In mensentaal/Voetbal/Spelersopstelling
- Dit artikel is onderdeel van de serie In mensentaal.
Bij het voetbal staan er twee ploegen van elk 11 spelers op het veld. Wanneer kinderen het spel spelen, zie je alle spelers gelijktijdig naar de bal rennen. Ze blijven de bal het hele spel door volgen, in een poging te kunnen scoren. Aangezien alle spelers altijd samengetroept op het veld staan, wordt deze tactiek kluitjesvoetbal genoemd. Het is echter niet de meest geslaagde tactiek.
In competitie leert men echter een goede opstelling van spelers op het veld om tot een zo efficiënt mogelijk spel te komen.
Hieronder een aantal mogelijke opstellingen met een beetje uitleg erbij:
4-4-2: Dit is een van de meest gebruikte opstelling in de hele wereld. Het is de meest voorkomende omdat je speelt met 4 verdedigers, variant is met een laatste man en een voorstopper. Dan heb je 4 middenvelders, 2 centrale en 2 flankspelers. Meestal komen de flankspelers op om de aanvallers te ondersteunen. En je het ook nog 2 aanvallers, die meestal naast elkaar spelen. De reden dus waarom deze opstelling zoveel gebruikt wordt is omdat het veld evenwichtig verdeeld is. Je hebt 4 verdedigers, die elkaar dus rugdekking kunnen geven als er wordt aangevallen door de tegenpartij en je hebt, als de flankspelers inschuiven, 3 tot 4 aanvallers en dan nog de 4 middenvelders die hun plan kunnen trekken op het middenveld.
4-4-2 ruit: Dit is een afgeleide van de normale 4-4-2 opstelling, maar net iets aanvallender. Je speelt met een ruit op het middenveld, waardoor de andere ploeg meer ruimte heeft aan de buitenkant, maar dat je zelf waarschijnlijk de baas bent centraal in het middenveld. Dit is zeer handig als je zeer balvaste en technisch hoogstaande middenvelders hebt. De aanvallende middenvelder schuift dus mee in naar voor en dan gaan de aanvallers open, waardoor de aanvallende middenvelder veel ruimte krijgt voor een dribbel, een schot of een pass naar de aanvallers.
4-3-3: Dit is de aanvallendere opstelling van de 4-4-2 omdat je met 3 aanvallers speelt in plaats van met 2. Deze opstelling word veel gebruikt door ploegen die moeten winnen, bv in de Champions League wanneer ze hun thuismatch verloren hebben met 0-1, dan moeten ze wel gaan winnen op de tegenstanders hun veld en dus word er iets aanvallender gespeeld. In Nederland staat Ajax bekend om die opstelling en in België staat Club Brugge bekend om deze opstelling.
3-4-3: In deze opstelling speel je met 3 verdedigers die op een lijn spelen en dan 2 centrale middenvelders en 2 buitenspelers. Je speelt ook met 1 centrale spits en twee opkomende flankaanvallers. De 2 centrale middenvelders zijn de spelverdelers die de bal waarschijnlijk diep geven aan de flankaanvallers en dan zo de aanval opstarten. Deze opstelling wordt niet zo heel veel gebruikt omdat de tegenstanders meestal met 2 aanvallers spelen (soms ook 3) en dan is er geen rugdekking in de verdediging. In de afbeeldingen vanonder staat de 3-4-3 met ruit ook afgebeeld. Deze opstelling is nog aanvallender dan een gewone 3-4-3.
5-3-2:(beter benaming: V-opstelling) Deze opstelling wordt geregeld gebruikt als een ploeg, die iets minder goed is moet spelen tegen een topploeg. De opstelling is zo dat als de verdedigers en/of de middenvelders voorbij de middenlijn komen, ze niet naar de buitenkanten kunnen omdat er zeer weinig plaats is tussen de personen in de V. Dus alle tegenstanders worden naar binnengetrokken. Ze mogen dan komen tot op 20 meter van de grote backlijn en dan wordt het blok gezet. Dus ze lopen zichzelf gewoonweg vast. Het gebeurt veel dat de ploeg die deze opstelling hanteert het zeer lang kan rekken, tot ongeveer in de 70-80ste minuut, maar dat dan hun conditie niet goed genoeg is en dat er dan gaten komen in de V en dat er dan zo tegengescoord wordt. Dit wilt dus zeggen dat je voor de volle 100% geconcentreerd moet zijn gedurende heel de match.
-
4-4-2
-
4-4-2 ruit
-
4-3-3
-
3-4-3
-
3-4-3 ruit
-
5-3-2