In mensentaal/Toets techniek - Versie B/Antwoorden
Onderdeel 1: Communicatie
bewerken1. Vul aan. Communicatie is het zenden en ontvangen van informatie (1 punt).
2. B (1 punt)
3. A (1 punt)
4. A (1 punt)
5. C (1 punt)
6. D (1 punt)
7.
(2 punten - 1 voor elke fout)
Onderdeel 2: Constructies
bewerken1. verbindingen (1 punt)
2. waar (1 punt)
3. vaste (1 punt)
4. solderen, klinken, spijkeren, nieten, metselen (3 punten - 1 voor elke fout)
5. bout en moer, papierclip, klittenband, rits (3 punten - 1 voor elke fout)
6. stevig (1 punt)
7. niet steviger (1 punt)
8. A (1 punt)
9. C (1 punt)
10. automonteur, naaister, bouwvakker (2 punten - 1 voor elke fout)
Onderdeel 3: Technisch tekenen
bewerken1. vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht (2 punten - 1 voor elke fout)
2. ja (1 punt)
3. C (1 punt)
4. mededelingenvak (1 punt)
Onderdeel 4: Machines
bewerken1. Veel apparaten hebben hetzelfde werkingsprincipe. Vul de ontbrekende woorden in!
De krachtbron brengt het apparaat in beweging. Het werkend deel doet waarvoor het apparaat is gemaakt. Tussen de krachtbron en het werkend deel zit de overbrenging (2 punten - 1 voor elke fout).
2. C (1 punt)
De vragen 3 t/m 5 gaan over tandwielen.
3. veel (1 punt)
4. weinig kracht (1 punt)
5. linksom (1 punt)
6. hydrauliek (1 punt)
7. vering en veiligheid (1 punt)
8. Hoe werkt hydrauliek en pneumatiek? Vul de volgende woorden in: slangen, cilinder en zuiger
De lucht of de vloeistof gaat door slangen naar een cilinder en daar laten ze een zuiger bewegen (2 punten - 1 voor elke fout).
Onderdeel 5: Productie
bewerken1. productie aan de lopende band (1 punt)
2. hetzelfde (1 punt)
3. goedkoper (1 punt)
4. dezelfde (1 punt)
5. monteren of assembleren (1 punt, één van deze antwoorden gegeven is voldoende)
6. demonteren (1 punt)
De volgende opgaven gaan over deze lijst.
Stuklijst | lampje | |
---|---|---|
Nummer | Deel | Aantal |
1 | glazen bolletje | 1 |
2 | gloeidraad | 1 |
3 | metalen schroefhuls | 1 |
4 | plastic vulling | 1 |
7. onderdelen (1 punt)
8. productieproces (1 punt)
Onderdeel 6: Gereedschap
bewerken1. Kapzaag, vijl, duimstok, potlood, liniaal, winkelhaak, schroevendraaier en boormachine (4 punten - 1 voor elke fout)
2.
- ME bij duimstok, liniaal en winkelhaak
- TE bij potlood
- KL bij geen van de gereedschappen
- BW bij kapzaag, vijl en boor
- MO bij schroevendraaier
(4 punten - 1 voor elke fout)