Modelspoorwegbouw/Analoge besturing/AC
Analoge locomotieven van Märklin worden bestuurd door middel van een wisselspanning; de Engelse term hiervoor is AC, de afkorting van Alternating Current, ook wordt wel het teken "~" gebruikt.
De regeltransformator (verkort: trafo) levert een spanning van 6 tot 16 volt, bij het verhogen van de spanning zal de rijsnelheid toenemen, maar ook de lichtsterkte van de lampjes in de loc. Ook hier is de snelheid natuurlijk afhankelijk van het type loc en de staat van onderhoud.
Het omschakelen van de rijrichting gaat met een omschakelrelais in de locomotief. Dit wordt bediend door een z.g. "overspanning" van 24 volt, die optreedt als je de trafo voorbij de 0 drukt. Bij locomotieven met een Telex-koppeling wordt deze op dezelfde manier ook bekrachtigd: de eerste overspanningpuls maakt beide koppelingen actief, de volgende schakelt dit weer uit en wisselt de rijrichting.
Aansluitingen:
██ Voeding (van sleepkontakt) ██ Rotor ██ Veldwikkeling 1 ██ Veldwikkeling 2 ██ Verlichting voor ██ Verlichting achter ██ Retourleiding verlichting ██ Massa |
Oorspronkelijk werd een mechanisch relais toegepast, dat bij de oudere modellen bovendien ook handmatig bediend kon worden; sinds 1982 werden locs meer en meer van een electronisch gestuurd bi-stabiel relais voorzien.
Märklin digitale locs kunnen ook op analoge wisselspanning gebruikt worden. De digitale decoder fungeert dan als omschakelrelais.
Aansluiten
bewerkenDe Märklin trafo's type 6647 hebben vier aansluitingen: rood en bruin voor de rijstroom, en geel en bruin voor constante voeding van andere elementen op de baan, zoals b.v. de binnenverlichting van huisjes. De beide bruine klemmen zijn inwendig met elkaar verbonden. Oudere trafo's hebben drie kontaktbussen: rood, geel en bruin.
In de serie M-rails was een aansluitrail leverbaar met een rode en een bruine draad, voor de K- en C-rails bestaan aansluitsets met kabelschoentjes, die overeenkomstig de lettercodes ("B" en "0") op de rails moeten worden aangesloten.
De spoelen van wissels en ontkoppelrails worden gevoed vanuit de gele draad, de stroomterugvoer geschiedt bij M-rails via de nulleiding van de rails.
Kleur | Code | Functie |
---|---|---|
rood | B | rijstroom, 0 tot 16 volt, 24 volt momentschakeling |
geel | L | constante spanning van 16 volt, voor wissels en verlichting etc. |
bruin | 0 | retourleiding voor B en L |
blauwe draad met groene steker | sein veilig; wissel rechtuit | |
blauwe draad met rode steker | sein onveilig; wissel afbuigend |
De blauwe draden van wissels en seinen worden door een schakelaar of kontaktrail kortstondig aan de nulleiding verbonden om de magneet te bekrachtigen.