Engels/Woordenlijsten/Vocabulary E-N
Engels - Nederlands
bewerkenA
accomplishment - prestatie
achievement - prestatie
action - actie
address - adres
adventure - avontuur
all - alles
altitude - hoogte
analog - analoog
anchor - anker
animal - dier
ant - mier
apple - appel
arrival - aankomst
ask (to) - vragen
aunt - tante
B
baker - bakker
bakery - bakkerij
bath - bad
bathe (to) - baden
battue - klopjacht
be (to) - zijn
bear - beer
bear (to) - verdragen
beast - beest
beer - bier
bend (to) - buigen
bever - bever
black - zwart
blunder; blooper; bloomer - blunder
bloodbath - bloedbad
bloodletting; bloodshed - bloedvergieten
boating - bootjevaren
borrow (to) - lenen
boycott - boycot
bow (to) - buigen
brand - merk
brand new - gloednieuw
break - pauze
break (to)- breken
break a horse (to)- een paard africhten
breakthrough - doorbraak
breast - vorst
bridge - brug
bridge - bridge
brief - kort
brief (to) - rapporteren
briefcase - aktentas
brute - bruut
butcher - slager
butchery - slachterij
buy (to) - kopen
C
care (to) - geven om
career - carrière
caress (to) - liefkozen
castle - kasteel
ceding (to) - overdragen
cell - cel
cession - afstand
chess - schaak
checkmate - schaakmat
child - kind
choice - keuze
choose (to) - kiezen
cigar - sigaar
cigarette - sigaret
cinnamon - kaneel
clean - schoon
clean (to) - reinigen / schoonmaken
cleanup - schoonmaakbeurt
compare (to) - vergelijken
comparison - vergelijking
compassion - compassie; medelijden
compulsion - verplichting
coercion - dwang
cognition - cognitie; kenvermogen
concatenation - aaneenschakeling
contact - contact
cook (to) - koken
cookery - kookkunst
correction - correctie; verbetering
curtain - gordijn
D
dance (to) - dansen
dead - dood
deal - (zelfst.nmw.) overeenkomst / (werkw.) handelen / omgaan
dear - lief / best(e)
deep - diep
deer - hert
thinks - denkt
depart (to) - vertrekken
department - departement
departure - vertrek
designation - aanduiding
destruct (to) - vernietigen
destruction - destructie / vernietiging
devastation - verwoesting
device - apparaat
diagnose (to) - diagnoseren
diagnosis - diagnose
dig (to) - graven
disappear (to) - verdwijnen
disappearance - verdwijning
discharge (to) - ontladen
discover (to) - ontdekken
discovery - ontdekking
dispatch - bericht
distance - afstand
distract (to) - afleiden
distraction - afleiding
dismiss (to) - ontslaan / wegsturen
dismissal / dismission - ontslag / afwijzing
dive (to) - duiken
doctor - dokter
door - deur
draw (to) - tekenen
drink - drankje
drink (to) - drinken
drawing - tekening
E
ear - oor
elect (to)- kiezen
election - verkiezing
eleven - elf (getal)
elope (to) - weglopen met geliefde
emerge - opduiken
emergence - verschijning
emergency - noodsituatie / noodgeval
emigrate (to) - emigreren
emigration - emigratie
emptiness - leegte / leegheid
empty - leeg
encore - nogmaals
endorphine - endorfine
enter (to) - binnenkomen
entity - entiteit
entrance - entree / binnenkomst
entry - ingang
erase (to) - wissen
escape - ontsnapping
escape (to)- ontsnappen
event - gebeurtenis
enter (to) - binnenkomen
event - gebeurtenis
excommunication - excommunicatie
exempt (to)- vrijstellen
exemption - vrijstelling
exile - ballingschap
exit - uitgang
exit (to) - verlaten
expat / expatriate - iemand die i.v.m. werk een aantal jaren in een ander land woont
expedient - hulpmiddel
extradite (to)- uitleveren
extradition - uitlevering
eucalyptus - eucalyptus
euthanasia - euthanasie
eye - oog
F
farewell - vaarwel
faery; fairy - elf
fair - eerlijk
fairy tale - sprookje
family - familie
fat - vet
feel (to) - voelen
feeling - gevoel
field - veld
field hockey - veldhockey
figure skating - kunstschaatsen
finally - eindelijk
find (to) - vinden
finder - vinder
fine - boete
fine - goed / ok
firm (z.n.w.) - firma
firm (bijv.n.w.) - stevig
first - eerste
fist - vuist
flight - vliegtuig / vlucht
flower - bloem
fly (to) - vliegen
foil - verhinderen
follow (to) - volgen
food - voedsel / eten
football - voetbal
football game - voetbalwedstrijd
foul up; flub (to) - blunderen / verknallen
found (to) - oprichten
founder - oprichter
friend - vriend
friendly - vriendelijk
front - voorkant
front page - voorpagina
funny - grappig
furious - woedend
fury - woede
G
ghost - spook / geest
give (to) - geven
glasses - bril
go (to) - gaan / weggaan
grammar - grammatica
grape - druif
H
hair - haar
hard - hard
hard - moeilijk
head - hoofd
hear (to) - horen
heat - hitte
heaven - hemel
heavy - zwaar
heel - hiel
hell - hel
her - haar (bezitt. vnw.)
high - hoog
hope - hoop
hopeless - hopeloos
hurt - pijn
hurt (to) - pijn doen
I
...
J
...
K
...
L
leaf - blad
leak - lek
leak (to) - lekken
lean - slank
leg - been
lick (to) - likken
light - licht
like (to) - houden van / lusten
list - lijst
lock (to) - afsluiten
love (to) - houden van
M
mall - winkelcentrum
malt - bier
mark - merkteken
mean - gemeen
mild - mild
milk - melk
milk (to) - melken
mill - molen
moat - slotgracht
monitor - beeldscherm
monitor (to) - in de gaten houden
more - meer
moss - mos
mother - moeder
motion - beweging
move (to) - verhuizen
move (to) - bewegen
movement - beweging
mud - modder
murder - moord
N
nag (to) - zeuren
nasty - lelijk / vervelend
naughty - ondeugend
navel - navel
navy - marine
never - nooit
nifty - vernuftig
nitwit - sufferd
no - nee
nose - neus
not - niet
now - nu
nude - naakt
nudge - aanstoten
O
obedience - gehoorzaamheid
orthodox - orthodox
P
pain - pijn
paw - poot
pawn - pion
peak - top
pee (to) - plassen
pie - taart
pine tree - pijnboom
plate - bord
plausible - plausibel / waarschijnlijk
please - alstublieft
potent - potent / krachtig
prawn - garnaal
pry (to) - rondsnuffelen / bespioneren
puddle - plasje
Q
...
R
rain - regen
saves - redt
release - uitgave
release (to) - loslaten
run (to) - rennen
S
salt - zout
sand - zand
scale - schub (dier)
scale - weegschaal
schackle - boei
seal - zegel
seal (to) verzegelen
seamstress - naaister
secular - seculier
see (to) - zien
seek (to) - zoeken
separate (to) - scheiden
sick - ziek
silence - stilte
sin - zonde
sing (to) - zingen
sister - zus
soul - ziel
sock - sok
song - lied
sooth (to) - verzachten
soothing - verzachtend
sow - naaien
spend (to) - uitgeven (geld)
squirrel - eekhoorn
stand (to) - staan
steal (to) - stelen
stone - steen
storm - storm
straw - rietje
string - draad
strong - sterk
suck (to) - zuigen
T
tag - label
take (to) - nemen
task - taak
taste (to) - proeven
tax - belasting
taxi - taxi
teal - blauwgroen
tear - traan
tear (to)- scheuren
tease (to) - plagen
tell (to) - vertellen
tenacious - volhardend
tenant - huurder
test - test
think (to) - denken
thought - gedachte
tick - teek
tick (to) - tikken
toe - teen
touch (to) - aanraken
tow - slepen
tower - toren
town - stad
trade - handel
turn (to) - draaien
U
uncle - oom
union - unie / vereniging
unknown - onbekend
V
vail - sluier
vain - ijdel
vast - massief
vault - kluis
vegetate (to) - vegeteren
vegetation - begroeiing
victim - slachtoffer
W
walk (to) - lopen
wand - toverstaf
want (to) - willen
warn (to) - waarschuwen
waste - afval
waste (to) - verspillen
water - water
weigh (to) - wegen
well - bron
well - goed
wheel - wiel
when - wanneer
which - welke
window - raam
witch - heks
why - waarom
wild - wild
wine - wijn
womb - baarmoeder
woods - bossen
X
...
Y
yacht - jacht (schip)
yarn - garen
yawn (to) - gapen / geeuwen
yes - ja
yield - toegeven
yogurt - yoghurt
youth - jeugd
Z
zoo - dierentuin