Nederlands/Spelling/Tussen-n
< Nederlands | Spelling
De tussenletter -n- ontstaat na het samenvoegen van twee woorden. Hierbij gelden de volgende regels:
- Met tussen-n
- Wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het enkelvoud eindigt op een toonloze -e (zoals in de) en alleen een meervoud op -n heeft. Er zijn maar weinig van zulke samenstellingen.
- invalidenparkeerplaats (invalide - invaliden)
- beklaagdenbank (beklaagde - beklaagden)
- Wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het enkelvoud niet eindigt op een toonloze -e (zoals in de) en een meervoud op -en heeft. Het mag ook nog een ándere meervoudsvorm hebben. Van zulke samenstellingen zijn er heel veel.
- paardenstaart
- platenbon
- krantenlezer
- eendenei
- Wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat op een toonloze -e eindigt en dat naar een vrouwelijk persoon verwijst.
- agentenuniformrokje (agente + uniformrokje)
- adolescentenbehaatje (adolescente + behaatje)
- Zonder tussen-n, met -e-
- Wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat ten eerste in het enkelvoud eindigt op een toonloze -e (zoals in de) en ten tweede een dubbel meervoud heeft op -n én -s, schrijven we geen tussen-n.
- groentesoep (groenten / groentes)
- gedachtewisseling (gedachten / gedachtes)
- Wanneer het eerste deel van de samenstelling een persoon of een zaak is waar er maar een van is. Het betreft een gering aantal samenstellingen.
- Koninginnedag
- maneschijn
- zonnebril
- Bepaalde uitdrukkingen waarin de originele betekenis verloren is gegaan (we noemen dit versteende uitdrukkingen).
- apekool (larie, dit heeft niets te maken met een kool die door apen gegeten wordt)
Merk echter op: als het eerste deel van de samenstelling een werkwoord is, staat er nooit een tussen-n:
- karnemelk (karnen + melk)
- liegebeest (liegen + beest)