Italiaans/Antwoorden Les09
1.
1.1. 317 miljoen
1.2. B
1.3. op 1 januari 2002
1.4. In Frankfurt am Main (Francoforte sul Meno)
1.5. 480 miljoen.
2.
1. Della
2. con gli
3. sulle
4. sull'
5. nel
3.
1. esco
2. siamo rimasti/rimaste
3. sono usciti/uscite
4. stai
5. state
6. ik ben gebleven
7. ik sta/voel me
8. wij gaan uit
9. zij blijven
10. Wij hebben gestaan/hebben zich gevoeld/zijn geweest
4.
1. b
2. c
3. d
4. e
5. a
5.
1. Ik ga naar de woestijn
2. De vlam in het hooi!
3. Vis of vlees? Nee, bedankt, niets.
4. Sta jij op het gordijn?
5. Het zwijn/varken is lelijk.
6.
1. Non mi piace il comune!
2. Abiti sulla isola con i lupi.
3. La bandiera dell'Italia.
4. L'acido limone.
5. Abitano in questo edificio pericoloso.