Schilderen/Stilleven
Het stilleven staat niet voor niets bovenaan de lijst met onderwerpen om te schilderen. Het stilleven is een heel goed onderwerp om mee te beginnen, maar het is ook een onderwerp dat door veel ervaren schilders wordt gebruikt, want het verveelt nooit.
Je kan elk object of elke groep objecten als onderwerp voor je stilleven gebruiken. Een stilleven maakt het voor de schilder makkelijk mogelijk om de objecten zo te rangschikken dat er een mooie compositie ontstaat. Het geeft tijd om goed te kijken. De enige eis is, dat de voorwerpen niet bewegen maar stilstaan, hoewel daar natuurlijk wel een uitzondering op gemaakt kan worden. Er zijn ook wel stillevens gemaakt met insecten of andere levende dieren. Een stilleven kan je - als het niet bederfelijk is door bijvoorbeeld vruchten of bloemen - ook lang laten staan, of je kan het opnieuw neerzetten als je verder wilt werken. Met name voor een olieverfschilder is dat fijn, je kan rustig werken en de verf tussen de lagen laten drogen als dat nodig is.
Voorwerpen kiezen
bewerkenKies - als je een stilleven maakt van meerdere voorwerpen - voorwerpen die bij elkaar horen, in kleur, vorm of gebruik. Een stilleven bestaande uit een koffiekopje, suikerpotje, een boek en een bos bloemen kan een logisch geheel worden. Een stilleven bestaande uit een koffiekopje, een citroen en een oude schoen ligt minder voor de hand. Die citroen of een oude schoen kan je natuurlijk prima in een ander stilleven gebruiken. Streef rust en samenhang na in de keuze van de voorwerpen. Zoek wel variatie in vorm, kleur en textuur. Maar overdrijf daarin niet.
Meestal wordt een stilleven op een tafel uitgestald en ook zo geschilderd. Maar dat is niet noodzakelijk, je kan ook een stilleven aan de muur hangen, of op de vloer zetten.
Josef Neugebauer (1810-1895), stilleven met een klok en sieraden | Georges Lemmen (1865–1916), Stilleven met bloemen en waaier | Theo van Doesburg (1883–1931), een stilleven met vruchten en schalen | |
Bij de traditionele stillevens vanaf de 17e eeuw, zoals Neugebauer in de 19e eeuw die nog schildert, zit er vaak een boodschap verstopt in het schilderij, in dit geval waarschijnlijk over de eindigheid van het leven. Je kan rijk zijn, mooie sieraden bezitten, maar bedenk dat de klok verder tikt, en dat de bloemen op termijn zullen verwelken. Zorg er dus voor dat je gewetensvol leeft, en denk aan het kruis, symbool voor de godsdienst, dat vooraan ligt. Bij het stilleven van Georges Lemmen lijkt het puur te gaan om de vrolijke kleuren van de bloemen, de waaier en het tafelkleed, niets dan vrolijkheid en weelde in dit schilderij. In het stilleven van Theo van Doesburg gaat het niet om de voorwerpen of de boodschap die hij wil weergeven, het lijkt de schilder meer te gaan om de spannende compositie die hij hiermee kan maken. |
Compositie
bewerkenIn een stilleven kan je alle manieren van het maken van een bevredigende compositie toepassen. Het prettige van een stilleven is dat je de voorwerpen net zolang zelf kan rangschikken totdat je een goede compositie bereikt. Je kan bijvoorbeeld een hoofdelement kiezen en ervoor zorgen dat door de compositie de aandacht van de kijker naar het schilderij naar dit hoofdelement wordt geleid. Het aanbrengen van natuurlijke lijnen, zoals de plooi in een tafelkleed, kan daaraan bijdragen.
Zorg er in elk geval voor in de compositie dat de voorwerpen elkaar niet "kussen" (nét aanraken), maar dat er hetzij een overlap tussen zit, hetzij de voorwerpen los van elkaar staan met enige tussenruimte.
Belichting
bewerkenLet ook op de belichting. Slagschaduwen, zachtere schaduwen of juist hoge lichten en glansplekken kunnen het stilleven interessanter maken. De belichting is ook belangrijk voor het ervaren van diepte en ruimte. Maak een keus uit kunstlicht of daglicht. Daglicht is zachter en natuurlijker, maar verandert continu van richting en van kleur, zeker als je zonlicht hebt. Gebruik je een raam op het noorden als lichtbron, dan verandert het licht niet zo sterk. Kunstlicht is constant, maar heeft als nadeel dat het scherpe schaduwen veroorzaakt en dat de kleuren erdoor veranderen. Er bestaan wel daglichtlampen die dat laatste nadeel verminderen. Probeer met lampen of met de oriëntatie van het stilleven ten opzichte van het raam de mooiste belichting te vinden. Kijk hoe je via de belichting het oog door het schilderij kan leiden.
Süleyman Seyyid (1842-1913) Stilleven met sinaasappel |
Toegeschreven aan Albert Anker (1831–1910) Stilleven met drie appels en een krant |
Paul Cézanne (1839–1906) Stilleven met kweepeer, appelen en peren | |
Drie eenvoudige stillevens van vruchten waar de schilder andere keuzes heeft gemaakt voor de belichting. Van heel zacht, naar heel scherp. |
Monumentaal groot afbeelden
bewerkenEen speciaal effect kan bereikt worden door de voorwerpen heel groot op het doek af te beelden, zo groot dat het doek bijna te klein lijkt te worden voor de voorwerpen. De voorwerpen wekken dan een monumentale indruk. Hieronder enkele voorbeelden.
Luis Egidio Meléndez (1716–1780) |
Elise Ippolito, hedendaags | |
Fotorealistisch versus bijna abstract
bewerkenIn een stilleven kan je ook totaal andere schilderstijlen gebruiken. Fotorealistisch, impressionistisch, abstract, het kan allemaal zoals de voorbeelden hieronder laten zien.
Tjalf Sparnaay 2015 Broodje Ham ei |
Paul Gauguin 1880 Bloemen en een tapijt |
Wassily Kandinsky 1921 De rode vlek | |
Drie totaal verschillende stillevens. Links zo realistisch dat je het brood zo zou kunnen opeten, in het midden moet je even goed kijken wat de voorstelling is. Rechts kan je de voorwerpen niet herkennen. Een overeenkomst is de aanwezigheid van helder rood, in alle gevallen uit het centrum geplaatst. Het oog trekt ernaar toe. |
Stofuitdrukking
bewerkenStillevens zijn zeer geschikt om de zogeheten stofuitdrukking, het uiterlijk van verschillende materialen weer te geven en vooral om ermee te oefenen. Hieraan is een apart hoofdstuk gewijd, zie Schilderen/Stofuitdrukking