Overleg Wikijunior:Het lichaam/Zintuigen
- Zintuig: een orgaan dat prikkels waarneemt.
- Voorbeelden van prikkels: lichtstralen, geluiden, geuren en aanrakingen.
- Als zintuigen prikkels opvangen, geven ze ‘seintjes’ af.
- Deze seintjes gaan via zenuwen naar de hersenen.
- De hersenen verwerken de seintjes die van de zintuigen afkomen.
- De huid bestaat van buiten naar binnen uit hoornlaag, kiemlaag , lederhuid en het onderhuids bindweefsel.
- Hoornlaag en kiemlaag worden samen opperhuid genoemd.
- Hoornlaag: resten van dode cellen.
- Functie: bescherming tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekkers (bacteriën).
- Eelt: een erg dikke hoornlaag.
- De hoornlaag slijt aan de buitenkant steeds af.
- Kiemlaag: levende cellen.
- Functie: de hoornlaag van binnenuit steeds aanvullen. In de kiemlaag worden steeds nieuwe cellen gevormd.
- Door de opperhuid heen steken haren. Aan de onderkant groeit een haar steeds aan.
- Talgklieren maken talg. Talg zorgt ervoor dat haren en de hoornlaag soepel blijven.
- Lederhuid: bevat zintuigen, zenuwen, pijnpunten, bloedvaten en zweetklieren.
- Zintuigen: warmte-, koude-, druk- en tastzintuigen. Tastknopjes liggen vlak onder de opperhuid.Drukzintuigen liggen dieper in de huid.
- Pijnpunten (de uiteinden van bepaalde zenuwen): nemen pijn waar.Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
- Zweetklieren maken zweet. Door verdamping van zweet koelt het lichaam af.
- Onder de huid ligt vet opgeslagen.
- Het vet dient als reservevoedsel.
- In de zijkanten van groefjes in de tong liggen smaakknopjes.
- In de smaakknopjes liggen zintuigcellen.
- Er zijn aparte smaakknopjes voor de smaken zoet, zuur, zout en bitter.
- Het proeven van alle andere smaken komt tot stand doordat het reukzintuig dan geuren waarneemt.
- De smaakknopjes zijn verdeelt in 4 plekken.
- Oorschelp: vangt geluiden op.
- Geluiden zijn trillingen van de lucht.
- Gehoorgang: hierdoor gaan geluiden naar het trommelvlies.
- Oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.
- Trommelvlies: wordt door geluiden aan het trillen gebracht.
- Trommelholte: holte achter het trommelvlies, gevuld met lucht.
- Gehoorbeentjes: geven de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis.
- Slakkenhuis: bevat het gehoorzintuig, dat trillingen waarneemt.
- Het gehoorzintuig geeft dan seintjes af.
- Gehoorzenuw: hierdoor gaan de seintjes naar de hersenen.
- Buis van Eustachius: verbindt de trommelholte met de keelholte.
- Normaal is de buis van Eustachius dicht.
- Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius open. Er kan dan lucht door de buis van Eustachius gaan.
- Oogspieren: zorgen ervoor dat het oog kan bewegen.
- Harde oogvlies: wit, stevig.
- Functie: het binnenste van het oog beschermen.
- Hoornvlies: doorzichtig; de voortzetting van het harde oogvlies aan de voorkant.
- Vaatvlies: bevat veel bloedvaten.
- Functie: zorgen voor de voeding van een groot deel van het oog.
- Iris: gekleurd; de voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant.
- Pupil: opening in de iris.
- Lens: doorzichtig; bevindt zich achter de iris en de pupil.
- Functie: ervoor zorgen dat je scherp kunt zien.
- Netvlies: hierin ligt het gezichtszintuig, dat licht waarneemt.
- Het gezichtszintuig geeft dan seintjes af.
- Oogzenuw: hierdoor gaan de seintjes naar de hersenen.
- Gele vlek: plaats in het centrum van het netvlies.
- Met de gele vlek kun je het scherpst zien.
- Blinde vlek: plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat.
- De blinde vlek kan geen licht waarnemen. Daardoor kun je met de blinde vlek niets zien.
- Glasachtig lichaam: doorzichtig.
- Functie: het netvlies op zijn plaats houden.
- Functie van de pupilreflex: regelen van de hoeveelheid licht die op het netvlies valt.
- De pupilreflex beschermt het netvlies tegen te fel licht.
- Als er fel licht de ogen binnenvalt:
- worden de irissen groot;
- daardoor worden de pupillen klein en laten ze weinig licht door.
- Als er zwak licht de ogen binnenvalt:
- worden de irissen klein;
- daardoor worden de pupillen groot en laten ze veel licht door.
- Bij een grote wond: naar de dokter gaan.
- Kleine wondjes kun je zelf behandelen.
- Is de wond vuil, dan het vuil wegspoelen met schoon water.
- Ontsmetten met een ontsmettingsmiddel.
- Een pleister of verbandje erop doen.
- Brandwonden: direct onder koud, stromend water houden.
- Bijtende of giftige stoffen op de huid:
- direct onder koud, stromend water houden;
- daarna een dokter bellen.
- Meestal herstelt de huid zich na een verwonding.
- Als de wond groot was kan een litteken ontstaan.
Terugkeren naar de pagina "Het lichaam/Zintuigen".