Pools/Naamvallen/Genitief

Genitief

Gebruik

De genitief wordt gebruikt in verschillende situatie's.

  1. Voor het uitdrukken van bezit
  2. Het vervangt de accusatief wanneer het werkwoord wordt vooraf gegaan door nie
  3. Bij speciale werkwoorden, zoals szukać (zoeken)
  4. Voor het uitdrukken van een hoeveelheid (veel/weinig)
  5. Bij een aantal voorzetsels


Onzijdig zelfstandig naamwoord
De genitief van enkelvoudige onzijdige zelfstandig naamwoorden heeft dezelfde uitgang als de nominatieve meervoudsvorm. Dus: pióro wordt pióra, en morze wordt morza.


Pools Nederlands
dom Marcina huis van Marcin
nie mam dziecka ik heb geen kind
obok komputera naast de computer
słucham opowiadania ik luister naar het sprookje
dużo mleka veel melk
kilka pióra enige pennen


Mannelijk zelfstandig naamwoord
De meeste mannelijke zelfstandige naamwoorden krijgen in de genitief enkelvoud de uitgang -a of -ia. Sommige woorden die iets onbezields aanduiden zoals stół (tafel) en dom (huis) krijgen echter de uitgang -u. De genitief meervoud van mannelijke woorden krijgt de uitgang -ów of -iow. Er zijn echter ook onregelmatige vormen zoals psa en psów, van pies (hond).


Pools Nederlands
ogon kota de staart van de kat
ogon psa de staart van de hond
idę do domu ik ga naar het huis
obok komputera naast de computer
wśród domów tussen de huizen
bez kraju zonder land
wśród psów tussen de honden



Vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden verandert de uitgang -a in de genitief enkelvoud doorgaans in -y (dziewczyna-dziewczyny), terwijl de genitief meervoud gelijk is aan de stam. Wanneer de nominatief eindigt op -ka, wordt dit in de genitief enkelvoud -ki en in de genitief meervoud -ek (bijv. mrowka, mrowki, mrowek "mier").


Pools Nederlands
ogon krowy de staart van de koe
smak kawy de smaak van de koffie
szkoła dziewczyn de school van de meisjes
obok szkoły naast de school


De signalerende voorzetsels zijn de volgende:


Pools Nederlands
od van (vanaf)
do naar, tot
dla voor
u bij, met *
koło in de buurt van, rond
z (van)uit, vanaf, door
bez zonder
oprócz behalve
blisko dichtbij
obok naast
daleko ver
niedaleko niet ver, dichtbij
w pobliżu in nabijheid
naprzeciw tegen(over)
wśród temidden van
między tussen
wzdłuż langs
dokoła/dookoła rondom
naokoło rondom

* niet zijnde instrumentalis, bijvoorbeeld: Jak leci u ciebie? = Hoe gaat het met jou?

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.