Periodiek systeem/Voorkomen elementen
De Goldschmidt classificatie is een in de aardwetenschappen gebruikte indeling van de elementen naar de plaats waar ze in de aarde voorkomen. De plaats waar elementen op/in de aarde te viunden zijn heeft te maken met de manier waarop de aarde is ontstaan en de vroegste periode van de planeet. De aggregatie van de planeet had een dusdanige hoeveelheid energie opgeleverd dat de hele aarde daarne als gesmolten mag worden beschouwd met een uiteraard daarbij horende temperatuur. Elementen die zelf vluchtig zijn, of makkelijk vluchtige verbindingen vormen, zijn in deze periode grotendeels uit de gesmolten massa ontsnapt. De oveige elementen vormden verbindingen zich die in de gesmolten aarde grofweg naar hun dichtheid verdeelden. Goldsmidt kan op basis van dit idee 4 groepen (plus een rest) aanwijzen:
- Lithofielen
- Letterlijk: rotsminnend. Deze elementen vormen makkelijk verbindingen met zuurstof en silicaten. Ze zijn relatief licht en vormen de buitenste laag van de gesmolten aarde. Ook bij afkoelen en stollen blijven deze elementen en verbindingen aan het oppervlak van de planeet prominent aanwezig.
- Siderofielen
- Elementen in deze groep vaormen het zware deel van de aarde en ze zijn voornamelijk in de aardkern te vinden.
- Chalcofielen
- Dt zijn elementen die makkelijk stabiele verbindingen vormen met de zwaardere leden van de zuurstofgroep. Bijgevolg zijn ze zwaarder dan de lithofielen, maar veel lichter dan de siderofielen. Deze elementen komen gemiddeld op grotere diepte voor en zijn daardoor minder toegankelijk voor exploitatie.
- Atmofielen
- Dit zijn de elementen die onder standaard druk en temperatuur gasvormig zijn.
- Sporen
- Elementen die zeer sporadisch voorkomen zijn moeilijk in te delen. Ook kunstmatige elementen die alleen in het laboratorium voorkomen kunnen moeilijk bij een van de groepen ingedeeld worden.