Kaartspel/Sparen

Sparen is een kaartspel met het doel dat je alle vier de kaarten van dezelfde waarden in je hand krijgt.

Spelverloop

In het begin van het spel krijgen alle spelers vier kaarten die alleen voor de betreffende speler zichtbaar mogen zijn (de overige kaarten behoren tot de centrale trekstapel, de pot). De spelers moeten vervolgens om de beurt een kaart op een centrale aflegstapel leggen (die ontstaat bij de eerste beurt) en een kaart van de pot pakken. Aan het eind van elke beurt heeft een speler dus sowieso vier kaarten. Degene die vier kaarten van dezelfde waarden heeft, bijvoorbeeld K♥K♣K♦K♠, wint.

Als alle kaarten van de pot op zijn, wordt, net als bij pesten, de aflegstapel geschud en als nieuwe pot gebruikt. Wanneer iemand daarna een kaart oplegt, ontstaat er weer een nieuwe aflegstapel.

Speciale kaarten

• Een Aas, een boer, een vrouw en een heer: (wat hierbij vaak "een plaatje" genoemd wordt) degene die een van deze kaarten oplegt mag daarna simpelweg een kaart van de pot pakken, maar mag er ook voor kiezen om die beurt de centrale aflegstapel te doorzoeken en/of daar een van te pakken pakken. Als iemand bijvoorbeeld vijven spaart en een tegenspeler een vijf oplegt, kan degene die vijven spaart dit zien, onthouden en wanneer hij een plaatje oplegt kan hij de vijf uit de aflegstapel pakken. Er mag geen joker uit de aflegstapel gepakt worden. Meestal worden de jokers daarom apart van de aflegstapel gelegd en pas weer toegevoegd als de pot op is en de aflegstapel als nieuwe pot geschud moet worden.
• De joker: degene die een joker pakt dient de bovenste tien kaarten uit de pot zichtbaar op tafel te leggen, daar vervolgens een van te pakken, en de overige negen kaarten op de aflegstapel te leggen. Hierbij mag ook weer een nieuwe joker gepakt worden.