Leerparadijs/School
Opzet
bewerkenHet Leerparadijs bood voortgezet onderwijs op havo/vwo-niveau aan kinderen met autisme die extra zorg nodig hadden. De school was gericht op de unieke behoeften van elke leerling, zodat ze zich thuis konden voelen in een leeromgeving die was afgestemd op hun specifieke behoeften en leerstijlen. De school had de vrijheid om de manier van onderwijsaanbod, organisatie en inrichting van het onderwijs te bepalen, waardoor het onderwijs nauwkeurig kon worden afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Het Leerparadijs bood onderwijs op vwo-niveau, maar leerlingen konden ervoor kiezen om een havo- of vwo-diploma te behalen.
Het Leerparadijs moest voldoen aan verschillende eisen volgens de Leerplichtwet en de Wet op het voortgezet onderwijs. Deze eisen omvatten onder andere dat het onderwijs de leerlingen in staat stelde om hun onderwijsloopbaan voort te zetten in het vervolgonderwijs op een niveau dat van de leerling mocht worden verwacht, dat de school verantwoording aflegde in een schoolplan over de integratie van de leerlingen in de Nederlandse maatschappij, en dat het onderwijs een ononderbroken ontwikkelingsproces bood dat was afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Ook mocht het onderwijs uitsluitend worden gegeven door bevoegde leraren en de school moest zorgdragen voor de sociale, psychische en fysieke veiligheid op school.
Organisatie
bewerkenDe openingstijden waren vastgesteld van 8:00 tot 16:00 op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Op de woensdagen was de school gesloten. Leerlingen mochten in overleg met de coaches zelf de schooltijden bepalen. Schoolvakanties en roostervrije dagen werden in overleg met leerlingen en ouders vastgesteld. De uren dat een leerling begeleid leerde werden bijgehouden middels een urenregistratie. Leerlingen konden zelf hun tijden indelen en verdelen. Een time-out, ziekte of een andere onderbreking kon zodoende eenvoudig worden gecompenseerd.
Het Leerparadijs kende geen leerjaren en daarom kon een leerling niet blijven zitten. Het Leerparadijs verdeelde het schooljaar in drie periodes van 13 weken (65 onderwijsdagen, 13 studiepunten) waarin men van tweede voertaal wisselde en waar op het eind aan de hand van het portfolio de balans werd opgemaakt. Van de hiervoor genoemde leertijd kon afgeweken worden als dit de persoonlijke ontwikkeling op de lange termijn diende. In dat geval volgde de leerling een op maat gemaakt onderwijsprogramma en/of dagbesteding.
Het Leerparadijs was een dagschool waarin het onderwijs was gericht op het ontwikkelen van unieke leertrajecten voor haar studenten. Door de focus op individualisme konden de studenten leren in een tempo dat bij hen paste, wat leidde tot een integratieve leeromgeving zonder strikte scheiding tussen leerjaren of niveaus. De school was verantwoordelijk voor het tijdig melden van in- en uitschrijvingen, verwijdering van leerlingen en ongeoorloofd verzuim aan de gemeente. Ongeoorloofd verzuim dat meer dan 16 uur per vier weken bedroeg, werd binnen zeven dagen gemeld. Het Leerparadijs zorgde ervoor dat de leraren bevoegd waren door onder meer een overeenkomst aan te gaan met Randstad of via het Samenwerkingsverband. Dit leverde een breed scala aan bevoegde 1e- en 2e-graads docenten op die flexibel en op basis van vraag konden worden ingezet. Het Leerparadijs hanteerde een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Het beleid ten aanzien van burgerschapsonderwijs was verweven in het schoolplan van de school.
Het onderwijs werd in het Nederlands gegeven, maar elke vier maanden koos Het Leerparadijs een andere tweede voertaal naast het Nederlands. De studenten probeerden elke periode een excursie te organiseren naar een land waar de betreffende taal werd gesproken. Ze bekostigden dit zelf door middel van allerlei acties. Vooraf trainden ze zichzelf dusdanig in de betreffende taal dat ze tijdens de excursie alleen maar in die taal spraken, lazen en schreven.
Het Leerparadijs hanteerde de leerdoelen van het reguliere onderwijs, zodat er geen hiaten ontstonden. De volgorde waarin de leerdoelen werden bereikt en de leerstof aan de orde kwam, was afhankelijk van de ontwikkeling en voorkeuren van de leerling. Het Leerparadijs vulde deze leerdoelen aan met die van het ondernemend leren en de executieve functies. Leerlingen haalden hun diploma’s via deelcertificaten, een staatsexamen of een examen als extraneus op een school met examenbevoegdheid. De volgorde en het niveau werden aangepast aan de behoeften en ontwikkeling van de leerling zelf.
Stakeholders
bewerkenCoaching en begeleiding vonden zoveel mogelijk plaats door een kleine vaste groep begeleiders. Het Leerparadijs kende geen klassen maar groepen van 4-6 leerlingen die met elkaar een sterke band ondervonden en de vaste begeleider als vertrouwenspersoon ervaarden. Zo was een klik-evaluatie (waarin de leerling aangaf of er na een tijdje een goede verstandhouding was ontstaan) een vast onderdeel. Scholieren mochten op het Leerparadijs zelf bepalen waar ze leerden, zolang dit onder begeleiding was. Het Leerparadijs had een veiligheidsplan en een zorg- en veiligheidscoördinator die meteen ook aanspreekpunt was wat betreft veiligheid en zorg.
Het Leerparadijs werkte nauw samen met de ouders. Ze zagen ouders als partner omdat zij eveneens gedachten, gedragingen en gevoelens van de leerlingen kenden en als gezin hier ook in stimuleerden. Ze vonden het in dit kader ook van belang dat ouders begrepen waarom een bepaalde koers, ondernemend leren en leven, werd gevaren. Wanneer de leerling zich alleen op school aanpaste, en thuis en eromheen verviel in oude patronen, zonder stimulans van ouders en belangrijke anderen, hadden de inspanningen weinig effect. Het hele systeem van het kind werd gevraagd achter de aanpak te staan. En waar nodig erin te begeleiden om erachter te kunnen staan en het nut ervan in te zien. Het Leerparadijs zag de ouders dus als belangrijke partners en maakte ook graag gebruik van de ouders als ervaringsdeskundigen om de benadering van de leerlingen nog meer passend te maken.
Leerlingen volgden bij het Leerparadijs hun eigen individuele leertraject met een eigen studietempo en vormden zo één groep zonder scheidingen tussen de leerjaren of de niveaus. Ondernemend onderwijs als doorlopende leerlijn in de volle breedte bleek, volgens de ervaringen met het Entreprenasium-initiatief, lastig te realiseren binnen het reguliere onderwijs. Echter, met partners uit de zorg, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, onderwijsbegeleiding, sociale entrepreneurs en specialisten op gebied van autisme die elk hun eigen bijdrage leverden, konden de drempels in een aparte ondernemende school worden overwonnen. Het Leerparadijs bood deze speciale plek en had de deuren tevens open voor leerlingen vanuit de reguliere scholen. Het Leerparadijs hoopte zo op laagdrempelige (uit)wisselwerking met reguliere scholen zodat te allen tijde een optimale onderwijsloopbaan kon worden gerealiseerd.