Latijn (scholierenversie)/Antwoorden Oefenteksten
Les 1
bewerkenPriamus is een Trojaan.
Priamus is een oude man.
Priamus is gelukkig, hij is immers koning.
Paris is een Trojaan.
Hector is ook een Trojaan.
Paris is een jongen.
Hector is een jongeman.
Paris en Hector varen.
Paris is gelukkig, want hij ziet Griekenland.
Les 2
bewerkenParis vaart naar Griekenland.
Paris kan Griekenland niet zien, want Griekenland is ver weg.
Paris luistert naar de golven.
Paris denkt aan Troje en aan Priamus en hij verlangt naar een huis.
Dan roept Paris: "Ik zie Griekenland!"
Hector vraagt: "Waar zie jij Griekenland?"
Paris wijst Griekenland aan.
Paris en Hector zijn gelukkig.