Onderwijstechnologie/Ergonomie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Joris.dhooghe (overleg | bijdragen)
Joris.dhooghe (overleg | bijdragen)
Regel 20:
Volgens het Koninklijk Besluit van 1993 is een bureaustoel met een niet verstelbare zitdiepte toegelaten. Wanneer een stoel wordt gebruikt door meerdere personen is deze zitdiepte het best gebaseerd op de kleinste gebruiker, zodat iedereen voldoende ruimte heeft in de kniekuil en onaangename druk wordt vermeden. Daar er in de knieholte bloedvaten en zenuwen gelegen zijn, kan langdurige druk aanleiding geven tot tintelingen. Echter, hoe meer de benen ondersteund worden, hoe lager de zitdruk. Om een optimale zitdiepte te bepalen, kan men een vuistruimte houden tussen de rand van de zitting en de benen.
 
==== ''De rugleuning'' ====
 
De hoogte van de rugleuning dient zo te worden ingesteld, dat de steun in de lage rug optimaal is. Een goede richtlijn is dat het meest uitstekende of bolle deel van de rugleuning vlak boven de broeksriem ondersteunt. Hier bevindt zich de holle kromming van de lage rug, die tijdens het zitten zoveel mogelijk bewaard dient te blijven. Bij de dynamische bureaustoelen kan de rugleuning naar achter inclineren, wat de belasting op de rug verlaagd. Wanneer het bewegingsmechanisme van de rugleuning los blijft staan, wordt de houdingsafwisseling gestimuleerd.
 
==== Zitballen ====
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.