Oudgriekse vormleer/Lidwoord

Het Oudgriekse lidwoord komt zowel qua oorsprong als qua gebruik ongeveer overeen met het Nederlandse bepaalde lidwoord (de, het). Oorspronkelijk was het, net als in het Nederlands, een aanwijzend voornaamwoord waarvan de betekenis verzwakt is.

Verbuiging

bewerken

Aangezien het oorspronkelijk een voornaamwoord was, gedraagt het Oudgriekse lidwoord zich als een naamwoord. De uitgangen zijn die van de klinkerverbuiging.


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief τό τώ τώ
(τά)
τώ οἱ αἱ τά
Accusatief τόν τήν τό τούς τάς τά
Genitief τοῦ τῆς τοῦ τοῖν τοῖν
(ταῖν)
τοῖν τῶν τῶν τῶν
Datief τῷ τῇ τῷ τοῖς ταῖς τοῖς


OPMERKINGEN:

  1. Aangezien men bij een aanspreking geen lidwoorden gebruikt, kent het Oudgriekse lidwoord geen vocatief.
  2. De vormen zonder begin-τ (, , οἱ en αἱ) hebben geen accent. Zij zijn proclitisch.

Etymologische noot

bewerken

In het Proto-Indo-Europees, evenals in het vroege Grieks, was wat wij het lidwoord noemen een aanwijzend voornaamwoord. De vormen met begin-τ komen voort uit PIE vormen met als stam *to-. Zij zijn stamverwant met het Nederlandse "die, dat", "de" en "deze, dit". De vormen die beginnen met een spiritus asper komen voort uit PIE vormen met als stam *so-. Deze stam komt terug in het Nederlandse "zo" en in het tweede deel van "deze".

Zie ook

bewerken
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.