de lengte van de weerstand "l" twee keer zo groot, dan wordt ook de weerstand twee keer zo groot.
Geleidbaarheid presenteren
Als je meetgegevens over geleidbaarheid wilt presenteren dan betekent dat het weergeven van een grootheid (geleidbaarheid, Vaak met symbool "G") met een getal en een eenheid die bij dat getal hoort. Als voorbeeld: Een potentiaalverschil van 2.00 Volt heeft een stroom tot gevolg van 0,400 Ampère.
Elk van de drie laatste notaties heeft zo zijn praktische nadelen.
- Het is ongeveer 1870. Van een tekstverwerker met letters in allerlei groottes heeft nog niemand gehoord. Voor een wetenschapper die zijn werk wil publiceren wil dat zeggen dat hij (Sorry, dames. Het waren toen vooral mannen die zich met wetenschap bezighielden) een uitgever moet zoeken die getallen als op een nette manier in een afgedrukt artikel kan presenteren. Die uitgever moet dan een drukker vinden die, zoals je vlak hierboven ziet:
- over een set Griekse drukletters beschikt en
- of de hele regel wat hoger maken, zodat het boven de regel uitsteken van de "1" mogelijk wordt en ook onder de regel voldoende ruimte ontstaat zodat de daar plaats heeft.
- of, naast een set Griekse letters van gewone grote ook nog een set heeft die ongeveer half zo groot is. In verband met de leesbaarheid van de tekst is dat ook niet echt een oplossing.
Een drukker die aan deze eisen kan voldoen is vast geen goedkope jongen.
- De tweede manier van noteren heeft een nog veel groter nadeel. Voor iemand die niet echt thuis is in de wetenschap wordt het een toer om te bepalen of de een bij de schuine streep en de hoort, of dat de 1 toevallig een beetje verdwaald is tijdens het schrijven (geen typemachine maar handschrift). Kortom een goede bron voor fouten.
- De derde manier van noteren heeft ook zo zijn nadelen. Ook hier ligt het verwarringsduiveltje op de loer: Zijn die vage streepjes achter de iets wat de schrijver bedoeld heeft, of alleen maar wat toevallige vlekjes?
Een naam voor een eigen eenheid voor geleidbaarheid
Geleidbaarheid in oplossingen
Dit is de eerste pagina | Inhoudsopgave | Volgende pagina | Index |
- ↑ Thomson, William (1884). "Electrical Units of Measurement". The Practical Applications of Electricity. Institution of Civil Engineers. pp. 149–174 at p 171 (Lecture given 3 May 1883). Available online. Thomson helpfully added that the proper pronunciation of "mho" could be obtained by taking a phonograph and turn it backwards.}
- ↑ Minutes (PDF). 14th General Conference on Weights and Measures. 1971. p. 78.