Leer jezelf ecologisch tuinieren/Taxus

Taxus is een geslacht van coniferen, meestal ingedeeld in de taxusfamilie (Taxaceae). Het zijn vrij traag groeiende bomen of struiken die zeer lang kunnen leven. De hoogte kan variëren van 1 tot 40 m en de boomstammen kunnen een doorsnede tot maar liefst 4 m bereiken. Ze hebben een roodachtige schors en lancetvormige, vlakke, donkergroene, lange bladeren van 1–4 cm bij 0,2-0,3 mm.

Elke kegel bevat één enkel zaad, gedeeltelijk omringd door een gewijzigde kegelschaal die zich tot een zachte, heldere rode besachtige structuur ontwikkelt aan het eind. Dit is een zaadmantel: deze is 8–15 mm lang en breed en open. Ze is rijp zes tot negen maanden na bestuiving en wordt dan (inclusief het omsloten zaad) gegeten door lijsters en andere vogels, die de harde zaden onbeschadigd via hun uitwerpselen verspreiden. De rijping van de "besjes" wordt uitgespreid over twee tot drie maanden, om de kans op succesvolle verspreiding van de zaden te verhogen. Taxussen zijn meestal tweehuizig.

Alle taxussen zijn zeer dicht verwant aan elkaar, en door sommige botanici worden ze allemaal behandeld als ondersoorten of variaties van enkel één wijdverspreide soort. Bij deze behandeling is de gebruikte soortnaam Taxus baccata, de eerste wetenschappelijk beschreven soort.

Het meest afwijkend is Taxus sumatrana. Deze heeft dunne, sikkelvormige geelgroene bladeren. Taxus globosa is ook afwijkend met gebladerte dat tussen dat van de Sumatraanse taxus en de overige taxussoorten in zit.

Alle soorten taxus bevatten het hoogst giftige taxine, een alkaloïde, met enige variatie in de precieze formule van het alkaloïde tussen de soorten. Alle delen van de boom behalve de "bessen" bevatten het alkaloïde. De besjes zijn eetbaar en zoet, maar het zaad is erg giftig. In tegenstelling tot vogels kan de menselijke maag de zaadhuid afbreken en taxine vrijgeven in het lichaam. Dit kan fatale resultaten hebben als de zaadmantels zonder de zaden eerst te verwijderen wordt gegeten. De grazende dieren, in het bijzonder vee en paarden, worden ook soms dood gevonden dicht bij taxus na het eten van de bladeren.

Gebruik & tradities bewerken

Het hout van de taxus is roodachtige bruin (met wit spinthout) en is tamelijk hard. Het werd traditioneel gebruikt om bogen te maken. De naam is afgeleid van het Griekse τόξο (toxo) dat 'boog' betekent (waarvan ook het woord 'toxisch' afgeleid is). Derhalve is het niet verrassend dat in de Noordse mythologie, de god van de boog, de naam Ydalir (Taxus) had.

Uit sommige taxussoorten wordt de grondstof voor het kankermedicijn Paclitaxel gewonnen. Dit cytostaticum is beter bekend onder de merknaam Taxol vernoemd naar de Taxus.

De venijnboom (Taxus baccata) wordt vaak aangeplant in kerktuinen. Men stelt soms dat deze boom als symbool van het lange leven of als boom van de dood werd geplant. Een andere verklaring is dat venijnbomen werden geplant om landbouwers en herders te ontmoedigen hun dieren op de begraafplaatsen achter te laten; het giftige gebladerte was immers een belemmering.

De taxussen worden veel gebruikt in modellerende en siertuinbouw. Er zijn meer dan 400 cultivars van taxussen bekend. De overgrote meerderheid hiervan is gekweekt uit de venijnboom, Taxus cuspidata en de hybride tussen deze soorten (Taxus × media). Het populairst hiervan is de "Ierse taxus" (Taxus baccata 'Fastigiata'), een cultivar van de gewone taxus.

De taxusboom is een frequent symbool in de christelijke poëzie van T.S. Eliot, vooral in zijn Vier Kwartetten.

Soorten bewerken

 
Close-up van het "besje", ook arillus genoemd

De volgende soorten worden onderscheiden:

  • Taxus baccata - venijnboom
  • Taxus brevifolia
  • Taxus canadensis
  • Taxus chinensis
  • Taxus cuspidata
  • Taxus floridana
  • Taxus globosa
  • Taxus sumatrana
  • Taxus wallichiana

Bronnen

Bron(nen):
Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) vertaald vanaf de Engelstalige Wikipedia]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.