Sociale geschiedenis van de late oudheid/Eenvoud des harten

Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Filosofie
  3. Eenvoud des harten
  4. Restauratie
  5. Christendom
  6. De kerk
  7. Kloosters
  8. Seksualiteit
  9. Bronnen en links

3. Eenvoud des harten

Paulus volgens Rembrandt

Israëlieten

bewerken

In het Judea van de tweede eeuw v. Chr. ging het om het naakte voortbestaan van een bedreigde gemeenschap. Men eiste een onvoorwaardelijke solidariteit aan elkaar en aan de religieuze wet. Alleen zo konden de beproevingen van Israël overwonnen worden. Mensen die hun hart (deels) afsloten voor de verlangens van God of de gemeenschap, die er geheime gevoelens op na hielden, noemde men "dubbelhartig". Zij konden een bron zijn van spanningen en tweespalt. Het hart moest eenvoudig zijn en toegankelijk voor God en de medemens. Het hart dat tegen de blikken van de mens was beschermd, bleef natuurlijk wèl toegankelijk voor God en zijn engelen.

In de 1e eeuw na Chr. geloofden de Israëlieten dat de wereld weliswaar nog beheerst werd door de ondoorgrondelijke dubbelhartigen, maar dat zou na het laatste oordeel veranderen. De mens zou in het nieuwe Israël terugkeren naar zijn, sinds lang verloren staat van volledige openheid tegenover God en elkaar. Sommige groepen geloofden dat de komst van het nieuwe Israël aanstaande was en dat er al voorbodes waren geweest. Zo geloofden de Christenen dat Jezus de Messias was geweest.

In grote steden als Rome, Korinthe en Efeze waren grote en welvarende Joodse gemeenschappen. Uit deze Joodse gemeenschappen zouden de vroeg-christelijke gemeenschappen ontstaan door de preken van mensen als Paulus (die preekte tussen ca. 32-64) en zijn opvolgers. Ook in het christendom zou solidariteit een belangrijk thema worden.

In het christendom zouden de verschillen tussen slaven en vrije mensen, tussen mannen en vrouwen, tussen armen en rijken, verdwijnen. Iedereen was in de ogen van God evenveel waard. Dit was een prachtig droombeeld van solidariteit in Christus. De inwijdingsrite tot het christendom was de doop, een onderdompeling in water.

Hermas.[1] was een succesvolle en ontwikkelde slaaf uit een stedelijk huishouden[2] Later werd hij een profeet van de christelijke kerk. Hij probeerde de samenhorigheid onder de gelovigen te bewaren. Liefst zag hij een kinderlijke onschuld bij zijn volgelingen, zonder bedrog, eerzucht of dubbelhartig streven. Maar de christelijke kerk was in de eerste drie eeuwen afhankelijk van rijke beschermheren. Deze beschermheren waren welgesteld en bereisd. Ze hadden een scala aan keuzes gehad in hun leven en leden niet veel onder de onderdrukkingen.

Deze beschermheren wilden enerzijds voldoen aan de eisen van samenhorigheid en eerlijkheid, maar anderzijds moesten zij zich ook handhaven in een wantrouwende wereld en de genadeloze openbaarheid van het stadsleven. Ze dreven handel en hadden contacten met hun heidense vrienden. Ze wilden natuurlijk ook dat het goed ging met hun gezin en dat hun zonen succes hadden. Zij waren rijk geworden en hadden invloed gekregen. Zij waren dus dubbelhartig, maar Hermas vergaf hun dat, want volgens hem speelden ze een vitale rol in de christelijke gemeenschap.

Het ideaal van complete solidariteit aan elkaar en aan Christus werd dus voortdurend uitgehold doordat de kerk en haar leden de eigen positie in de samenleving wilden behouden of verbeteren. De kerk moest concessies doen. Toch bleef men hardnekkig het idee van de eenvoud des harten en de onderlinge solidariteit aanhangen. De armen en de middenstanders hadden de problemen van de rijken niet. Voor hen was de eenvoud des harten gemakkelijker te bereiken.

Hermas had gezien hoe veel rijke christelijke begunstigers, priesters en andere profeten bedrog hadden gepleegd en dubbelhartig waren geweest. Ook Hermas zelf was behoorlijk rijk en bezat landerijen bij Rome.

De echt rijken konden wel omgaan met ongehoorzaamheid door slaven, oneerlijke praktijken van handelspartners en ontrouw van hun echtgenoten. Zij konden hun imposante machtsvertoon inzetten en kregen dan vaak wel hun zin. Gezinnen met een bescheiden welstand hadden deze machtsmiddelen niet en daar wogen ongehoorzaamheid, oneerlijkheid, en ontrouw veel zwaarder. Dus waren de armen (meer dan de rijken) geïnteresseerd in een theorie die gehoorzaamheid in het huishouden, eerlijkheid (eenvoud des harten) en trouw tussen de echtgenoten propageerde. Trouw en gehoorzaamheid waren het hoogste ideaal van de eenvoudigen des harten.

Seksualiteit en huwelijk

bewerken

De Christenen geloofden dat God hen voortdurend zag. Ook als zij dubbelhartig waren. Zij leefden in angst voor het laatste oordeel.

  1. De medicus Galenus beschreef het feit dat de christenen aan het einde van de tweede eeuw seksueel zo sober waren. Sommigen onthielden zich hun hele leven van seksuele gemeenschap, net zoals de Romeinse filosofen. Die seksuele soberheid werd door veel Romeinen wel gewaardeerd.
  2. Verder streefden de christenen naar een harmonieus huwelijk. Ook dat idee over het huwelijk was de Romeinse elite niet vreemd. Sinds Paulus verwachtten de christenen van het getrouwde paar dat het (in het klein) de onverdeelde solidariteit van de groep zou toepassen.
  3. De paren moesten zo vroeg mogelijk trouwen, meestal vlak na hun twaalfde jaar. Want zo konden zij hun seksuele impulsen niet meer voor het huwelijk uitleven. De vrouwen en (naar men hoopte) ook de mannen, zouden zich door een vroeg huwelijk tot één partner gaan beperken. Temeer daar het oog van God hen tot in de verste hoeken van de slaapkamer kon volgen.
  4. Overspel was bij uitstek een symptoom van dubbelheid des harten.
  5. Er mocht niet meer gescheiden worden. Een man die scheidde, gaf feitelijk toe dat hij niet met vrouwen kon omgaan.
  6. Het hertrouwen van weduwen werd sterk ontraden. De redenen die de christenen hiervoor opgaven, waren grotendeels afkomstig van de leefregels van de Romeinse moraalfilosofen van de tweede en derde eeuw. Doordat het hertrouwen bijna verboden was, kon de kerk beschikken over een grote hoeveelheid weduwen en weduwnaars die hun geld en tijd in de kerk staken.
  7. Huwelijken met heidenen probeerde men te vermijden.
  8. De vrije periode voor de Romeinse jongeman die zich 5 tot 10 jaar lang seksueel uit mocht leven, werd afgeschaft.

Celibaat

bewerken
 
Constantijn de Grote, buste, 4e eeuw

Het leiderschap in de christelijke kerk lag voornamelijk bij de mannen. Deze mannen waren al spoedig bijna verplicht om celibatair te zijn. Bij de Joden en in de islam mochten de geestelijk leiders wèl trouwen. De Joden beschouwden de seksualiteit als door God gegeven. Het was wel eens lastig, maar toch ook nuttig vanwege het voortbestaan van de mensheid.

Als verklaring voor het verplichte celibaat van de christelijke leidsmannen wordt wel het volgende geopperd. Bij de Romeinen ontstond in de tweede en derde eeuw een groeiende afkeer voor het lichaam. De christenen zouden deze afkeer overgenomen hebben. Waarschijnlijker is echter dat het celibaat werd gezien als een staat van standvastige dienstbaarheid aan God en de medemens en daarmee als het summum van 'eenvoud des harten'.

In eerste instantie werden de priesters pas op middelbare leeftijd celibatair, later moest dat al rond hun dertigste. Nu baarde het celibaat in die tijd nog niet zoveel opzien, want men zag seksualiteit in de oudheid als iets dat na de jeugd stilaan verdween. Bovendien stierven veel mensen op jonge leeftijd.[3] Hierdoor waren er veel weduwnaars van middelbare leeftijd wier seksuele honger al gestild was, zij konden priester worden.

Voor de elite van Rome was het celibaat hoogst ongebruikelijk. Augustinus was in de bloei van zijn leven, had een hoge sociale status en had vanzelfsprekend toegang tot seksuele bevrediging. Toen hij Ambrosius ontmoette, benijdde hij deze christelijke bisschop weliswaar om diens celibataire levenswijze, maar die leek hem tevens zwaar om te dragen.

Tijdens het bewind van keizer Constantijn en daarna kwam de mannelijke geestelijkheid door het celibaat buiten de wereld van de gewone mensen te staan, voor wie het huwelijk het intiemste in hun leven was en belangrijk voor de samenhang van de maatschappij.

  1. Hermas in het Nederlands Dagblad
  2. Zijn meesteres was zelf christen, maar bleef van Hermas verwachten dat hij haar (na haar naakte bad) uit de Tiber hielp
  3. gemiddeld werd de Romein slechts 22 jaar oud
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.