Functies invoegen

bewerken

Om een programma te kunnen maken moet je functies gebruiken. Om bijvoorbeeld Invoer of Uitvoer functies in te kunnen voegen druk je op PRGM terwijl je in de Program Editor zit.

 

PRGM menu in de Program editor.

Om Invoer- of Uitvoerfuncties te selecteren, selecteer je I/O.

CTL I/O EXEC
1:Input
2:Prompt
3:Disp
4:DispGraph
5:DispTable
6:Output(
7↓getKey

Het PRGM:I/O menu in de Program Editor

Als je nu Disp selecteert en op enter drukt zie je het Disp commando in de Program editor staan op de eerste lijn.

PROGRAM:TEST
:Disp

Als je nu iets achter de Disp zet, bijvoorbeeld 10 dan zal het programma 10 tonen als je hem start.

PROGRAM:TEST
:Disp 10

Om uit de program editor te gaan druk je eerst op 2ND. Je ziet nu een ↑ op de plek van je cursor zien knipperen. Als je daarna op MODE(QUIT) drukt, dan ga je uit de program editor. Je zit dan weer op het lege scherm. Als je nu nog een keer op PRGM klikt zie je dit:

EXEC EDIT NEW
1:TEST

Selecteer TEST en druk op enter. Je zie nu prgmTEST op je scherm staan, druk op enter om het programma te starten. Je ziet nu wat het programma doet:

prgmTEST
              10
            Done

Als je een bepaalde functie niet meer kan vinden, kijk dan in de catalogus, 2ND:0(CATALOG)

CATALOG
»abs(
 and
 angle(
 ANOVA(
 Ans
 Archive
 Asm(


← Inleiding Warddr Hello World! →
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.