Schilderen/Perspectief
Dit hoofdstuk gaat over het lijnperspectief. In de inleiding over diepte in je schilderij kan je lezen over kleurperspectief en atmosferisch perspectief.
Het lijnperspectief wordt veel gebruikt in landschappen, bij het schilderen van gebouwen en interieuren, maar ook bij een stilleven kan je het goed gebruiken. Zelfs bij het schilderen van een model dat op een bed ligt, bewijst het lijnperspectief zijn nut. Het is daarom goed om er iets van te weten.
Wat is het effect van lijnperspectief
bewerkenHet lijnperspectief maakt de dingen die we schilderen solide, driedimensionaal. Een vierkant is plat. Maak je er een kubus van, dan is het opeens een 3-dimensionaal voorwerp.
Als je bij een driedimensionaal voorbeeld er bovendien nog een perspectivisch effect aan toevoegt, door het gebruik van een verdwijnpunt, wordt het voorwerp nog realistischer, zoals blijkt uit het bovenstaande voorbeeld. In feite is dat echter een illusie. Het schilderij is en blijft natuurlijk plat. Maar omdat we gewend zijn aan deze manier van afbeelden, verwerken onze hersenen de scheve zijkant van het rechter voorbeeld tot een rechthoekige vorm. Als je naar foto's kijkt zie je overigens precies hetzelfde.
Lijnperspectief met verdwijnpunten
bewerkenHet lijnperspectief met één verdwijnpunt heeft veel toepassingen. Het komt voor bij een landschap, als een lange rechte weg in de verte verdwijnt. Een perspectief met twee verdwijnpunten zal je ook wel gebruiken, bijvoorbeeld als je een gebouw tekent. Een perspectief met drie verdwijnpunten wordt meestal niet gebruikt. Het is wel heel nuttig als je hoge gebouwen wilt afbeelden. Bedank dat alle parallelle lijnen naar hetzelfde verdwijnpunt lopen. Elke set van parallelle lijnen heeft zijn eigen verdwijnpunt. Horizontale lijnen lopen in je schilderij altijd scheef, tenzij de horizontale lijnen parallel lopen aan de horizon, dan lopen ze ook in je schilderij horizontaal.
één verdwijnpunt | twee verdwijnpunten | drie verdwijnpunten | |
In deze voorbeelden staan de verdwijnpunten eigenlijk te dicht bij elkaar, maar dat is nodig om te laten zien hoe het werkt. In de praktijk is het verstandig om de verdwijnpunten veel verder uit elkaar te leggen, zelfs buiten de afmeting van je schilderij. |
Zoals je ziet worden er hulplijnen gebruikt bij het maken van de vorm. Het makkelijkst is om te beginnen met het vooraanzicht. Vervolgens trek je hulplijnen van de hoeken naar het verdwijnpunt en vul je de zij- en bovenkant in.
Bij gebruik van twee verdwijnpunten moet je ze niet te dicht bij elkaar leggen. Kijk voor je keus daarvan eerst goed naar je onderwerp of maak even op papier een paar schetsen. Daar zal waarschijnlijk uitkomen dat je voor een goed resultaat de twee verdwijnpunten buiten je doek wilt leggen.
Als je de verdwijnpunten inderdaad buiten je schilderij wilt leggen, moet je trucjes toepassen. Prik bijvoorbeeld een punaise in de muur en trek de benodigde hulp lijnen langs een touw dat je aan de punaise vastmaakt. Je moet je schilderij dan ook tegen de muur aanzetten uiteraard.
De verdwijnpunten liggen meestal op de horizon, zeker in landschappen in Nederland, dat nu eenmaal plat is. Uitzondering is natuurlijk het derde verdwijnpunt, dat ligt ergens boven de voorstelling. De horizon ligt ook ter hoogte van je ogen, zie daarvoor het hoofdstuk Horizon.
Perspectief in het landschap
bewerkenLijnperspectief wordt in landschappen, vooral met door mensen gemaakte elementen, heel veel gebruikt.
Eduardo Leon Garrido, een zomerdag | Hetzelfde schilderij met de hulplijnen voor het perspectief | |
In dit schilderij loopt de weg iets omhoog, daarom ligt het verdwijnpunt ook boven de horizon, die hier overigens niet duidelijk in beeld is. Kijk eens hoe aardig de schilder het zonlicht heeft geschilderd. Dit komt vooral tot uitdrukking in de scherpe schaduwen die her en der met grove toetsen zijn aangebracht. Daarnaast zie je duidelijk dat het waait, de bomen staan krom, en de jurk van de vrouw op de weg is ook om haar benen gedraaid door de wind |
Ladislav Benesch | Hetzelfde schilderij met de twee verdwijnpunten | |
In dit schilderij liggen de twee verdwijnpunten buiten buiten beeld. Het linker verdwijnpunt ligt verder buiten beeld dan het rechter. Als je goed kijkt, is de schilder wat slordig geweest; de verdwijnpunten horen op dezelfde hoogte te liggen, op de horizon. Hier is dat niet het geval. In het eindresultaat is dat echter niet storend, zelfs niet als je het weet. Kennelijk is de exacte locatie van het verdwijnpunt niet zo kritisch |
De ligging van het verdwijnpunt
bewerkenEr is nog een handige truc die je kan toepassen bij de keus voor de ligging van het verdwijnpunt. Kijk je bovenop een voorwerp, zoals de doos in het voorbeeld hieronder, dan ligt het verdwijnpunt hoger. Kijk je vanonder naar een voorwerp, zoals bij het plafond van een interieur, dan ligt het verdwijnpunt lager.
Tekeningen van Dorothy Furniss in haar boek "Drawing for beginners" uit 1920 | |||
Drie tekeningen van een doos, uit verschillend standpunt |
Het midden bepalen
bewerkenSoms is het zinvol om het midden van een perspectivisch geschilderd voorwerp bepalen, bijvoorbeeld als de deur van een huis in het midden zit. Het midden wordt dan bepaald door twee diagonalen te trekken. Het kruispunt is dan de locatie van het midden, net zoals dat het geval is voor de diagonalen van een niet perspectivisch getekende vierkant of rechthoek. Het midden zit altijd meer naar achteren.
Perspectief in een stilleven en interieur
bewerkenOok als voorwerpen op een tafel staan, kan je perspectief gebruiken met een of twee verdwijnpunten. Bijvoorbeeld als je een stapel boeken wil schilderen, of andere rechthoekige voorwerpen. Ook in interieurs wordt vaak het lijnperspectief gebruikt.
Een boek | Een interieur | |
Probeer bij beide voorbeelden eens zelf het verdwijnpunt te vinden |
Cirkelvormige voorwerpen
bewerkenEen speciaal geval vormen de cirkelvormige voorwerpen in den stilleven, zoals de bovenkant van drinkglas. Deze cirkels komen ook buiten voor, bijvoorbeeld wielen, de bovenkant van een waterput, zuilen, een rond raam, etc.
Als je deze cirkels van opzij ziet, dan worden het ovalen. Hoe meer je erbovenop kijkt, de te wijder. Een subtiel effect is bovendien dat de verste zijde van zo een ovaal, altijd iets platter is dan de dichtstbijzijnde kant. Dit komt doordat het midden van de ovaal, net zoals bij de deur van het huis hierboven, altijd iets verder naar achteren is.
Antonio de Pereda y Salgado, 1652, Stilleven met ebbenhouten kast | Antonio Sicurezza, 1969, stilleven met kannen | |
In het stilleven uit 1652 zie je duidelijk verschillende ovalen. De bovenste zijn platter dan de ovalen helemaal onderaan. In het stilleven uit 1969, dat veel vrijer geschilderd is, zie je dat toch ook hier gebruik gemaakt is van perspectief. De ovaal van de voorste kan is rond. De bovenkant van de ovaal van de achterste kan is zelfs helemaal plat; dat is dan precies de locatie van de ooghoogte van de schilder. |
De constructie van een cylinder gaat als volgt: Het is handig om het verdwijnpunt midden bovenaan te kiezen, anders wordt de constructie nodeloos ingewikkeld. Kies het verdwijnpunt wel op de horizon die bepaald wordt door de verdwijnpunten van de andere voorwerpen. Maak een plat vierkant die de omhullende is van de bovenkant van de cylinder. Bepaal het midden van het vierkant door twee diagonalen te trekken. Trek vanaf het middelpunt een lijn naar het verdwijnpunt. Trek die lijn ook naar voren door. Trek ook een horizontale lijn door het middelpunt. Bij de snijdpunten van deze twee lijnen met de zijden van het vierkant liggen de uiteinden van de ovaal. Je kan nu de ovaal makkelijk tekenen. De onderkant van de cylinder kan je vinden door de lijnen aan alle hoeken van het vierkant, evenals de middens van de zijden verticaal naar beneden door te trekken. Maak onderaan ook een vierkant. Vervolgens kan je in dat vierkant de onderste ovaal tekenen. Indien je van bovenaf op de gehele cylinder kijkt, is de onderste ovaal ronder dan de bovenste.
Perspectief tekenen bij een model
bewerkenDoor het tekenen van een omhullende doos rondom het hoofd en/of het lichaam van je model, kan je met enig nadenken allerlei lijnen trekken die je helpen om het model goed in perspectief te tekenen. Zo zit het midden van een 3/4 geschilderd hoofd in het midden van de voorzijde van de omhullende doos.