Sjabloon:Elektriciteitsleeropgaven/Transformator niet-ideaal
Doel van het sjabloon
bewerkenDit sjabloon maakt het mogelijk de set opgaven met betrekking tot een niet-ideale transformator in meerdere boeken te gebruiken. Kijk onder "Links naar deze pagina" welke boeken dat zijn.
Parameters
bewerken- Theorie
- De parameter Theorie maakt het mogelijk om op de pagina een verwijzing te plaatsen naar een pagina waar de theorie met betrekking tot dit onderwerp wordt besproken. Omdat de vragen in meerdere boelen opgenomen kunnen worden moet naar het juiste boek verwezen kunnen worden voor de theorie. Indien deze parameter aanwezig is wordt boven de vragen de volgende tekst weergegeven (wel op een witte achtergrond, en de link werkt dan):
Theorie
- Starter
- De tweede parameter maakt het mogelijk deze vragen op te nemen in een groter geheel van vragen met een doorlopende nummering. De in starter opgegeven waarde is dan het eerste nummer van de vragen. Bij afwezigheid van deze parameter wordt gewoon bij 1 begonnen.
Voorbeelden
bewerkenVoorbeeld 1
bewerkenGeen parameters
{{Elektriciteitsleeropgaven/Transformator niet-ideaal}}
Opgaven
bewerkenOp onderstaande pagina zijn alleen de vragen zichtbaar in een kader op een afwijkende ondergrond. Binnen het kader is rechts een knop zichtbaar: "Uitklappen", vergelijkbaar met de knop om deze tekst te openen. Door op deze knop te klikken wordt het antwoord van de betreffende vraag zichtbaar.
Vaak, maar niet altijd is er ook een uitwerking bij de vraag aanwezig. Deze blijft bij het openen van het antwoord nog onzichtbaar, maar opnieuw is, als een uitwerking beschikbaar is, een knop "Uitklappen" aanwezig om de uitwerking zichtbaar te maken. Ontbreekt bij het antwoord de knop "Uitklappen", dan is geen uitwerking bij de vraag beschikbaar.
De niet-ideale transformator
Voor een niet-ideale transformator geldt:
U en A habben hun gebruikelijke betekenis in de elektriciteitsleer, R is het rendement van de transformator. R is voor een ideale transformator 1,00. Voor niet-ideale transformatoren is dit een getal tussen 0 en 1.
Vraag 05 hoeft niet getoond 1. Een transformator heeft 2000 primaire windingen en 50 secundaire. De primaire spanning is 230 Volt. Bereken de secundaire spanning. Het rendement van de transformator is 98%. Usecundair = 5,64 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven primaire potentiaal. | 2. Een transformator heeft 1·104 primaire windingen en 4·106 secundaire windingen. De secundaire spanning is . Het rendement van de transformator is 99%. Bereken de primaire spanning. Uprimair = 252,525 = 253 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven secundaire potentiaal.
| 3. De primaire spanning voor een transformator is 380 Volt, de secundaire spanning bedraagt 4.72 Volt. De primaire stroomsterkte is 50,0 mA. de secundaire 4,00 A. Wat is het rendement van deze transformator? Het rendement is 99,4%
| 4. Een transformator levert 42,14 Volt en wordt gevoed met een spanning van 235,4 Volt. De travo heeft 10000 primaire windingen en een rendement van 97,01%. Hoeveel secundaire windingen zijn in deze travo aanwezig? 1845 windingen
|
Voorbeeld 2
bewerkenMet parameter Theorie, de genoemde pagina is als voorbeeld genomen, het is de hoofdpagina van het boek Natuurkundeopgaven.
{{Elektriciteitsleeropgaven/Transformator niet-ideaal| Theorie = Natuurkunde_Opgaven}}
Theorie
Theorie over dit onderwerp vind je hier.
Opgaven
bewerkenOp onderstaande pagina zijn alleen de vragen zichtbaar in een kader op een afwijkende ondergrond. Binnen het kader is rechts een knop zichtbaar: "Uitklappen", vergelijkbaar met de knop om deze tekst te openen. Door op deze knop te klikken wordt het antwoord van de betreffende vraag zichtbaar.
Vaak, maar niet altijd is er ook een uitwerking bij de vraag aanwezig. Deze blijft bij het openen van het antwoord nog onzichtbaar, maar opnieuw is, als een uitwerking beschikbaar is, een knop "Uitklappen" aanwezig om de uitwerking zichtbaar te maken. Ontbreekt bij het antwoord de knop "Uitklappen", dan is geen uitwerking bij de vraag beschikbaar.
De niet-ideale transformator
Voor een niet-ideale transformator geldt:
U en A habben hun gebruikelijke betekenis in de elektriciteitsleer, R is het rendement van de transformator. R is voor een ideale transformator 1,00. Voor niet-ideale transformatoren is dit een getal tussen 0 en 1.
Vraag 05 hoeft niet getoond 1. Een transformator heeft 2000 primaire windingen en 50 secundaire. De primaire spanning is 230 Volt. Bereken de secundaire spanning. Het rendement van de transformator is 98%. Usecundair = 5,64 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven primaire potentiaal. | 2. Een transformator heeft 1·104 primaire windingen en 4·106 secundaire windingen. De secundaire spanning is . Het rendement van de transformator is 99%. Bereken de primaire spanning. Uprimair = 252,525 = 253 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven secundaire potentiaal.
| 3. De primaire spanning voor een transformator is 380 Volt, de secundaire spanning bedraagt 4.72 Volt. De primaire stroomsterkte is 50,0 mA. de secundaire 4,00 A. Wat is het rendement van deze transformator? Het rendement is 99,4%
| 4. Een transformator levert 42,14 Volt en wordt gevoed met een spanning van 235,4 Volt. De travo heeft 10000 primaire windingen en een rendement van 97,01%. Hoeveel secundaire windingen zijn in deze travo aanwezig? 1845 windingen
|
Voorbeeld 3
bewerkenMet parameter Starter. In tegenstelling tot het vorige voorbeeld waar opnieuw met 1 begonnen wordt, loopt de nummering nu door.
{{Elektriciteitsleeropgaven/Transformator niet-ideaal| Starter = 5}}
Opgaven
bewerkenDe niet-ideale transformator
Voor een niet-ideale transformator geldt:
U en A habben hun gebruikelijke betekenis in de elektriciteitsleer, R is het rendement van de transformator. R is voor een ideale transformator 1,00. Voor niet-ideale transformatoren is dit een getal tussen 0 en 1.
Vraag 05 hoeft niet getoond 5. Een transformator heeft 2000 primaire windingen en 50 secundaire. De primaire spanning is 230 Volt. Bereken de secundaire spanning. Het rendement van de transformator is 98%. Usecundair = 5,64 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven primaire potentiaal. | 6. Een transformator heeft 1·104 primaire windingen en 4·106 secundaire windingen. De secundaire spanning is . Het rendement van de transformator is 99%. Bereken de primaire spanning. Uprimair = 252,525 = 253 Volt
Aantallen (windingen) zijn hele getallen. Het aantal significante cijfers in het antwoord wordt dus bepaald door de nauwkeurigheid van de gegeven secundaire potentiaal.
| 7. De primaire spanning voor een transformator is 380 Volt, de secundaire spanning bedraagt 4.72 Volt. De primaire stroomsterkte is 50,0 mA. de secundaire 4,00 A. Wat is het rendement van deze transformator? Het rendement is 99,4%
| 8. Een transformator levert 42,14 Volt en wordt gevoed met een spanning van 235,4 Volt. De travo heeft 10000 primaire windingen en een rendement van 97,01%. Hoeveel secundaire windingen zijn in deze travo aanwezig? 1845 windingen
|