Handige Harry/Zelftest
Opdracht 1
bewerkenHoe heten deze gereedschappen?
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
-
_____________________
Opdracht 2
bewerkenOpdracht 2,1
bewerkenHoe werk je veilig als je boort?
- Bescherm je ogen met een ___________________________.
- Bind lang haar in een ___________________________.
- Wijde en loshangende kleding moet je ___________________________.
Opdracht 2,2
bewerkenHoe werk je veilig als je spijkers inslaat?
- De ___________________________ moet vast aan de steel zitten.
- Je moet de hamer aan het eind van de ___________________________ vasthouden.
- Hou met ___________________________ je spijker vast.
Opdracht 2,3
bewerkenHoe werk je veilig met elektriciteit?
- Als kortsluiting of overbelasting ontstaat, moet je de spanning ___________________________.
- Controleer altijd eerst of de ___________________________ goed is, voor je de spanning inschakelt.
- Als je een kabelhaspel gebruikt, rol hem dan ___________________________ uit.
Opdracht 2,4
bewerkenHoe gebruik je apparaten veilig?
- Lees de ___________________________.
- Gebruik ___________________________ een machine als je niet weet hoe je ermee moet werken.
- ___________________________ de machine alleen.
Opdracht 3
bewerkenGeef bij alle drie de waterpassen aan waar de luchtbel zit.
Kleur de waterpas die helemaal horizontaal ligt groen.
Opdracht 4
bewerkenBeantwoord de volgende vragen over klusjes:
- Als je krasjes van cd's verwijdert, hoe moet je dan de krasjes polijsten?
- van buiten naar binnen
- van binnen naar buiten
- Welke drie voorwerpen heb je nodig om een boek te kaften?
- Meestal kun je inktpatronen maar beperkt hervullen. Hoe vaak?
- 1 keer
- 2-4 keer
- 4-12 keer
- 12-25 keer
- Soms komt tijdens het behangen het behang op de muur vol bellen en blazen. Hoe kun je dit voorkomen?
- Wat is het doel van verzinken?