Linux Systeembeheer/Opzet van het boek
Structuur van elk hoofdstuk
bewerkenElk hoofdstuk heeft een vaste structuur:
- Inleiding
- Schets van de context en motivatie van de stof behandeld in het hoofdstuk.
- Leerdoelen
- Wat moet je na het lezen van dit hoofdstuk precies kennen en kunnen?
- Tekst
- Het onderwerp uitgewerkt.
- Labo-opgave
- Uitgebreide oefening waarin je de kennis uit dit hoofdstuk in de praktijk brengt.
- Bibliografie
- Bronvermelding van alle in de tekst gerefereerde werken en aanbevolen lectuur voor verdere studie.
Conventies
bewerkenIn dit boek worden bestandsnamen, commando's en letterlijke argumenten van commando's in vet weergegeven. Niet letterlijk te nemen argumenten (die je moet vervangen door een zinvolle waarde) en dergelijke komen in cursief. Bijvoorbeeld:
$ cp bestand directory
Het commando cp moet je letterlijk zo intikken, bestand en directory moet je vervangen door zinvolle waarden.
Delen van configuratiebestanden en terminalsessies worden weergegeven in een monogespatieerd lettertype.
Bij de uitleg van de syntax van een commando, gebruiken we gelijkaardige conventies als die in de Linux commandohandleidingen (man-pages).
- Alles tussen rechte haken ("[" en "]") is optioneel;
- Wat gevolgd wordt door een ellipsis ("...") kan worden herhaald;
- Accolades ("{" en "}") geven alternatieven aan, gescheiden door verticale lijnen ("|").
Om tekstpatronen aan te geven, gebruiken we zgn. "globbing"-karakters zoals gebruikt in de shell:
- Een asterisk (*) komt overeen met nul of meer karakters;
- Een vraagteken (?) komt overeen met één willekeurig karakter;
- een tilde (~) slaat op de homedirectory van de huidige gebruiker.