Elektronica/Opamps/Lineaire Schakelingen/Instrumentatieversterker
De drie opamp instrumentatieversterker
bewerkenIn dit schema worden drie opamps gebruikt. De twee linker opamps zijn hier geschakeld als spanningsversterkers voor het verschil tussen beide ingangen en tegelijkertijd als spanningsvolger voor gemeenschappelijke spanningen daarvan. De rechter opamp gedraagt zich als verschilversterker die een gemeenschappelijke spanning uitfiltert.
De uitgangen van de eerste trap (rond de linker opamps) zullen Vo1 resp. Vo2 genoemd worden. De ingang V1 en V2 vormt een symmetrisch signaal, de uitgang van de eerste trap Vo1 en Vo2 vormt nog steeds een symmetrisch signaal, de tweede trap maakt hier dan terug een asymmetrisch signaal van.
Voor een goed begrip van deze schakeling is het nuttig om in te zien dat de opamps ervoor trachten te zorgen dat de spanning op hun inverterende (-) ingang gelijk wordt aan die op de niet-inverterende (+) ingang. Hier volgt uit dat de verschilspanning tussen V1 en V2 ook over Rgain staat. De stroom door Rgain is daarom gelijk aan (V1 - V2)/Rgain. De uitgangsspanningen van beide opamps worden bepaald door de verhouding tussen hun terugkoppelweerstand R1 en Rgain.
De stroom door de weerstanden R1, Rgain en R1 is dezelfde, uit de wet van Ohm volgt dan (er wordt direct in rekening gebracht dat beide pinnen van de opamps in de eerste trap op dezelfde potentiaal staan):
Wat direct het verband tussen de ingang en de uitgang van de eerste trap geeft:
Dit is de ingang in de tweede trap welke een verschilversterker is. Hiervan was reeds gekend dat:
Wanneer de gevonden uitdrukking hierin gesubstitueerd wordt geeft dit:
De gesloten lusversterking is hier:
En de eigenschappen van deze schakeling zijn beter dan bij de verschilversterker, zo is de ingangsimpedantie voor beide spanningen constant.
Opgaven
bewerken
Opgave:
|