Leer jezelf ecologisch tuinieren/Eenjarig bonenkruid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vangelis (overleg | bijdragen)
aanpassing
Vangelis (overleg | bijdragen)
aanpassing
Regel 5:
|plaatje2= Satureja_hortensis.jpg
|plaatje3= Cząber_górski_Satureja_montana_flower.jpg
|divers= De twee soorten, het '''eenjarig bonenkruid'''<sup>2</sup> en het '''bergbonenkruid'''<sup>3</sup>, lijken veel op elkaar.<br/> Ze groeien beide ruig en ongelijkmatig. Het kan vijf jaar groeien.<br/> De eenjarige soort is echter beter bestand tegen kou en vocht. Ze verdient daarom de voorkeur in de moestuin en heeft een vrij korte groeitijd (ongeveer vier maanden).<br/> In de siertuin vormt bergbonenkruid een geschikte omranding van bloembedden omdat het kan worden gesnoeid en laag gehouden. Beide soorten kunnen in potten en bakken binnenshuis worden gekweekt als ze tenminste vijf uur direct zonlicht per dag krijgen. Begin met jonge plantjes of breng volgroeide planten op het einde van de zomer uit de tuin naar binnen. Gebruik goede potgrond. Wanneer u overblijvend bonenkruid in potten zet, moet u het voor de helft terug snijden en buiten twee of drie weken laten bijkomen. Laat bij beide soorten de grond tamelijk droog worden voor u water geeft en bemest de planten eens per 3 à 4 weken. Het blad kan worden geplukt als u het nodig hebt, maar van overblijvend bonenkruid mag ‘s winters niet te veel worden geplukt, omdat het zich dan maar langzaam herstelt.
|familie= Lipbloemen
|latijn= Lamiaceae
Regel 12:
|roodlijst=
|beschermd=
|wortel= Het eenjarig bonenkruid bezit een sterk ontwikkelde [[../Plantkunde/Wortel|hoofdwortel]] net als het overblijvend bonenkruid dat ook sterk vertakte zijwortels heeft.
|wortel=
|stengel= Ze hebben beide zwakke, houtige stengels. De stengel van het bergbonenkruidoverblijvend bonenkruid is vrijwel gelijk aan die van eenjarig bonenkruid, maar verhout sneller en is niet violet getint. De stengels zijn kort behaard en vertonen talrijke grote klierschubben.
|blad= De plant bezit talrijke, groene, glanzende, lijn-lancetvormige blaadjes, beiderzijds spits toelopend, die aan de gave randen met fijne haartjes zijn bezet. Ze staan tegenover elkaar en zijn aan beide zijden eveneens met grote klierschubben bedekt. Als er niet wordt geoogst verkleurt het blad in de nazomer tot dieppaars.
|groenblijvend=
|bloei= Juli tot oktober
|kleur= De kleine [[../Plantkunde/Bloem|bloempjes]] zitten weggedoken in de [[../Plantkunde/Blad|bladoksels]]. Meestal staan er drie tot zeven bijeen in schijnkransen. Ze zijn duidelijk gesteeld en krijgen veel bezoek van [[../Dieren#Bij|bijen]]. De kleurschakering gaat van paarsrood, lichtrood tot witachtig met donkerrode stippen. De bloem-kelk is grijs.
|kleur= Paarsrood, lichtrood tot witachtig met donkerrode stippen. De bloemkelk is grijs
|vrucht=
|hoog= 30-50
Regel 28:
|zon= <big>&#9675;</big>
|water= <big><font color="blue">&#8764;</font color></big>
|goede buren= [[Leer jezelf ecologisch tuinieren../De moestuin#Boon|Boon]], [[Leer jezelf ecologisch tuinieren../Pepermunt|pepermunt]], [[Leer jezelf ecologisch tuinieren../Radijs|radijs]], [[../Ui|ui]].
|slechte buren=
|weert=
|lokt= [[../Dieren#Bij|Bijen]].
|keuken= De smaak is enigszins bitter. Eenjarig bonenkruid smaakt zoeter en minder pikant dan het bergbonenkruid. Meegekookt met bonen maakt deze beter verteerbaar. Zowel het verse, bloeiende kruid als de drogerij worden in de keuken gebruikt en als thee. Bloeiende takjes worden ook wel in de klerenkast gelegd om motten en zilvervisjes te weren. De [[w:etherische olie|essentiële olie]] van zowel het eenjarig bonenkruid als het bergbonenkruidextract heeft een duidelijk antimicrobiële eigenschap. Van deze eigenschap wordt vooral gebruikgemaakt in het kader van de huidverzorging. Het extract wordt onder andere toegepast als ''topnoot'' in parfumcomposities en in producten voor heren zoals aftershave.
|kookboek= Bonenkruid
|genees= diarree (wegens de etherische olie en looistoffen), verkoudheid en ter behandeling van wind bij kinderen. De drogerij wordt nuttig aangewend bij buikgriep en slecht ruikende stoelgang. Een goede combinatie is het kruid met valeriaan, munt of melisse. Bonenkruid wordt ook gebruikt als antiseptisch middel. Verder om de adem te verbeteren, maag en ingewanden te ventileren en als zenuwsterkend middel, ook als tonicum voor de voortplantingsorganen; om onregelmatige menstruatie te corrigeren. Als zweetafdrijvend middel, bij allerlei [[w:catarre|catarre]], jicht en neusbloeding. Bonenkruid heeft een gunstige uitwerking bij te lage bloeddruk. Een aftreksel wordt aanbevolen als dorstlessende drank voor diabetici (4 gram kruid per 2 koppen). De thee bevordert ook de spijsvertering. Een sterk aftreksel, op de nuchtere maag gedronken, blijkt ook een probaat middel te zijn tegen ingewandswormen. De tinctuur als zenuwversterkend middel. De etherische olie als antisepticum en stimulans. Een kopje thee (10gr. op 0,5l. water, niet doorkoken) in de ochtend en avond. Ter genezing van maag- en darmstoornissen 3 kopjes per dag. Uitwendig wordt het gebruikt als mondspoelmiddel (5% aftreksel). Gekneusd blad is volgens oude opvattingen een remedie tegen bijen- en wespensteken. SterkWanneer het sterk geconcentreerd zougebruikt wordt werkt het als [[w:afrodisiacum|afrodisiacum]]. De samenstelling doet bonenkruiddit potentieechter verhogendniet werkenvermoeden. WordtHet ookwordt veel gebruikt als tonicum voor mensen die [[w:frigide|frigide]] of impotent zijn, en ter behandeling van alle koortsen.
|waarschuwing= Bonenkruid is een veilig geneeskruid. Soms kan inwendig gebruik aanleiding geven tot huiduitslag. Dan stoppen met gebruik.
|zaaimaand= 4-6
|zaaiomschrijf= Eenjarig en overblijvend bonenkruid staan beide graag in de volle zon en in gewone, niet bijzonder vruchtbare, goed gedraineerde grond. Verse stalmest moet men achterwege laten, daar deze aan het aroma schade doet. De grond moet worden geschoffeld en gewied. Het zaad heeft voor de kieming licht nodig, zodat het slechts met een dun laagje aarde bedekt mag worden. Voor een doorlopende voorraad verse blaadjes zaai je een paar maal achtereen met tussenpozen van drie tot vier weken. Er zijn verschillende variëteiten van het eenjarig bonenkruid in de handel, die in hoogte, mate van bebladering en bloeitijd verschillen. Men moet het zaad van planten met veel blad en weinig verhoutende stengels nemen. Het kruid wordt doorgaans bij tuinbonen gebruikt, niet alleen vanwege de pittige smaak, maar ook om de bonen wat lichter verteerbaar te maken. Daarom zaait men bonenkruid dan ook wanneer de eerste bloemen van de tuinbonen zich openen; dat is vanaf eind maart. Tegen de tijd dat de tuinbonen worden geplukt, is het bonenkruid voldoende gegroeid om er de malse, geurige blaadjes van te kunnen plukken. Wil men het eenjarige bonenkruid in de tuin hebben om het bij de augurken inmaak te gebruiken, moet men het eind juni opnieuw zaaien, daar het spoedig in het zaad schiet.
|kk=
|kt= 14
|lt= 1-5
|zd= 0,5
|plantmaand= 3
|plantomschrijf= Overblijvend bonenkruid is in gematigde streken in het algemeen winterhard. Het zaad ontkiemt langzaam en daarom wordt de plant gewoonlijk in het voorjaar vermeerderd door scheuren en stekken of door afleggen. Zet de planten vroeg in het voorjaar 30-cm uit elkaar in de grond. Als ze 15-cm hoog zijn haalt u de toppen er uit om een volle groei te bevorderen. Verwijder dood hout zo snel mogelijk en snijd de plant in gebieden met veel vorst in de herfst tot op 7 à 15-cm van de grond af; bedek nadat de grond bevroren is iedere plant met varens of stro. Het dek verwijderen als de eerste jonge scheuten opkomen om de warmte van weer een nieuwe lente te begroeten. Overblijvend bonenkruid moet om bevredigend te kunnen groeien iedere twee of drie jaar worden gesnoeid.
|plantomschrijf=
|pa= 10
|ra= 30
Regel 51:
|oogstomschrijf= Pluk het bijna bloeiende kruid voor vers gebruik. Om te drogen resp. invriezen voor wintergebruik pluk je de stengels met de malse blaadjes voor de plant gaat bloeien zonder de verhoute stengels. Zorg ervoor dat er genoeg overblijft om later nog een tweede maal te kunnen oogsten. De stengels worden in bundels gedroogd waarna je de blaadjes eraf stroopt. De meerjarige in het eerste jaar van in de lente gezaaide planten voor het eerst in september oogsten, vanaf het tweede jaar zijn 2 tot 3 oogsten mogelijk. De laatste niet te laat, want daardoor zouden de planten bij strenge vorst schade kunnen lijden. Men kan vanaf mei snijden als men bergbonenkruid vers wil gebruiken. De voornaamste oogst voor de wintervoorraad valt kort voor de bloeitijd, want dan hebben de planten het grootste gehalte aan vluchtige olie. Men droogt de planten in de schaduw bij een temperatuur van niet meer dan 35°C.
|vermeermaand= 7-9
|vermeeromschrijf= In de moestuin hoeft men slechts enkele planten voor zaad tot de herfst te laten staan om het volgend jaar weer nieuwe planten te kunnen kweken. Als de planten bloeien en zaad vormen vermenigvuldigen ze zich snel door middel van zelf uitgezaaide plantjes. Bergbonenkruid is over het algemeen winterhard. Vermeerderen door scheuren en stekken of door afleggen. Zet de planten vroeg in het voorjaar 30-cm uit elkaar in de grond. Als ze 15-cm hoog zijn haal je de toppen er uit om een volle groei te bevorderen. Verwijder dood hout en snijd de plant in gebieden met veel vorst in de herfst tot op 7 à 15-cm van de grond af; bedek nadat de grond bevroren is iedere plant met varens of stro. Het dek verwijderen als de eerste jonge scheuten opkomen. Overblijvend bonenkruid moet iedere twee of drie jaar worden gesnoeid.
|vw= ZS
}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.