'Het was nacht en ik sliep, omdat de burgers van Athene mij belemmeren om naar Kreta te gaan,
|
maar wat deed ik tegen hen toen de zon licht aan de aarde gaf?'
|
De man toonde een witte huid en stierf een ongelukkige dood.
|
De vrouw van de man ging met een grote angst naar het lijk van haar man,
|
toch wilde zij niet naar het lijk gaan,
|
want de vrouw meent dat zij de stervelingen, die haar man doodden, zal aantreffen.
|
Dan zouden zij ook haar én haar kinderen doden en naar de Tartarus sturen,
|
en tegelijkertijd gingen zij hen vanaf de rotsen naar beneden in de zee werpen.
|
Dus toen ging ze weg, ze verliet haar man en rende snel naar huis.
|
De man én de vrouw én alle kinderen van de man huilen nu zeer,
|
omdat deze man nu niet meer (op een) goed(e) (manier) is gestorven.
|