Onderwijs in relatie tot P2P/MOS - Biodiversiteit
MOS is een gezamenlijk project van de Vlaamse Overheid, de 5 Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In de provincie Limburg is MOS ingebed in het Provinciaal Natuurcentrum (PNC). www.mosvlaanderen.be, www.limburg.be/mos
Waar staan wij voor? Hoe, waar en waarom speelt duurzaamheid en educatie een rol?
bewerkenMOS ondersteunt basis- en secundaire scholen, om van de school een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving te maken. De missie van MOS: samen leren om duurzame keuzes te maken voor de planeet.
Algemeen aanbod:
- Begeleiding op maat door een team van MOS-begeleiders
- Communicatietools en inspirerende voorbeelden die vrij beschikbaar zijn voor alle scholen
- Netwerk van scholen via de Groene Kaart
Aanvullend aanbod in Limburg:
- Documentatiecentrum met uitleenbare NME-materialen
- Nascholingen en netwerkmomenten i.s.m. LIMNET
- Klimaatsubsidies voor MOS-scholen
- De materiële en inhoudelijke ondersteuning van het Limburgs Veldstudiecentrum (LIVEC)
- Samenwerking met Limburgse gemeenten
Met wie en voor wie werken wij?
bewerkenHet MOS-project wordt in Limburg sterk verbonden met de werking van het Provinciaal Natuurcentrum (www.pnc.be). Het PNC zet zich in voor het behoud en het versterken van de Limburgse biodiversiteit en het wil de bewoners en bezoekers van Limburg bewust maken van de impact van hun gedrag op onze leefomgeving. Door de combinatie van natuurwetenschappelijk onderzoek met NME, beschikt het PNC over een unieke kruisbestuiving van kennis en kunde, van inhoud en (ped)agogiek, van het verhaal kennen en het kunnen vertellen. Het PNC is een kruispunt van biodiversiteit en educatie.
Het PNC stuurt 4 netwerken aan:
- De Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA), bestaande uit enkele honderden vrijwilligers en 11 thematische werkgroepen, onderzoekt de Limburgse biodiversiteit, publiceert en adviseert het natuurbeleid.
- Het Limburgs Natuur- en Milieueducatief Netwerk (LIMNET) met deskundigen uit het onderwijs en de NME-sector, geeft advies bij het ontwikkelen van nieuwe NME-projecten.
- Het Limburgs Veldstudiecentrum (LIVEC), met labo’s, (uitleenbare) materialen, technieken en expertise, ondersteunt LIKONA-vrijwilligers, studenten, leerkrachten en leerlingen bij de studie van de Limburgse biodiversiteit
- MOS, zie hoger.
De doelgroep van het MOS-project zijn Leerkrachten / scholen.
Waar en hoe is er potentieel voor P2P? Zijn er ook grenzen?
bewerkenRecente, succesvolle biodiversiteitsprojecten in scholen (zie De schoonheid van de Abeek onthuld en Natuurgebieden verbinden) vertonen een aantal patronen die interessant zijn om af te toetsen aan het P2P-model:
- Leerlingen krijgen eigenaarschap over een project en dit geeft creatieve, aantrekkelijke resultaten, het is erg motiverend en er wordt veel werk verzet.
- Het project groeit organisch, nieuwe partijen schakelen zich met grote betrokkenheid rond het onderwerp, er worden resultaten geboekt die niet op voorhand gepland waren.
- Technieken spelen een belangrijke rol.
- Betrokkenheid, expertise van leerkrachten en begeleiders lijkt cruciaal.
- Sociale media worden ingezet om breed te communiceren, niet enkel over het resultaat maar ook over de dagelijkse ervaringen tijdens het proces.