Gotisch/Les 3
De cursus Gotisch is al lang blijven steken bij 2. Daarom is besloten de cursus nu verder uit te breiden. Als het goed is heb je nu al een idee van de basisgrammatica. Het idee van de volgende lessen is dat ze vooral kort zijn, maar wel allemaal een belangrijk deel van de grammatica en de woordenschat leren en dat je uiteindelijk ook in staat bent om delen van de Gotische Bijbel te kunnen lezen en/of een Wikipedia artikel op de Gotische Wikipedia te kunnen schrijven met juiste grammatica.
Een korte tekst
Laten we beginnen met een korte tekst. Omdat dit een van de eerste lessen is, zullen de eerste teksten alleen in Latijnse transcriptie worden weergegeven. We zullen langzaam opbouwen naar het lezen van een tekst in het Gotisch met het Gotische alfabet, probeer de tekst met behulp van de bijgevoegde woordenschat te lezen:
- hails - hallo
- jah - en
- ƕas - wat
- þata - dat, het (onzijdig)
- sa - het/de, dat (mannelijk)
- ist - is
- þar - daar
- sa stols - de stoel
- sa manna - de man
- ik mag - ik kan
- rodjan - spreken
- Guta Razda - Gotische taal
- ak - maar, na een negatieve zin
- akei - maar, na een positieve zin
- waúrd - woord (onzijdig)
Hails. ƕas ist sa? Sa ist manna.
ƕar ist manna? Sa manna ist þar.
Mag rodjan Guta razda. Sa manna ni mag rodjan Guta razda, ak ik mag rodjan Guta razda.
ƕas ist sa? Sa ist stols.
ƕas ist þata? þata ist waurd.
Zoals je ziet, heeft het Gotisch een net iets ander gebruik van het woord 'maar', maar je raakt er wel snel aan gewend waarschijnlijk.
Het woord ƕas is een algemeen vraagwoord, waar wij aparte woorden voor wie of wat hebben, gebruikten de Goten ƕas voor iets waar ze naar vroegen, ƕas kan dus zowel wie als wat betekenen.
Opdracht: Probeer deze korte tekst 3 keer te lezen met behulp van het vocabulaire. Probeer daarna de tekst 1 keer te lezen zonder het vocabulaire en kijk dan hoeveel woorden je herkent. Je hoeft ze niet op te schrijven, het gaat erom dat je de tekst ziet en bepaalde woorden meteen herkent zonder het vocabulaire te bekijken. Om dit te doen moet je zover naar beneden scrollen dat de woordenlijst erboven niet meer te zien is, scroll dan weer naar boven om te kijken of je het woord juist hebt herkend. Doe dit totdat je denkt dat je de woorden goed kent.
Het werkwoord 'zijn'
bewerken- ik im / 𐌹𐌺 𐌹𐌼 - ik ben
- þu is 𐌸𐌿 𐌹𐍃 - jij bent
- is/si/ita ist / 𐌹𐍃/𐍃𐌹/𐌹𐍄𐌰 𐌹𐍃𐍄 - hij/zij/het is
- wit sijut / 𐍅𐌹𐍄 𐍃𐌹𐌾𐌿𐍄 - wij tweeën zijn
- weis sijum / 𐍅𐌴𐌹𐍃 𐍃𐌹𐌾𐌿𐌼 - wij zijn
- jut sijuþ / 𐌾𐌿𐍄 𐍃𐌹𐌾𐌿𐌸 - jullie twee zijn
- jus sijuþ / 𐌾𐌿𐍃 𐍃𐌹𐌾𐌿𐌸 - jullie zijn
- eis sind / 𐌴𐌹𐍃 𐍃𐌹𐌽𐌳 - zij zijn