De klassieke LGB-locomotief, Stanz

Geschiedenis

bewerken

De fabriek werd in 1881 als Blechspielwaren-Fabrik von Lehmann & Eichner opgericht door Ernst Paul Lehman en Jean Eichner en was gevestigd in Brandenburg an der Havel. In 1884 stierf Eichner, waarna Lehmann het bedrijf voortzette. Het bedrijf stond er toen slecht voor, doordat veel van de ontwerpen werden gekopieerd door concurrenten. Lehmann besloot zijn producten te beschermen met patenten.

In 1888 was het bedrijf weer gezond. Er werd naast ander speelgoed blikken opwindspeelgoed geproduceerd, zoals vliegtuigen, zeppelins, auto's en motorfietsen. Bekende speelgoedfiguren van deze fabrikant in die tijd waren Kletteraffe Tom, de Störrische Esel Tanzmatrose en de TUT TUT auto. In 1895 werd de fabriek verwoest door brand. Export was altijd belangrijk voor de firma. In 1904 reisde Lehman naar Amerika om de St.Louis Exposion te bezoeken. Hierna zijn er altijd warme zakelijke contacten met Amerika geweest. Het opschrift op de verpakkingen was dan ook zowel in het Duits als in het Engels geschreven.

1926 werd de naam Ernest Paul Lehmann Patentwerk geïntroduceerd, wat een begrip werd op het gebied van mechanisch speelgoed. Nadat Lehmann in 1934 was overleden nam diens neef Johannes Richter de fabriek over. Richter was al vanaf 1908 tot 1911 in dienst van het bedrijf geweest en sinds 1921 was hij partner in de onderneming.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog had het bedrijf het moeilijk vanwege de materiaalschaarste en het wegvallen van de export, maar het bedrijf heeft in deze periode ondanks de druk van de nazi's geen militaire getint speelgoed gemaakt. Lehhman weigerde dit namelijk vanuit zijn geloofsovertuiging. Een paar maanden na het einde van de oorlog werd de productie hervat in de onbeschadigde fabrieksgebouwen in Brandenburg die na de oorlog in de bezettingszone van de Sovjet-Unie lagen. De productie was bestemd voor export naar de Sovjetunie.

In 1948 werden de fabriek en alle verdere eigendommen waaronder het woonhuis van de eigenaar onteigend, omdat Johannes Richter ervan beschuldigd werd een nazicrimineel en oorlogsprofiteur te zijn. Het bedrijf werd zonder Richter als Volkseigenen Betrieb onder de naam VEB Mechanischne Spielwaren voortgezet. Het werd de toonaangevende fabrikant van blikken speelgoed van de toenmalige DDR. Richter vertrok uit Brandenburg en vestigde zich eerst in West-Berlijn en later in Neurenberg.

 
De voormalige LGB-fabriek in 2010

In 1950 begon Richter met zijn zoons Eberhard en Wolfgang een nieuw bedrijf in Neurenberg, wat na de dood van Richter in 1956 door zijn zoons werd overgenomen. In 1959 werd een nieuwe productielijn in gebruik genomen waar men kunststof kon verwerken. Op de Neurenbergse speelgoedbeurs van 1968 werd de treinen van Lehmann GroßBahn (LGB) voor het eerst aan het publiek getoond. De treinen waren gemaakt van Luran S, een kunststof gefabriceerd BASF en reden op messing rails met kunststof bielzen. De naam LGB was een afkorting van Lehmann-Groß-Bahn (of Lehmann-Garten-Bahn). Het waren modeltreinen voor buitengebruik met een spoorbreedte van 45 mm gebouwd in de door LGB ontwikkelde schaal "G" (1:22,5). In feite is het een schaal die varieert van 1:20 tot 1:32, afhankelijk van het specifieke model. Er is altijd creatief met de schaal omgegaan, omdat zowel smal- als breedspoortreinen op dezelfde spoorbreedte moesten rijden. Het eerste model was de meest bekende locomotief die tot op de dag van vandaag geproduceerd wordt, de Stainz. Deze trein heeft wel een ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen is er in de loop der jaren veel veranderd aan de techniek, maar zijn er ook zijn er geluidseffecten en een rookgenerator toegevoegd. Vanaf 1980 tot 1997 heeft LGB ook de treinen voor Playmobiel geproduceerd. Het waren simpele, robuust uitgevoerde treinen die speciaal voor kinderen waren ontworpen. Deze reden op dezelfde rails als LGB en de onderstellen en motoren waren gelijk aan die van sommige LGB-modellen. Hierna is Playmobiel op RC (Radio control) treinen met accuvoeding overgestapt. Deze reden op kunststof rails die dezelfde spoorbreedte had als LGB.
In 1981 trad Rolf, de zoon van Wolfgang Richter en 1988 de zoon Johannes van Eberhard Richter tot de zaak toe. In 1988 werd LGB of America (LGBoA) te San Diego opgericht.

In 2006 werd het 125-jarige jubileum van Ernst Paul Lehmann Patentwerk groots gevierd op het fabrieksterrein van de LGB-fabriek te Neurenberg. Slechts zeer kort daarna viel het doek voor de LGB-fabriek. Na het faillissement is de Lehmann-Sammlung uit het fabrieksmuseum, die veel van het blikken speelgoed uit de beginperiode van de fabriek bevatte, ondergebracht in het Spielzeugmuseum te Neurenberg.

Het faillissement en de doorstart

bewerken

Op 18 september 2006 meldde het management van LGB aan het Amtsgericht te Nürnberg dat het bedrijf niet meer in staat was aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Een paar dagen daarvoor was de de Amerikaanse tak van het bedrijf, LGB of America (LGBoA) al aan het Amerikaanse bedrijf G45 verkocht. Begin 2007 wilde Hermann Schöntag, de toenmalige eigenaar van de Rügenschen Kleinbahn, een smalspoorbaan op het eiland Rügen gelegen in Mecklenburg-Vorpommern, het bedrijf kopen. Schöntag richtte hiervoor het bedrijf EP Lehmann GmbH & Co KG op. Het bleek echter niet mogelijk de financiering rond te krijgen waarna dit bedrijf op 23 april 2007 ook het faillissement moest aanvragen. Hierna nam de modeltreinenfabrikant Marklin LGB op 26 juli 2007 over. De productie werd naar het buitenland, waaronder China, verplaatst. In 2009 kwam Märklin echter ook in financiële problemen en ging uiteindelijk failliet. Op 21 maart 2013 kondigde de Simba-Dickie-Group de overname van het moederbedrijf Märklin aan waardoor dit bedrijf ook de eigenaar van LGB werd.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.