Om te schilderen wordt verf vrijwel altijd gemengd om kleurnuances te maken. In deze oefening leer je om verf te mengen. Het is van belang om daaraan te wennen.
Je kan deze oefening doen met plakkaatverf, acrylverf, aquarelverf of met olieverf. De afbeelding hiernaast is met acrylverf gedaan op papier. Teken op het papier minstens vier rijen, elk verdeeld in vijf hokjes.
In het schilderij met de lasso is duidelijk te zien hoe Blanes de kleur rood van broek met wit heeft gemengd om de lichtere delen te verkrijgen. Hetzelfde heeft hij gedaan met de wolken, om het blauw van de lucht witter te maken, en met de grassen, die van okergeel gemengd met wit lichter worden. De donkerder delen van de rode broek heeft hij waarschijnlijk verkregen door er iets blauw en oker doorheen te mengen, of het in het schilderij gebruikte bruin. Mondriaan mengt in dit vrij vroege schilderij al vrij weinig. Hij zet de ongemengde kleuren direct naast elkaar. Alleen de lijnen op de voorgrond, de gele, oranje, bruine kleuren zijn duidelijk gemengd. Uit deze voorbeelden blijkt dat met subtiel mengen van kleuren een zeer realistisch resultaat wordt bereikt. Door het weinig mengen is het schilderij van Mondriaan veel expressiever.
Vervang het water in de jampot, spoel je kwast heel goed uit en droog hem.
Doe hetzelfde als hierboven met blauw en rood.
Wat kan je hiervan leren?
Het resultaat tussen mijn blauw en rood wordt bruin. Dat klopt, het is vrijwel onmogelijk om met een eenvoudige kleur rood en blauw een mooie kleur paars te maken.
Het is moeilijk om de juiste hoeveelheden in te schatten.
Het is fijn om je eerste mengsel dat je gemaakt hebt, weer te gebruiken voor een volgende menging. Je neemt elke kleurmenging weer als basis voor je volgende kleur.
Je moet heel goed mengen, anders vind je nog resten terug van de beginkleur in je geschilderde resultaat. Dat effect kan je natuurlijk ook bewust gebruiken.