Sjabloon:Elektriciteitsleeropgaven/Transformator hoogspanningtransport
Doel van het sjabloon
bewerkenDit sjabloon maakt het mogelijk de set opgaven met betrekking tot een het op grote afstand van de bron elektrische energie te gebruiken in meerdere boeken toe te passen. Kijk onder "Links naar deze pagina" welke boeken dat zijn.
Parameters
bewerken- Theorie
- De parameter Theorie maakt het mogelijk om op de pagina een verwijzing te plaatsen naar een pagina waar de theorie met betrekking tot dit onderwerp wordt besproken. Omdat de vragen in meerdere boelen opgenomen kunnen worden moet naar het juiste boek verwezen kunnen worden voor de theorie. Indien deze parameter aanwezig is wordt boven de vragen de volgende tekst weergegeven (wel op een witte achtergrond, en de link werkt dan):
Theorie
- Starter
- De tweede parameter maakt het mogelijk deze vragen op te nemen in een groter geheel van vragen met een doorlopende nummering. De in starter opgegeven waarde is dan het eerste nummer van de vragen. Bij afwezigheid van deze parameter wordt gewoon bij 1 begonnen.
Voorbeeld
bewerkenMet parameter Starter.
{{Elektriciteitsleeropgaven/Transformator hoogspanningtransport| Starter = 5}}
Opgaven
bewerkenLicht op afstand, lamp van 7 Watt
5. Hoe groot is de stroomsterkte door de lamp?
|
6. Hoe groot is de specifieke weerstand van alumimnium? Zie Aluminium |
7. Hoe groot is de weerstand in de verbindingskabel?
|
8. Hoe groot is het potentiaalverschil over de verbindingskabels?
|
9. Welke potentiaal moet de generator aan de verbindingskabels leveren om de lamp van 7,00 Watt op 50 km afstand normaal te laten branden? Om de lamp normaal te laten branden moet de generator 230 Volt plus het spanningsverlies over de verbindingskabels: |
10. Welk vermogen moet de generator leveren om de lamp normaal te laten branden?
|
11. Bereken het nuttig elektrisch rendement van de door de generator opgewekte energie. 96,25%
|
Warmte op afstand, kachel van 1250 Watt
De gebruiker in de vorige opgaven doet zijn lamp uit, maar sluit een straalkacheltje van 1250 Watt aan. De weerstand in figuur 1 is dus nu een straalkacheltje. De afstand tussen de generator en het kacheltje, het materiaal van de geleiders en de spanning die het kacheltje gebruikt zijn dus hetzelfde als in de opgaven 5 tot en met 11
12. Hoe groot is de stroomsterkte door het kacheltje?
Zie opgave 5
| 13. Hoe groot is het potentiaalverschil over de verbindingskabels?
|
14. Welke potentiaal moet de generator aan de verbindingskabels leveren om het kacheltje van 1250 Watt op 50 km afstand normaal te laten werken?
Zie opgave 9
| 15. Welk vermogen moet de generator leveren om het kacheltje normaal te laten functioneren?
Zie opgave 10
|
16. Bereken het nuttig elektrisch rendement van de door de generator opgewekte energie als deze voor het kacheltje gebruikt wordt. 12,57 %
Zie opgave 11
| 17. Welke conclusie kun je trekken uit de antwoorden op vraag 11 en vraag 16? Geef ook een verklaring. 1: Als er meer vermogen gebruikt wordt is het rendement lager. 2: Voor het vermogen dat in de leidingen verloren gaat geldt: . Maar ook geldt: , zodat . De veel grotere stroom die bij het kacheltje nodig is geeft een veel groter dan lineair effect op het verlies in de leidingen. |
Hoogspanninswarmte op afstand, kachel van 1250 Watt
Figuur 2. |
De energiemaatschappij wil in de vaart der volkeren meegaan, en daar horen hoogspanningsmasten, en hoogspanning, bij. Bij de generator wordt een transformator gezet met 1,150·103 primaire wikkelingen en 1,900·106 secondaire wikkelingen. Bij de verbruiker wordt een zelfde soort transformator geplaatst, maar andersom: 1,900·106 primaire en 1,150·103 secundaire wikkelingen. Het straalkacheltje van 1250 Watt wordt opnieuw aangesloten. De weerstand in figuur 2 is dus een straalkacheltje. De afstand tussen de generator en het kacheltje, het materiaal van de geleiders en de spanning die het kacheltje gebruikt zijn dus hetzelfde als in de opgaven 12 tot en met 17. De weerstand in de draden tussen de generator en de linker travo, evenals die van de draden tussen de rechter trava en het kacheltje mag je verwaarlozen.
18. Hoe groot is de stroomsterkte door het kacheltje?
De voedingsspanning voor het kacheltje moet nog steeds 230 V zijn. De berekening verloopt dus hetzelfde als in opgave 5
| 19. Hoe groot is de primaire spanning voor de rechter transformator (Figuur 2)? |
20. Hoe groot is de primaire stroomsterkte in de rechter transformator? | 21. Hoe groot is het potentiaalverschil over de hoogspanningskabels?
Zie opgave 13
|
22. Welk potentiaalverschil moet door de linker transformator secundair geleverd worden om het kacheltje normaal te laten functioneren?
De linker transformator moet de potentiaal leveren die op de primaire windingen van de rechter transformator nodig is plus het spanningsverschil dat in de hoogspanningsleidingen ontstaat.
| 23. Welke potentiaal moet over de primaire windingen van de linker transformator staan? Zie de uitwerking van opgave 19 |
24. Hoe groot is de primaire stroomsterkte in de linker transformator? Zie de uitwerking van opgave 20 | 25. Welk vermogen moet de generator leveren om het kacheltje normaal te laten functioneren? Het geleverde vermogen is het product van potentiaal en stroomsterkte. Het door de generator te leveren vermogen wordt bepaald door de primaire potentiaal en stroomsterkte in de linker transformator. |
26. Bereken het nuttig elektrisch rendement van de door de generator opgewekte energie als deze voor het kacheltje gebruikt wordt. 99,99974511 %
Zie opgave 11
| 27. Welke conclusie kun je trekken uit de antwoorden op de vragen 11, 17 en 26? Vraag 17 en 26 maken duidelijk dat het gebruik van hoogspanning het rendement van de verbinding aanzienlijk verhoogt, maar als er meer elektriciteit gevraagd wordt zal het rendement dalen, zoals uit de vergelijking van de antwoorden op vraag 11 en 17 duidelijk maakt. |