Programmeren in BASIC/Tags/IF
Inleiding
bewerkenIF wordt gebruikt om voorwaarden in te stellen. Na IF komt de voorwaarden en daarna altijd THEN IF endig je altijd met END IF. Je gebruikt ELSEIF om aan te geven de voorwaarde niet mag kloppen om het volgende te doen.
Voorbeeld
bewerken010 CLS
020 PRINT "Toets een cijfer in"
030 INPUT code1
040 IF code1 = 1 THEN
050 PRINT "De code is goed"
070 ELSEIF code1 = 1 THEN
080 PRINT "De code is fout"
090 GOTO 20
100 END IF
110 END
regel | betekenis |
---|---|
010 CLS | Maakt het scherm leeg |
020 PRINT "Toets een cijfer in" | Laat "toets een cijfer in" verschijnen |
030 INPUT code1 | Laat de gebruiker een cijfer in toetsen die de naam code1 krijgt |
040 IF code1 = 1 THEN | Vergelijkt code1 met 1 als het klopt laat hij |
050 PRINT "De code is goed" | "de code is goed" verschijnen" |
070 ELSEIF code1 = 1 THEN | Vergelijkt code1 met 1 als het niet klopt laat hij |
080 PRINT "De code is fout" | "de code is fout" verschijnen" |
090 GOTO 20 | de gebruiker terugsturen naar regel 20 |
100 END IF | einde van de lijst met dingen die de computer moet doen als code1 gelijk is
aan een ander getal dan 1 |
110 END | einde van het programma< |