Gebruiker:Inge Habex/Frans
Indeling
bewerken- 2 boeken met elk 6 thema's
- 1 thema met 10-15 lessen
- elke les met 10-15 woorden + grammatica
- 1 thema met 10-15 lessen
vanaf thema 2 instructies voor oef
vanaf les 7 in thema 2 tweetalig
Thema's
bewerken- Instap
-
- waarom je Frans moet leren
- inleiding op het Frans m.b.v. Franse woorden die ook in het Nederlands worden gebruikt
- opdracht met landen waarin Frans wordt gesproken
1. Familie
bewerken- Les 1
- Gram :
- mannelijk - vrouwelijk : un/une le/la
- bepaald en onbepaald lidwoord
- Voc :
- begin van être: je suis, il est, elle est
- lidwoorden: un, une, le, la
- basiswoorden: garçon, fille, homme, femme
- Les 2
- Gram :
:* accenten, uitspraak en schrijfwijze: ê, é en è, ç en sœur Nog te doen, aparte les?
- adj. aanpassen aan mannelijk en vrouwelijk
- Voc :
- beschrijvende adj: grand, petit, joli, gentil, méchant (of zonder accent !)
- eerste familie: frère, sœur, père, mère
- werkwoord: être
- de
- Les 3
- Gram:
- persoonlijke vnw: je, tu, il, elle, nous, vous, ils, elles
- vervoeging être
- Voc :
- verdere familie: opa, oma, tante, oom, grootouders, ouders
:* werkwoord: avoir
- et
- Les 4
- Gram:
- Vervoeging avoir
- Gebruik van weglatingsteken (j'ai) (l'homme)
- Voc:
- werkwoord: avoir
- Leeftijd (j'ai dix ans)
- Les 5
- Gram:
:* Meervoud (aanpassen aan) reeds gezien
- Voc:
- telwoorden tot 10
- an
- Les 6
- Gram:
- vraagstelling door omkering onderwerp en pv
- Voc:
- vragende voornaamwoorden: wie, wat, waar, waarom, hoe
- werkwoord: ...
- Les 7
- Gram :
- gebruik van voici, voilà
- Voc :
- Beleefdheid: merci, voici,
bonjour, bonnuit, …, s’il vous plaît
- Beleefdheid: merci, voici,
- les 8
- Gram + voc:
- woorden bij avoir: faim, mal, ...
- les 9
- les 10
- les 11
- les 12
- les 13
- les 14
- Afsluiter
- Frère Jacques
- Toetsing
- toets over de tekst, grammatica en vocabulair van thema 1
2. Natuur
bewerken- Voc:
- Dieren: chat, chien, dragon, canard, poule, cheval, vache
- Gram : meervoud (chevaux), verkleinwoorden (petit poule = …?)
3. Lichaam
bewerken- Voc:
- lichaamsdelen: oeille yeux, oreilles, nez, tête, bras, genoux, jambe, main, … mal
- Werkwoorden als zitten, liggen, smaken, zien, voelen, horen, luisteren, komen
- Gram : zwakke werkwoorden
4. Op pad
bewerken- Voc
- à pied, en voiture, train, voyage
- links, rechts, rechtdoor
- Afsluiter: Sur le pond d'Avignon
Grammatica te verdelen
bewerken- de, du, au,
- y, à, en
- il y a
- zwakke werkwoorden
- sterke werkwoorden
- tijden
- telwoorden tot honderd
- negatie: ne pas
- vraagstelling: est-ce que
Vocabulair te verdelen
bewerken- fruit, eten, drinken (3)
- lichaamsdelen (3)
- weekdagen (moeilijk?), maanden, seizoenen (4)
- rechts, links, onder boven, in op
- kleuren
- grand, petit (1)
- zitten, liggen, slapen, leren, lezen, zien, horen, proeven (3)
- hebben (1 les 3 -4)
- oui non
- uitdrukkingen