Lineaire algebra/Inleiding lineaire omhulsels
Deze pagina gaat over het begrip 'lineaire omhulsels'. Deze pagina is een vervolg op hoofdstuk 1, lineaire combinaties.
Er wordt in enkele teksten gebruik gemaakt van de schrijfwijze [2,1]T, dt betekent niet meer dan .
Lineair omhulsel?
bewerken1. Wat is een lineair omhulsel
- Een lineaire omhulsel is een verzameling van alle lineaire combinaties.
2. Voorbeeld van een lineair omhulsel
- Neem vector . Wat is het lineair omhulsul van vector A?
- De lineaire combinaties van vector A: [0,0,0]T zijn de vectoren .
- Het lineair omhulsul is dus: { }
Lineaire omhulsels in
bewerken- In zijn er drie type lineaire omhulsels mogelijk. En lineair omhulsel dat de oorsprong beschrijft, dat een lijn beschrijft en de hele ruimte .
1. De oorsprong
- De oorsprong is het enige punt dat door een lineair omhulsel kan worden beschreven. Het bevat dan ook slechts één vector, de nulvector.
- { }
2. Een lijn (door de oorsprong)
- Deze verzameling vloeit bijvoorbeeld uit één enkele vector waaruit de betreffende combinaties worden bepaald. Zoals bijvoorbeeld bij de vector [4,-6]T.
- { }
3. De ruimte
- De ruimte is op te spannen met de twee eenheidsvectoren (e1 en e2)
- { }
Lineaire omhulsels in
bewerken- In zijn er vier type lineaire omhulsels mogelijk. En lineair omhulsel dat de oorsprong beschrijft, dat een lijn beschrijft, een vlak beschrijft of de hele ruimte beschrijft.
1. De oorsprong Hiervoor geldt hetzelde als in : De oorsprong is het enige punt dat door een lineair omhulsel kan worden beschreven. Het bevat dan ook slechts één vector, de nulvector.
- { }
2. Een lijn (door de oorsprong)
- Deze verzameling vloeit bijvoorbeeld uit één enkele vector waaruit de betreffende combinaties worden bepaald. Zoals bijvoorbeeld bij de vector [4,1,-6]T.
- { }
3. Een vlak (door de oorsprong)
- Deze verzameling is een verzameling van twee vectoren (onderling onafhankelijk) die samen een vlak in opspannen. Zoals bijvoorbeeld de vectoren [3,2,1]T en [-8,-1,10]T.
- { }
4. De ruimte
- De ruimte is op te spannen door middel van de drie eenheidsvectoren:
- { }