Leer jezelf ecologisch tuinieren/Plantkunde/Kiem: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
imported>Qop |
|||
Regel 27:
== Eénzaadlobbigen of monocotylen ==
Als voorbeeld van de '''wipping
De kiemwortel groeit bij monocotylen niet uit tot een hoofdwortel, maar sterft al snel af, waarna er zogenoemde kroonwortels (adventief wortels) gevormd worden. Aan de kroonwortels worden de zijwortels gevormd. Het onderste stengeldeel, de halmheffer, zorgt ervoor dat de kiemplant op de goede hoogte boven de grond komt. Bij dieper [[zaaien]] wordt de halmheffer langer. Als eerste komt een soort buisje, het [[coleoptyl]], boven de grond. Hierin zit het eerste blaadje. Het eerste blaadje heeft een afwijkende vorm ten opzichte van de volgende bladeren. Het is ovaal tot omgekeerd eirondl; de volgende bladeren die te voorschijn komen zijn lijnvormig. Op de laatste twee foto's in onderstaande galerij is het coleoptyl als een doorschijnend kokertje onderaan de plant nog te zien. Vervolgens komt door elk blad een nieuw blad naarbuiten. Bij monocotylen bestaat het blad uit een bladschijf en een bladschede. De bladschede geeft de plant stevigheid, totdat de [[stengel]] zich begint te strekken.
|