Schilderen/Overige oefeningen
Penselen en kwasten
bewerkenOefening | Kies een eenvoudig onderwerp, bijvoorbeeld een boom of een vrucht. Verdeel je doek of paneeltje in twee delen, en schilder op de ene helft het onderwerp met een harde kwast, op de andere helft met een zachte kwast. Gebruik dezelfde verf en dezelfde kleuren | |
Wat kan je hiervan leren? | Je merkt dat je met een harde kwast geneigd zal zijn stevige lijnen te zetten, waardoor je ook een wat hoekiger resultaat krijgt. Met de zachte kwast zet je vloeiender lijnen, met een zachter resultaat. Voortaan kan je kiezen bij welk onderwerp, of bij welk deel van je schilderij, je een zachte of een harde kwast zal gebruiken. | |
Jouw eigen notities |
| |
Schilderen is kijken
bewerkenOefening | ||
Wat kan je hiervan leren? | ||
Jouw eigen notities |
| |
Olieverftechniek
bewerkenOefening | Verdeel schilderpapier of ander wegwerkmateriaal met een liniaal in 4, 6 of 8 gelijke delen. Schets een eenvoudig onderwerp, bijvoorbeeld een landschapje met één huis, één boom en een paadje. Neem dat over op alle delen van het papier. Probeer de verschillende technieken die hieronder beschreven zijn uit | |
Wat kan je hiervan leren? |
| |
Jouw eigen notities |
| |
Diepte scheppen
bewerkenOefening | Schilder een driedimensionale doos, met drie kleuren: blauw aan de voorkant, rood aan de zijkant en een donkere oker aan de bovenkant. Schilder dan dezelfde doos, waarbij je de oker flink lichter maakt door te mengen met wit, het blauw iets lichter maakt en het rood iets donkerder maakt door te mengen met iets zwart of groen. Bekijk het resultaat | |
Wat kan je hiervan leren? | Je zult zien dat de tweede variant een veel sterkere indruk geeft dan de eerste. Het gebruik van licht donker-contrasten is dus meer dan zwart en wit. Ook kleuren dragen bij tot het licht-donker contrast | |
Jouw eigen notities |
| |
Compositie
bewerkenOefening | Kies vijf voorwerpen die met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld je huishoudelijke artikelen bij het ontbijt (mes, vork, bord, mok en krant), vijf vruchten, of vijf tubes verf. Leg ze bij elkaar en probeer verschillende composities uit. Wat wek je op als je alle voorwerpen dicht bij elkaar zet? Hoe kan je een onrustig beeld krijgen? Hoe krijg je een spannende compositie? Maak eventueel foto's met een digitale camera en bekijk het resultaat, zodat je compositie in een kader staat. Probeer eens een voorwerp deels buiten het kader te laten uitsteken. Probeer het ook eens met een even aantal voorwerpen, bijvoorbeeld 4. | |
Wat kan je hiervan leren? |
Als alle voorwerpen bij elkaar staan krijg je een gesloten gevoel. Als alle voorwerpen uit elkaar staan, wordt de compositie gauw rommelig. Spanning ontstaat als de voorwerpen buiten het kader steken. Een even aantal voorwerpen lijdt tot een saaier resultaat dan een oneven aantal. | |
Jouw eigen notities |
| |
Schaduw
bewerkenOefening | Kijk in de spiegel naar je gezicht.
Kijk waar de diepste schaduwen zijn. Kijk naar je neus, hoe die gevormd wordt door de lichte en donkere onderdelen. Kijk naar je hals, hoe de kleur van de schaduw eruitziet. Wordt die beïnvloed door je kleding? Kijk naar je lippen, welk onderdeel is daarvan het donkerste? Draai je gezicht eens opzij, naar boven en naar onder, en kijk wat er met de schaduwen gebeurt. | |
Wat kan je hiervan leren? | Je hebt gezien dat het onder je wenkbrauwen erg donker is. Dat je neus uit allerlei vreemde vlakken bestaat, in donkerder en lichter kleur. Je hebt gezien dat je bovenlip donkerder is dan je onderlip, die wat boller is en uitsteekt bij de meeste mensen. Je hebt gezien dat onder je lip er een donkerder plek is.
Je hebt gezien dat de vorm van je gezicht tot uitdrukking komt in de schaduwen. En dat de schaduwen ook sterk kunnen verschuiven als je je gezicht draait. | |
Jouw eigen notities |
| |
Restvormen
bewerkenOefening | Maak eens een tekening van een onderwerp dat je aanstaat, maar dan niet door naar het onderwerp zelf te kijken, maar naar de ruimte eromheen. | |
Wat kan je hiervan leren? | Je zal zien dat het resultaat - omdat je onbevangen kijkt naar de restvormen - verassend goed lijkt op je onderwerp. Je vermijd namelijk op deze manier om te kijken naar wat je dénkt dat je ziet. Daarentegen ben je echt aan het kijken naar iets waarvan je niet goed weet hoe het eruit ziet. En daardoor kijk je beter en scherper. | |
Jouw eigen notities |
| |
Onderwerpen
bewerkenOefening | Maak een lijst van mogelijke onderwerpen die je aanspreken. Wees daarin zo concreet mogelijk. Als je je zou wil verdiepen in hoe je dieren schildert, schrijf dan niet op "dieren", maar bijvoorbeeld "de honden in mijn huis", of de "apen in Artis". Doe hetzelfde bij een onderwerp als "landschap", kies dan "mijn tuin" of "sloot in weiland". Loop dan de lijst na, en bedenk bij elk onderwerp hoe zo een schilderij eruit zou gaan zien. Schets een klein voorbeeld van de onderwerpen die je het makkelijkst kan aanpakken, leg de lat niet al te hoog, houdt het eenvoudig. Maak tenslotte een keus en ga daarmee de komende weken aan de gang. | |
Wat kan je hiervan leren? | Je leert hiervan dat er heel veel onderwerpen zijn, dat je kan kiezen op basis van de beeldende kwaliteit | |
Jouw eigen notities |
| |
Schildersmes of paletmes
bewerkenOefening | Maak een schilderij van een uitzicht uit een raam van je huis. Laat je penselen en kwasten eens een keertje liggen en gebruik alleen één of meerdere schildermessen. Breng de verf eerst in grote vlakken aan, daarna in kleinere vlakken voor de details. Schraap de verf weer weg op gedeeltes waar het licht is in je onderwerp, zodat het witte doek weer tevoorschijn komt. Breng details aan door het mes alleen met de zijkant te gebruiken. Trek de allerdunste lijnen in de nog natte verf met de punt of de zijkant van het mes | |
Wat kan je hiervan leren? | Je ziet na deze oefening dat er heel wat mogelijkheden zijn met een schildersmes | |
Jouw eigen notities |
| |
Landschap
bewerken
Horizon
bewerken
Portret van jezelf
bewerkenOefening |
| |
Wat kan je hiervan leren? |
| |
Jouw eigen notities |
| |
Hand
bewerkenOefening | Leg de hand die je niet gebruikt voor je neer, en teken hem na, ook met behulp van een spiegel. Teken of schider hem na, in verschillende posities. Werk snel en maak het niet mooier dan nodig, oefen liever tientallen keren dan één keer een mooie hand te tekenen. | |
Wat kan je hiervan leren? | ||
Jouw eigen notities |
| |
Schaduw
bewerkenOefening | Ga weer voor de spiegel staan, maar nu met je verf. Probeer je hoofd telkens in dezelfde stand te houden, kijk dus goed hoe licht en schaduw vallen, want je moet ook naar je kwast en doek kijken. Neem weinig kleuren op je palet, wit, gele oker en blauw is voldoende. Kijk naar je gezicht en meng oker met een klein beetje blauw. Zet de schaduwplekken neer op je doek. Doe dat dun, maar in grote vlakken. Meng nu de oker met wat wit en zet alle de middentonen neer, bijvoorbeeld je wangen, het midden van je voorhoofd, de zijkant van je neus. Doe nog wat meer wit bij je okermengsel en geef de lichtste delen aan, maar het allerlichtste deel kan je gewoon wit laten! Doe ten slotte iets met je haar, als je dat hebt - in de toon van je haar, dat is bij iedereen anders. Laat daar gerust ook wat wit van het doek doorheen schemeren, vooral aan de bovenkant, waar je haar springerig en dun is.
Als je nog verder wilt werken, breng dan wat meer nuances in de schaduwen aan bijvoorbeeld. Maak de donkerste plekken donkerder en maak de schaduwen minder scherp waar je gezicht rond en zacht is, veeg dat uit als de verf nog nat is, of probeer een goede tussenkleur te mengen. Kijk goed naar de details van je ogen en je oren, die zijn erg ingewikkeld, net als je neus. Zet tenslotte een paar glimlichtjes in je ogen, een subtiel streepje wit is genoeg. | |
Wat kan je hiervan leren? | Ben je tevreden met je schilderij? Het lijkt misschien niet op jou, maar hopelijk heeft het wel de vorm van een gezicht. Dan heb je al een hele prestatie geleverd. Portretschilderen is moeilijk en vergt veel oefening. | |
Jouw eigen notities |
| |
Kleding
bewerkenOefening | Schilder een theedoek of een ander stoffen voorwerp na. Kijk heel goed naar de lichten en de schaduwen. Vraag je niet af hoe het precies komt allemaal, en schilder alleen wat je ziet. Kijken, kijken, kijken is hier het devies! Maak je niet druk om de kleuren, maar schilder het monochroom. De vorm is in eerste instantie het belangrijkste, voeg als je tevreden bent over de vorm pas de kleuren en structuur van de stof in, door over de eerdere lagen heen te schilderen. | |
Wat kan je hiervan leren? | ||
Jouw eigen notities |
| |