Scheikunde opdrachten
Miniwerkstuk scheikunde
bewerkenJe gaat een werkstuk maken op de PC. Dit sla je op als pdf en stuurt het naar de leerkracht/docent. Het werkstuk gaat over drie verschillende onderwerpen uit de scheikunde. Deze kies je uit de beschrijvingen onderaan.
Houd rekening met de volgende zaken:
De vorm van het werkstuk
bewerkenAls je het werkstuk gaat maken moet je in elk geval letten letten op de lengte, indeling, opmaak, speling en zinsbouw.
- Kies voor het lettertype Arial, Calibri of Times New Roman.
- Zorg dat de bladzijden overzichtelijk zijn en maak gebruik van duidelijke kopjes.
- Zorg dat je uitkomt tussen de 1000 en 1500 woorden.
- Voeg een aantal plaatjes toe die met het onderwerp te maken hebben.
- Check de spelling en zinsbouw: laat het door iemand lezen en verbeter.
De inhoud van het werkstuk
bewerkenJe gaat kort een drie onderwerpen uit de scheikunde beschrijven. Deze komen in de kern. Verder schrijf je een inleiding en een nawoord. Het belangrijkste is, dat je alles in je eigen woorden opschrijft. Je mag teksten van internetsites en uit boeken alleen gebruiken om informatie uit te halen. Deze sites en boeken zet je in de bronvermelding.
- Op de voorkant staat het vak, onderwerp, je naam, klas, docent en de datum
- In de inleiding schrijf je waarom je voor deze onderwerpen gekozen hebt.
- In de kern komen drie hoofdstukken die over de drie onderwerpen gaan.
- In het nawoord vertel je wat je van de onderwerpen vond.
- In de bronvermelding vertel je waar de de informatie en plaatjes vandaan hebt.
Onderwerpen
bewerkenPer hoofdstuk behandel je één van de onderstaande onderwerpen. Bij elk onderwerp geef je een uitleg en een voorbeeld.
Proeven
bewerkenSuikerproef, meelproef, eiwitproef en olieproef.