Onderwijstechnologie/Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties/Rapport NT2 2012-2013: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vberth (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Vberth (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 135:
Wat opzoekwerk naar reeds bestaande systemen in het buitenland leidde Veronique naar Trulincs/CorrLinks en Prison PC (Verenigde Staten). Het zou interessant zijn deze informatie te kunnen meenemen naar de besprekingen, maar we realiseren ons dat het hier gaat om serieuze beleidsbeslissingen waarbij niet over één nacht ijs zal worden gegaan.
- Prison PC geeft gevangenen toegang tot een beperkte lijst van goedgekeurde websites. E-mailen is eveneens mogelijk. Het is in eerste instantie ontworpen om via internet mogelijkheden tot opleiding te bieden. http://www.prisonpc.com/
 
- Trulincs staat voor “Trust Fund Limited Inmate Computer System”. Via dit systeem kunnen gevangenen tegen betaling email versturen en ontvangen, dit na controle door gevangenispersoneel. Eenmaal goedgekeurd worden ze doorgestuurd naar een Website die gehost wordt door CorrLinks. De gevangenen hebben binnen dit systeem geen toegang tot Internet. http://www.bop.gov/inmate_programs/trulincs_faq.jsp; http://en.wikipedia.org/wiki/Corrlinks; You've http://dealbook.nytimes.com/2011/12/12/youve-got -jail -mail/
 
'''8. Opbouw van het primair traject'''
 
'''a) de oriënterende test'''
 
De aangeboden oefeningen zijn onderverdeeld in verschillende moeilijkheidsgraden (zie verder). Om de cursist en de docent te helpen bij het kiezen van het juiste niveau, hebben we een link naar een online taaltest op de website geplaatst.
 
Deze test wordt best onder begeleiding afgelegd. Op het einde van de test krijgen de deelnemers een resultaat. Op basis van dit resultaat adviseren we een overeenkomend niveau. Dit toegewezen niveau is enkel indicatief. De cursisten hebben steeds de vrije keuze om oefeningen van een ander niveau te maken.
 
'''b) De verschillende moeilijkheidsgraden'''
 
Wat de oefeningen betreft is het vertrekpunt voor de cursist een keuze tussen verschillende inhoudelijke domeinen. Binnen deze domeinen kan de cursist dan een keuze maken tussen drie moeilijkheidsgraden. Aanvankelijk dachten we omgekeerd te werk te gaan. Met name eerst een keuze tussen de niveaus en dan pas een domeinkeuze. Maar dit bleek niet te passen in onze visie. Want vertrekkend vanuit de behoeften en denkwijzen van de geïnterneerden leek het ons logischer te vertrekken vanuit de domeinen: ‘wat wil ik graag leren’ is daarbij het vertrekpunt.
 
Het idee was om de moeilijkheidsgraden aan te duiden met sterretjes, gaande van één tot drie sterretjes (van eenvoudig naar meer complex).
 
De moeilijkheidsgraad van de oefeningen zou beantwoorden aan de eisen van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen. De twee laagste niveaus worden gezien als die van een basisgebruiker.
 
Op niveau * moet de cursist basiszinnen begrijpen die hemzelf, zijn familie en directe omgeving betreffen wanneer er langzaam en duidelijk gesproken wordt. De cursist op dit niveau kan ook eenvoudige informatie op posters en catalogi verstaan. Hij kan deelnemen aan een zeer eenvoudig gesprek dat vertrouwde thema’s betreft en eenvoudige woorden en uitdrukkingen gebruiken om zichzelf, zijn familie en woonomgeving te beschrijven. Hij kan ook op formulieren persoonsgegevens invullen, of een kaartje schrijven.
 
Op niveau** wordt de woordenschat van de cursist iets complexer. Hij kan de meest frequente woorden en uitdrukkingen begrijpen die van direct persoonlijk belang zijn waaronder winkelen, gezondheid, werk. Hij kan op dit niveau eenvoudige teksten lezen en informatie opzoeken en communiceren over alledaagse vertrouwde zaken. Hij kan ook eenvoudige boodschappen opschrijven en een korte persoonlijke brief opstellen.
 
Op niveau*** kan de cursist de hoofdpunten begrijpen wanneer er in duidelijk uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over zaken waarmee hij regelmatig in contact komt. Hij kan ook geschreven informatie begrijpen die met deze domeinen verband houden. De cursist kan ook makkelijker communiceren over deze domeinen en zijn eigen mening, verwachtingen en ambities in verband ermee beschrijven. Hij kan dit ook schriftelijk doen. de cursist is op dit niveau op weg naar het niveau van onafhankelijk gebruiker van het Nederlands.
 
'''c) De verschillende domeinen'''
 
Na een eerste brainstormsessie hebben we besloten om oefeningen aan te bieden die voor de geïnterneerden praktisch bruikbaar zijn voor later, wanneer ze terug hun weg in de samenleving moeten vinden. Nu Nederlands oefenen om er later mee aan de slag te kunnen. Hierbij gaat het om basisvaardigheden die we zouden willen trainen in het Nederlands.
 
Vanuit de NT2 ervaringen merkten we op dat veel mensen wel een schoolse kennis hebben van het Nederlands, maar dat het praktisch gebruiken van de taal, in concrete levensechte situaties heel moeizaam verloopt.
 
Hierop hebben we dan een denkoefening gemaakt: welke (levens)domeinen zijn van cruciaal belang bij de integratie in de samenleving? Geïnspireerd door de conceptnota inburgering kwamen we al snel tot een zestal levensdomeinen waarbinnen we oefeningen wensten aan te bieden. Deze domeinen zijn Tewerkstelling, Burger (consument), Administratie thuis, Vrije tijd, Openbaar vervoer en Gezondheid.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.