Je gaat een kort verhaal schrijven over wat er zou gebeuren als je met een groep mensen op een onbewoond eiland strandt. Volg de stappen/vragen hieronder.
Je kunt steeds afvinken welke keuzes je maakt en begrippen je gebruikt. Uiteindelijk is je verhaal 200-225 woorden lang.
Het geheel bestaat uit een inleiding, kern en slot.
Gebruik synoniemen en verwijswoorden om herhaling te voorkomen.
Houd precies bij hoeveel woorden je schrijft en zet dit bij elke van de drie alinea's.
1. In de inleiding beschrijf je wat er als eerste gebeurt wanneer jullie op het eiland aankomen. Hoe reageren mensen? Wie neemt de leiding? Wat wordt er afgesproken?
▢ Toen we op het eiland aankwamen ...
▢ De meeste mensen waren nog in paniek van de vreselijke ramp ...
▢ Toen we het strand bereikten namen de oudsten van onze groep gelijk de leiding ...
2. In het middenstuk beschrijf je hoe men de weken daarna samenleeft. Hoe kom je aan onderdak en eten? Welke regels worden afgesproken? Welke taken zijn er en hoe worden deze verdeeld? Wat wordt er gedaan als men het oneens is of ruzie krijgt?