Handige Harry/Technieken/Beton maken
BETON MAKEN
Materiaal: een schop, een zinken teil of een betonmolen.
Grondstoffen: Grind 4/28 of 4/32 of steenslag, rijnzand 0/2, cement met sterkteklasse 32,5.
Bewerking: Voor je begint, moet je eerst het nodige volume proberen te schatten (zie tabel). Gebruik je gebroken steenslag i.p.v. grind dan vervang je 50 kg steenslag door 50 kg zand. Let op! Gebruik nooit teveel water. Anders wordt het beton poreuzer en heeft het minder weerstand. de verhouding tussen de hoeveelheden water en cement mag niet groter zijn dan 1 op 2. Betonmolen: Stel de betonmolen horizontaal op en zorg voor voldoende plaats om het beton uit te gieten in een kruiwagen die je onder de molen plaatst. Zet de betonmolen in gang en giet er een deel van het grind en een deel van het water in. Vul het mengsel aan met het cement en het zand en vervolgens de rest van het grind. Voeg de rest van het water toe. Let op! Voeg de rest van het water niet in één keer toe. Als het zand vochtiger is dan je denkt kan je teveel water toevoegen. Laat de betonmolen een drietal minuten draaien tot je een vloeibaar mengsel hebt waarin de grondstoffen gelijkmatig zijn verdeeld. Zinken of kunststoffen bad: Breng de grondstoffen in dezelfde volgorde in het bad en gebruik het aantal scheppen om te doseren (zie tabel). Roer met de schop of een cementklopper tot je een gelijkmatig verdeeld mengsel bekomt.
Tip: Als het beton te vloeibaar is, voeg dan een beetje cement toe.
Giet het beton nadien in de kruiwagen en voer ze naar de plaats waar ze moet uitharden.
Afwerking: Kuis al het gereedschap af met water tot alle mortelresten zijn verdwenen en gebruik hiervoor een tuinslang.
Tabel: Voor 1 m³ beton of 1000 l. heb je nodig: grind: 1300 kg; zand (1300/2): 650 kg; cement (650/2): 325 kg; water (325/2): 160 liter; Voor kleinere hoeveelheden neem je de volgende verhoudingen: grind: 3 emmers; zand : 1 1/2 emmers; cement : 1 emmer; water : 1/2 emmer;