Oudgrieks/Lidwoorden
Gebruik
bewerkenHet Oudgrieks heeft een lidwoord dat vervoegd wordt samen met het woord waar het bij staat. Het lidwoord kan staan voor een:
- Zelfstandig naamwoord
- Infinitief
- Participium (als dit zelfstandig wordt gebruikt)
Als er voor een Grieks woord een lidwoord staat wordt dit vertaald met "de" of "het". Als er geen lidwoord staat wordt dit vertaald met "een".
Vorming
bewerkenHet lidwoord staat bij een ander woord, dus vervoegt het zich hiernaar (d.w.z. neemt vorm aan die bij dat andere woord past).
Mannelijk | Vrouwelijk (enk.) | Onzijdig (enk.) | |
---|---|---|---|
Nominativus enkelvoud | ó | η | το |
Genitivus enkelvoud | του | της | του |
Dativus enkelvoud | τῳ | τῃ | τῳ |
Accusativus enkelvoud | τον | την | το |
Nominativus meervoud | οί | αί | τα |
Genitivus meervoud | των | των | των |
Dativus meervoud | τοις | ταις | τοις |
Accusativus meervoud | τους | τας | τα |