Maatschappijleer/Referentiekader maatschappijleer/Parlementaire democratie
In een parlementaire democratie stemmen inwoners op volksvertegenwoordigers die het bestuur controleren.
In de politiek werken mensen aan het algemeen belang van ons land. Minister, burgemeester, Tweede Kamerlid en raadslid zijn functies die horen bij de overheid.
Nederland is behalve een rechtsstaat ook een democratie. Er zijn vrije (en geheime) verkiezingen waarbij burgers vertegenwoordigers kiezen. Deze zijn verbonden aan een politieke partij en meestal ook een politieke stroming.
In het parlement worden de belangrijkste besluiten genomen. Parlementsleden controleren het werk van het kabinet en zij stemmen voor of tegen bepaalde wetgeving.
Na de landelijke verkiezingen probeert een aantal partijen afspraken te maken voor een volgende regeerperiode. Tijdens de formatie worden de ministerposten verdeeld.
Elke provincie heeft een eigen volksvolksvertegenwoordiging, de Provinciale Staten. Zij zijn kritisch op het provinciebestuur.
Ook alle gemeenten hebben een eigen bestuur: het college van B en W. Zij worden gecontroleerd door de gemeenteraad.
Begrippen
bewerken- 61. politiek
- het maken van keuzes in het bestuur van het land, de provincie of gemeente
- 62. algemeen belang
- zaken die voor de meeste mensen belangrijk zijn
- 63. overheid
- alle politici en ambtenaren
- 64. democratie
- de bevolking heeft invloed op politieke besluiten
- 65. politieke stromingen
- politieke partijen in Nederland zijn meestal liberaal, christen-democratisch of sociaal-democratisch
- 66. parlement
- de leden van de Eerste en Tweede Kamer bepalen wat er moet gebeuren in Nederland
- 67. kabinet
- de ministers en staatssecretarissen zijn het dagelijks bestuur van ons land
- 68. formatie
- na de verkiezingen gaat een aantal partijen onderhandelen over een nieuw kabinet
- 69. Provinciale Staten
- de gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie
- 70. college van B en W
- de burgemeester en wethouders zijn het dagelijks bestuur van een gemeente
Doelen
bewerken☐ Leg uit wat we bedoelen met het begrip parlementaire democratie
☐ Leg uit wat we bedoelen met politiek
☐ Leg uit wat we bedoelen met ambtenaren en geef ook voorbeelden
☐ Geef drie voorbeelden van zaken van algemeen belang
☐ Leg uit wat we bedoelen met een politieke stroming
☐ Geef een beschrijving van de drie politieke hoofdstromingen in Nederland
☐ Leg uit wat we bedoelen met populistische partijen
☐ Leg uit wat we bedoelen met one issue-partijen
☐ Geef voorbeelden van standpunten van linkse, rechtse en middenpartijen
☐ Leg uit wat we bedoelen met het begrip democratie
☐ Noem kenmerken van een democratie
☐ Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen directe en indirecte democratie
☐ Leg het verschil uit tussen actief en passief kiesrecht
☐ Leg uit waarom we zeggen dat verkiezingen vrij en geheim zijn
☐ Benoem en beschrijf wat de rol van de lijsttrekker in verkiezingstijd
☐ Benoem en beschrijf wat er gebeurt nadat de verkiezingen hebben plaatsgevonden
☐ Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat het regeerakkoord is
☐ Benoem en beschrijf wie er precies in de Tweede Kamer zitten
☐ Benoem en beschrijf wat er na de verkiezingen gebeurt
☐ Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat we bedoelen met een compromis
☐ Beschrijf wat er gebeurt bij een referendum
☐ Benoem het aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer
☐ Benoem de twee hoofdtaken van het parlement
☐ Leg uit wat de rol van de Eerste en Tweede Kamer is bij het maken van wetten
☐ Benoem de rechten van Kamerleden voor hun wetgevende taak
☐ Benoem door wie de Eerste en Tweede Kamer gekozen worden
☐ Benoem de rechten van Kamerleden voor hun controlerende taak
☐ Leg uit wat we bedoelen met coalitie en oppositie
☐ Benoem wie er in de regering zitten
☐ Leg uit wat de rol is van de regering
☐ Leg uit hoe de regering wordt samengesteld
☐ Geef voorbeelden van waar ministers zich mee bezig houden
☐ Geef een voorbeeld van hoe er door ministers wordt samengewerkt
☐ Leg uit wat de rol van een staatssecretaris is
☐ Benoem wie er in het kabinet zitten
☐ Beschrijf de rol van de minister-president
☐ Beschrijf de macht van de koning
☐ Noem taken van de koning
☐ Leg uit wat de troonrede precies is
☐ Leg uit wat we bedoelen met de miljoenennota
☐ Geef voorbeelden van taken van de provincie
☐ Benoem en beschrijf de rol van de commissaris van de Koning
☐ Benoem en beschrijf de rol van de Provinciale Staten
☐ Benoem en beschrijf de rol van de gedeputeerde staten
☐ Beschrijf de rol van het college van burgemeester en wethouders
☐ Beschrijf de rol van de gemeenteraad
☐ Leg uit wat de wethouders precies doen
☐ Geef voorbeelden van taken van de burgemeester
☐ Geef een voorbeeld van hoe taken van de gemeente in de afgelopen jaren veranderd zijn